Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 10
(1994)– [tijdschrift] Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap– Auteursrechtelijk beschermd90UBG hs III/77
Gent 19 Januari 1881.
Lieve Paul,
Heb dank voor uwen brief en uwe mededeeling. Liefst zou ik werken te analyseeren gehad hebben, zooals Van Muyden in het Ath. belge doetGa naar eind(1). Critische artikelen schrijven, vereischt veel studie en | |
[pagina 68]
| |
men moet er iets van het zijne in steken om het goed te hebben, wat niet altijd welgelukt. Mij dunkt, dat eene enkele novelle van CremerGa naar eind(2) beoordeelen, een zeer onvolmaakt werk ware, dat hij, nu bijzonderlijk, dat hij dood is, zou moeten in het algemeen besproken worden. Daar zal ik eens aan denken, maar daar ik zeer weinig tijd heb, schrik ik nog al terug voor het lezen en herlezen van zijne pennevruchten, te meer daar het artikel toch maar kort zou zijn en weinig op brengen, ten Brink beoordeelen durf ik niet, ongaarne zou ik zeggen wat ik niet meen en wellicht vond ik - in zijnen nieuwen roman, dien ik niet heb gelezen - niet alles te prijzenGa naar eind(3). In den tijd heb ik in de ‘Toekomst’ eene studie op Andersen gemaakt, waarvan ik meen eer gehaald te hebbenGa naar eind(4). Het heeft mij dikwijls gespeten dat onderwerp niet breedvoeriger te hebben behandeld. Wat dunkt u indien ik het eens voor het Ath. deed? Geef mij uwe meening hierover te kennen, bid ik u. Het is spijtig, dat ik geene novellen schrijven kan, als ik wil. De redactie van de ‘Gids’ heeft zich ook tot mij gewend om er eene te hebbenGa naar eind(5). Het is verwonderlijk wat recrudescence van aanboden ik gedurig uit Holland krijg. Thans werk ik aan eene vertaling van ‘Witen Kross’ van Klaus GrothGa naar eind(6). Zeer moeilijk, doch dat doe ik buitengewoon gaarne, het is toch om zoo te zeggen maar main d'oeuvre. Zooeven ontvang ik, de duitsche en fransche vertaling van Kromme CiesGa naar eind(7), in manuscript van Berlin. Weeral werk om te overzien, waar niets van komt. Het artikel ‘L'Ecole de l'Armee’ van vandaag in de FlandreGa naar eind(8) is van mij. Het heeft mij zeer gespeten u allen in Gent met nieuwjaar niet gezien te hebben. Zoo een reisje naar Holland als conferencier moet bijzonder aangenaam wezenGa naar eind(9). Te MechelenGa naar eind(10) heb ik veel genoegen gehad en veel vriendschap ontmoet. Jammer, dat gij bij Lisette niet hebt kunnen komen dineeren, het was er iets bijzonders! Het is onuitsprekelijk wat kou ik hier afsta in een huis, waarin water heeft gestaan en dat niet sluit. Halve dagen werk ik om overal papier te plakken en lijsten aan te doen, maar te vergeefs. Zulke triepwoningen zijn maar slecht bewoonbaar in zekere seizoenen. En | |
[pagina 69]
| |
toch moet ik eenen grooten effort doen om eens uit te gaan en ben blij voor alle pretexten, welke mij veroorlooven tehuis te blijven, dit is een bewijs, dat ik mijn dagelijks leven en mijne bezigheden liefheb. Maar ik zou toch moeten iets zoeken om mijn inkomen te vermeerderen, iets dat wel mijnen tijd neemt, doch mijnen geest niet vermoeit, wellicht zal het toch eens lukken. In alle geval dank ik u hartelijk en zal trachten het een of ander artikel voor het Ath. te vervaardigen. Beste groete aan u alle drie.
Virginie. |
|