Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 23
(2007)– [tijdschrift] Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 259]
| |
Deel V, brief 7.3426 C/31
H. HONIG, Uitgever. Utrecht, den 30/6, 1897 Oude Kerkstraat 40. Van Wijckskade No. 24.
Mejuffrouw Virginie Loveling, Gent.
Geachte Juffrouw Loveling.
Nu het tijd begint te worden de najaarsuitgaven in gereedheid te brengen, door groote drukte heb ik mij niet vroeger hierover met U in verbinding kunnen stellen, ook al omdat ik meende U persoonlijk over deze zaak te komen spreken waarvoor ik intusschen geen tijd heb gehad, ben ik zoo vrij nog eens terug te komen op het honorarium. Misschien dat ik mij vroeger niet duidelijk genoeg heb uitgedrukt, daarom bericht ik U nog eens uitdrukkelijk dat ik volstrekt niet alle copie die U mij gezonden hebt, zal kunnen opnemen. Ik dacht alleen op te nemen, De Kern, en de stukjes getiteld Contrasten, de rest van de copieGa naar eind(1) ontvangt U dus voorloopig terug. Nu kan ik U voor deze stukjes onmogelijk hetzelfde honorarium uitkeeren, als voor Een Vonkje van Genie,Ga naar eind(2) toen ter tijde, nu de volledige uitslag der uitgave mij bekend is, kan ik daarover natuurlijk beter oordeelen, heb ik mij in mijn aanbod vergist, in zooverre, dat het debiet aanvankelijk bevredigend toch niet zoo gebleven is dat 't honorarium daarmee in overeenstemming was. De reden daarvan is niet ver te zoeken: is n.l. deze dat het publiek in Nederland natuurlijk liever romans of novellen koopt die nog nergens hebben ingestaan, dan reeds in tijdschriften geplaatste stukken. Waarbij nog dit komt dat er zoo goed als geen uitzicht bestaat, dat ik nog eens in België een getal ex. plaatsen kan. De heer VuylstekeGa naar eind(3) toch sprak er mij vroeger reeds over, dat dit niet meer mogelijk zijn zou. Om deze redenen verzoek ik U beleefd genoegen te willen nemen met het door mij aangeboden honorarium ad. f. 100.-; terwijl ik later gaarne met U in onderhandeling zal treden over de uitgave van de nu niet op te nemen novellen, die vermeerderd met een paar andere zeer | |
[pagina 260]
| |
goed een nieuwen bundel kunnen vormen. Terwijl ik U nogmaals mijn verontschuldigingen aanbied over het niet vroeger beantwoorden van Uw schrijven verblijf ik Met de meeste hoogachting
Uwdwdr [get.] H. Honig |
|