2. Brief van Tony aan Julius de Geyter (AMVC: B472 B: 33151/2)
Lier 22 October 1867
Mijn Waarde Heer
't is mij een waar genoegen te zien hoe zeer u op mijne medewerking rekent. Zij zal u dan ook niet ontbreken. Maar mijn invloed is zoo klein, zoo nietig dat ik u nadeel zou doen er te laten op betrouwen. Neen denkt niet aan mij alleen. Spreekt uwe andere vrienden vooral uwe politieke beschermers. Gij weet het bij ondervinding, in zake van benoemingen weegt de politiek zoo zwaar en de vriendschap zoo ligt. M. Bara wordt bij dergelijke gelegenheden als bestormd en wie het stoutst kan spreken heeft gewoonelijk de meeste kans. Ik kan dat intusschen niet en mijne aanbeveling komt dus weinig in aanmerking, te weinig naar mijnen zin maar 't is zoo.
Geloof mij, verwaarloost niets, spreekt vooral de politieke mannen, doe ze krachtdadig werken. Kan de vriendschap dan iets, het zal u niets te kort blijven.
Moest er op een bijzonder punt aangedrongen worden, laat niet na er mij van te verwittigen.
Uw toegenegen
ABergmann