Altijd bereid te helpen, raad te geven, onaantastbaar in zijn eerlijkheid, punctueel als een uurwerk, bekommerde hij zich om alles wat jou betrof, maar nooit om zijn eigen voordeel. Tijd betekende niets voor hem, geld al evenmin als het om een vriend ging, en vrienden had hij overal, een kleine maar selecte schare. Tien jaar had hij eraan gewijd, Walt Whitman door de vertaling van alle gedichten en door een monumentale biografie onder de aandacht van de Fransen te brengen. Het werd zijn levensdoel door middel van dit voorbeeld van een vrije mens die openstond voor de wereld de geestelijke horizon van zijn land over de grenzen heen te verruimen. [...]
We werden al snel innige, broederlijke vrienden, omdat wij beiden niet nationalistisch dachten, omdat we er beiden van hielden werk van anderen met toewijding en zonder materieel voordeel te dienen en omdat we geestelijke onafhankelijkheid beschouwden als het belangrijkste in het leven.
Stefan Zweig, De wereld van gisteren. Herinneringen van een Europeaan (Amsterdam 1990), p. 140-141. Oorspronkelijke editie: Die Welt von gestern. Erinnerungen eines Europäers (Stockholm 1944). Eerste regel: ‘mijn belangrijkste vriend in die kring’ is de vertaling van ‘Freund meiner Freunde’. Vierde regel: ‘de geboren vriend’ is in de Duitse tekst ‘dem geborenen Kameraden’. De twee publicaties van Bazalgette waarnaar Zweig verwijst zijn Walt Whitman. l'Homme et son oeuvre (1908) en Feuilles d'herbe (1909). Zweig zelf vertaalde werk van Camille Lemonnier en Emile Verhaeren. LB en Zweig publiceerden beiden, respectievelijk in 1904 en 1907, een monografie over Verhaeren (zie Emile et Marthe Verhaeren - Stefan Zweig. Correspondance générale I (1900-1926), Brussel 1996.