-4-
(77)
Veurne, 12en 8ber 1885.
Mejuffer Loveling,
Sedert een tiental dagen ben ik nog al erg ziek geweest, en, op aanzoek van den dokter, heeft men zich te mijnent onthouden mij paketten, gazetten, enz. met den post toegekomen mede te deelen.
Nu dat ik beter ben, heb ik gisteren van nabij willen nazien wat ik sedert verleden zondag ontvangen had.
Wel groot was mijne verwondering, mejuffer, onder het toegezonde een paket met een adres van uw hand te vinden! en hoe gevoelde ik mij vereerd te zien, bij het openbreken van dit paket, dat het wezenlijk een present[-]exemplaar was van uw laatste werk, mij door u geschonken!
Waarlijk, mejuffer, aan zoo veel eer verwachtte ik mij niet.
Voor heden bepaal ik mij, mejuffer, u voor u zoo vriendelijk geschenk allerhartelijkst te bedanken, en u tevens de uitdrukking mijner beste gevoelens van genegenheid en hoogachting aan te bieden.
A. De Hoon.