Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 10
(1994)– [tijdschrift] Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 74]
| |
96UBG hs III/77
Gent 4 maart 1881.
Lieve Paul,
Zooeven ontvang ik eene uitnoodiging geteekend Cuperus voor den 19 dezer te AntwerpenGa naar eind(1). Men vraagt mij een spoedig antwoord en met welken trein ik toekom om mij aan de statie af te halen. Dit laatste zou mij veel te zeer ontstellen, ik kan het onmooglijk aanvaarden en zou liefst op het banket toekomen als eene der andere dames. Schrijf mij eens dadelijk, bid ik u, eene formuul van aannemen en tevens van beleefd bedanken voor het afhalen. Ik zou ook willen met u toekomen voor alle zekerheid en liefst maar des avonds. Indien men mij daar wilde laten aan tegenwoordig zijn zonder de aandacht op mij te trekken ware het mij zeer aangenaam, tracht het zoo te schikken en te weten te krijgen, wat men er zeggen zal voor het antwoorden. Gij hebt nu eenmaal den last op u getrokken en moet het snel ten einde voeren. Ik heb al een nummer aan K. Groth gezondenGa naar eind(2), ik had er twee, uw raad was zeer goed, het zal hem genoegen doen, denk ik. Manten was moe,
Tale kwam de eerste toe.
nu herinner ik het mij.
| |
[pagina 75]
| |
Hier nog iets maar het is gansch van krommen Pier: Dries, en scheurt mijnen voorschoot niet
't is mijnen besten 't is mijnen besten,
Dries, en scheurt mijnen voorschoot niet,
't Is mijnen besten, gelijk gij ziet.
[in de marge:] Schijnt mij zelfs niet oud. En een ander: Meisken, gade gij mee,
Peselle (pertersilie) van de eerste snee?
- Neen ik, Mijnheere, mijne voet doet zeere,
ge lacht er mee.
Het is mij nu ook te binnen gekomen, wat ik Zondag niet vond. Maar ik kan het niet geheel: Hoekentoek.
- 'k En ben geenen snoek.
Wa zijde dan?
- Nen edelman.
Waar ligt uw land?
- Op Sluis.
Hoe heet uw maarte.
- Appeltaarte. enz.
Altemaal van beneden staak, zooals gij ziet, maar ik schrijf het u tochGa naar eind(3). Waar zullen wij gaan slapen in AntGa naar eind(4)? Mij dunkt, dat het in een lozement van eerste klas moet zijn. En waar zullen wij te zamen komen? Groote triepen, vrees ik; van eenen anderen kant heb ik er moed op. Een spoedig antwoord, als het u belieft. Vele groeten aan Leon en NicaGa naar eind(5).
Virginie. | |
[pagina 76]
| |
Ro Ro fiaro, en het ander antwoordend referein is: Ding, ding, belle ding. Ik zal er eens naar informeeren. |
|