Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 13
(1997)– [tijdschrift] Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap– Auteursrechtelijk beschermd-66-(30)
Antwerpen 3 Februari 1892.
Geachte HeerGa naar eind(1)
Ik heb het mandaat van 200 fr. wel ontvangen en dank U voor het spoedig antwoord. Wat de teekening aangaat zal ik U trachten te vreden te stellen al vrees ik no[ch]t[h]ans dat het papier Gillot mij veel moeilijkheden zal opleveren, men doet er niet mede wat men wilt. | |
[pagina 280]
| |
Ik had mij Sophie in dien oogenblik anders voorgesteld dan in het onderwerp van het eerste plaatje waar zij in de kleine herberg Eduard Tingels aanschouwtGa naar eind(2) en bij haar eene liefdestraal door het hart trilt waar zelfs eene hoop van stil geluk vóór haar zweeft, zij woont dan nog bij hare moeder verkeerd [sic] in eenen beteren toestand en is daarbij omringd van welhebbende vrienden. Voor het kruis knielendenGa naar eind(3) is de toestand gansch veranderd, zij is s'nachts van huis geloopen, het ziekenbed van den stervenden schoolmeester verlatende om hulp bij den Coadjutor te gaan vragen. Sedert lang heeft zij niet dan ellende en smart voor de oogen gehad, armoede zelfs. Het is met haast dat zij in 't wegloopen eenen halsdoek op het hoofd gebonden heeft, zonder verders aan 't schikken van hare kleedij te denken. Daar in lag voor mij de tegenstelling der twee onderwerpen en der twee toestanden. Ziedaar in eenige woorden de wijze waarop ik het verstaan en weergegeven heb. Ben ik mis dan zal ik het trachten te veranderen maar ik vrees dat de reproductie er door leiden zal.
Aanvaardt mijne beste groeten Frans Van Kuyck |
|