Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 13
(1997)– [tijdschrift] Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap– Auteursrechtelijk beschermd-6-(75) Parijs, 19 Oktober 1885 107 rue de l'Université
Mejufvrouw, Wij danken U om het zeerst, mijne VrouwGa naar eind(1) en ik, voor Uw vriendelijk geschenk. Beiden hebben wij met het grootste genoegen Uw Sophie gelezen. | |
[pagina 223]
| |
Het is eene mijner lievelingsketterijen dat men na volbra[ch]te lektuur van een weemoedig boek tot zichzelf behoort te zeggen: Bedenk dat de schrijver of de schrijfster, toen zij deze sombere beelden schetsten, door de gaaf hunner kunst den vrede van hun gemoed al vroeger teruggevonden hadden. Anders zouden zij niet in staat geweest zijn het voorwerp hunner droefheid zoo levendig te beschrijven. Zoo vlei[j]en wij ons ook dat het in Uw huis en Uw hart er minder donker uitziet dan in Uw Vlaanderen. Den nationalen tweestrijd dien U schetst hebben wij, opgegroeid in eene protestantsche omgeving, nooit gekend. Wat mij persoonlijk betreft, de orthodoxie waaraan ik mij te ontworstelen gehad heb, is niet geweest de orthodoxie-zelf (deze heeft mij nooit eenig leed gedaan), maar een eigenwijs en kortzi[ch]tig liberalisme. Uw fraaistgeteekend beeld vind ik dat van den ouden onderwijzer Ottevare. Indien de fanatici van iedere ri[ch]ting, liberale en klerikale, meenigvuldiger betrachten welk leed hun ijver over zulk een eerwaardig hoofd brengen kan, zij zouden minder vaak zich aan onwillekeurige wreedheid schuldig maken. Maar tevens schaar ik mij aan de zijde mijner vrouw wanneer zij Uwe voorstelling prijst van de jonge heldin ‘als zinnebeeld van een herboren Vlaanderen’. Dit is inderdaad eene dichterlijke gedachte, en die ons met welgevallen de schoone Vlaamsche vrouwebeelden van Rubens herdenken doet. Wij voorzien dat van Uwe lezers en lezeressen de eenen U te partijdig vinden zullen, de anderen te onpartijdig; de eenen te la[a]uw, de anderen te warm. Doch dit kan U niet ontmoedigen. U hebt naar een edel doel gestreefd; hebt een hoofdstuk uit de geschiedenis van Uw volk geschreven; en zulke daden loonen zichzelf. Zeer bevelen wij ons in Uwe vriendschappelijke herinnering, en verzoeken U de betuiging onzer bijzondere hoogachting te willen aannemen.
Cd.b. Huet en Echtgenoot. |
|