Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 10
(1994)– [tijdschrift] Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap– Auteursrechtelijk beschermd83UBG hs III/77
Nevele 24 Oct. 1880.
Lieve Paul,
Ik word gewaar, dat voor eene vrouw aan een dagblad gehecht zijn, eene zeer moeilijke zaak is; M. BoedtGa naar eind(1), die thans aan de Flandre meewerkt, heeft geenen vrijen stond meer en moet gedurig in den bureau zijn, hetgeen voor mij onmogelijk ware. Mij dunkt dus, dat het prijsbaar is thans de zaak haren gang te laten gaan, af te wachten, wat zij mij aanbieden en zien of het aanneemlijk is, als zij het doen. Zij zijn waarlijk gedisculpeerd van mij het niet te beproeven, als ik hoor hoe het daar toegaat. Liefst zou ik résumés voor het Ath.b. maken, dat en vertalingen aanzie ik, onder ons gezeid, voor mijne specialiteit. Ik doe het zelfs bijzonder gaarne en heb het zeer veel gedaan voor Le Travail en later le Travailleur associéGa naar eind(2). Kunt gij mij daar aan helpen zoo zal ik u zeer dankbaar wezen. De chronique littéraire neerlandaiseGa naar eind(3) staat mij minder aan, al die leelijke boeken eerst moeten lezen en dan bespreken zou mij veel | |
[pagina 59]
| |
tijd nemen, bovendien ik aanzie ze zoodanig van beneden staak, over het algemeen, dat ik niet zou weten, wat er over te zeggen. Ik krijg groote aanbiedingen om in Holland bijdragen voor tijdschriften te geven, onder ander van den Tijdspiegel, die mij een stukje van Rosalie tegen hoogen prijs betalen gaatGa naar eind(4); maar op iets van litterarischen aard kan men als geldgewin niet rekenen. Met twee brieven uit Holland, waar in men mij veel geld bood, kreeg ik eenen brief uit RoeselareGa naar eind(5), ik weet niet meer van wien, om eene bijdrage proza of dicht voor een jaarboekje, dat daar uit gaat komen en bedankingen voorop! Indien men somtijds wist, hoever men er af ligt! Ik ga tegen onkel Karels wonen Ottogracht 8, in een huisje van beneden staak. Ik heb de stad rondgeloopen overal moet men voorwaarde nemen of minstens een jaar pacht, zoodat ik zeer gelukkig ben dit te hebben. Wonder genoeg het is als eene kleine lantaren: ik kan er mijne bloemen zetten! Ik laat mijne meid gaan. Voor het overige ben ik zeker er goed te kunnen komen. Mijn ondernemer steekt mij in groote kosten, hij laat mijn nieuw huis staan zonder er nog aan te werken. Geen middel hem voort te doen gaan. Ik heb uwe gazet ontvangen, dank. Als gij naar Gent komt, verwacht ik u. Ik ben volop in het verhuizen, donderdag zal ik hier weg zijn: mijne handen zijn ruig als zandpapier van al het inpakken. Ik ben dan nog twee dagen te Lier gebleven, wij zijn naar Antwerpen en Temsche geweest, iets bijzonders. In het terugkeeren heb ik eenen dag in Mechelen overgebracht, ben naar Nevele gekomen en de volgende week weder naar Geets gegaan, waar ik acht dagen heb verbleven. Het was er zeer aangenaam en het onthaal iets buitengewoons; hij heeft mij teekenlessen gegeven. Met zulk eenen meester zou ik wat leeren op korten tijd! Het zal mij veel ontstellen Nevele te verlaten, eens weg zal het toch beter zijn, thans bijzonderlijk, dat het winter wordt. Vele groetenissen aan Leon en Hélène. Zorg, bid ik u, ervoor mij ontledingen voor het Ath.b. te bezorgen, dat zal juist mijn vak zijn en ik zal het met nauwgezetheid doen.
Virginie. | |
[pagina 60]
| |
Van M. Minnaert, die de Gewesten heeft vertaaldGa naar eind(6), heb ik een poëma met vleiend opschrift gekregen, er zijn toch menschen die alle eigenliefde te kant kunnen stellen en een goed karakter hebben! |
|