Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 9
(1993)– [tijdschrift] Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap– Auteursrechtelijk beschermd61UBG hs. III/77
Nevele 14 mei 1878.
Lieve PaulGa naar eind(1),
Zondag avond vond ik hier uwen brief, toen ik van Brugge terugkwam, alwaar Tante Pauline, AliceGa naar eind(2) en ik, misleid door de aan- | |
[pagina 165]
| |
kondigingen van den Bien publicGa naar eind(3), de processie van het Heilig Bloed waren gaan [zien]. Er had niets dat op eene processie trok plaats, maar eene huivallige bedevaart van meest allen buitenvulgairelaars, welke luid biddend, blootshoofd en met pastoors en paternosters door de schoonste straten der stad trokken; dan mis in de open lucht op den Burg en zegeningen en kaarsjesviering in de capelle van 't Heilige Bloed, iets dergelijks ware onmogelijk in Gent. Het was zeer caracteristiek en wij beklaagden onzen uitgang niet, maar indien de liberalen kans hebben in zulk eene stad te zegepralen, begrijp ik niets meer van den gang der wereld. De bedevaart was gecomplikeerd door foore- en barakvertooningen en de meesten der deelnemers keerden 's avonds, mannen en vrouwen, met eenen zichtbaren zender in den zak naar huis. Ik verlang zeer uw opstel te lezen, en schik er veel uit te leeren over dat tijdvak. Het verwondert mij, dat Mme Bergmann over mijn stilzwijgen klaagt, aangezien ik haar tijdens haar verblijf te Venetie eenen nog al langen en (onder ons gezeid) zeer minzamen brief heb geschreven en nog zelve het antwoord te gemoet zie. Zeer gaarn zou ik eens met u naar Nazareth gaan, bijzonderlijk als wij er maar éénen nacht slapen, dan zal ik ook goed oorlof daartoe verkrijgen; als gij wilt dus, ik laat het aan u over. Uw bezoek zal ons zeer verheugen, het is al zoo lang, dat ik u niet meer heb gezien. Indien er onder uwe huisgenooten zich mochten bevinden, welke lust hebben eenige dagen naar buiten te komen overbrengen, zullen zij ons zeer welkom zijn. De lente is zoo uitzonderlijk schoon en alles staat zoo buitengewoon, dat men thans waarlijk te lande geniet. Wij hebben twee kamers ter beschikking. Grand'maman stelt het zeer goed en groet u allen. Gelief aan uwen vader te zeggen dat de topinamboursGa naar eind(4) uitstaan, zeer malsch en schoon. Het porceleinschilderenGa naar eind(5) gaat goed voort, hoewel het deze laatste dagen om reden van andere huivalliger bezigheden wat stil heeft gelegen. Ik vind er bijzonder vermaak in; indien het niet is, dat ik met niets dan zeer beleefde menschen heb te doen, welke uit vriendelijkheid meer enthousiasme tonnen dan zij waarlijk gevoelen, moet ik denken, dat het geen verloren werk is, zoozeer word ik aangemoedigd van allen, die het zien. | |
[pagina 166]
| |
Ik moet volstrekt aan GeetsGa naar eind(6) en zijne dame schrijven. Ik denk er al sedert eenige weken aan en het blijft immer verschoven. Geen nachtegaal hier, en elders zeer weinig. Adieu, groet allen die wenschen van mij gegroet te wezen Virginie. De pantoffels zijn allerbest, ik heb ze vergeten te vermelden en te betalen, Grand'Mama had er illusiën op en is niet teleurgesteld. Het buitengoed van den Griffier Blomme is verhuurd aan twee zeer rijke Juffrouwen met twee knechten en twee meiden, groote 't jeefessenGa naar eind(7) naar ik hoor. Het zal nu nog wat gaan verslechten hier. |
|