Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 22

10

[Brief van Virginie Loveling aan Adolphine van Rijswijck-Biemans. AMVC L863]

Gent 30 Sept. 1886.

Lieve Adolphine,

Uw brief is mij heden in Gent nagezonden. Hij moet in Eecloo aangekomen zijn juist na mijn vertrek, dit is oorzaak, dat gij niet dadelijk mijn antoord ontvangt.

Hartelijk dank voor uw lieve uitnoodiging. Hoe gaarne zou ik komen, maar het zal mij helaas, onmogelijk wezen!

Weet, lieve vriendin, dat ik dezen winter de folie schik te doen eenige maanden naar Nice te gaan. Ik ben met goede, oude vrienden afgesproken samen de reis daarheen te ondernemen.⁽¹⁾ Zij zijn in den zomer buiten en hebben mij naar Eecloo geschreven, dat zij het vertrek wenschen te bespoedigen en heden - Donderdag - naar hier komen om onze laatste schikkingen te nemen.

[V.L.]

(1) De winter van 1886-1887 bracht Virginie Loveling in Zuid-Frankrijk en Italië door in het gezelschap van haar Nevelse vriendin Adèle Fobe en August de Deurwaerder, de tweede echtgenoot van Adèle. De neerslag daarvan is het lange reisverhaal Een winter in het Zuiderland (Gent, Hoste, 1890). Over de reis, zie verder Stynen, Rosalie en Virginie, p. 169-187.