Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 22

[p. 215]

24

[Brief van Virginie Loveling aan Adolphine van Rijswijck. AMVC L863]

Gent, 7 augustus 1899.

Lieve vriendin,

Het is wel hartelijk van u mij reeds van den Zaterdag 12 dezer te verwachten. Ik neem het dus dankbaar aan en zal in Antwerpen aankomen om 15.10 Ooststation, dicht bij uw huis.

Daar ik volstrekt niets weet van de feestelijkheden, kon het wel wezen dat dit uur u in uw plannen dwarsboomt, dan - en zelfs liefst - zou ik aankomen met den trein van omstreeks 18.20 ook Oost; maar ik vrees u te hinderen voor het uur van uw middagmaal. Er is ook een morgentrein om twaalf uren of wat later, aankomend in Antwerpen-Oost, s morgens na tien uren uit Gent vertrekkend. Maar indien ik geen tegenbericht ontvang, houd ik mij aan dengene van 15.10. Mijn plan ware te blijven tot den Dinsdag avond of Woensdag morgen eerstvolgende. Dat ik van nu af aan geniet in het vooruitzicht u weder te zien, na zulk een verre-vogelreis,⁽¹⁾ kunt gij denken. Ook zal het mij zeer verheugen vroegere vrienden bij u aan te treffen.

Vriendschapsgroete en kus aan u en al de dierbare huisgenooten.

Virginie Loveling.

(1) De reis naar Australië. De reis was lang (drie maanden op zee) maar het verblijf relatief kort (slechts enkele weken); zie hierover Stynen, Rosalie en Virginie, p. 245-247. Ze leverde wel de opmerkelijke Stoombootindrukken op, waaruit blijkt dat de schrijfster heftige emotionele indrukken heeft moeten verwerken (zie Mededelingen X, 2003, p. 145-174).