Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 5

[p. 23]

13

Den Haag
11 Laan van Meerdervoort
[Poststempel 18.3.1918]

Waarde Vriend,

Ik heb met genoegen Frimousse gelezen en dank u voor de opdracht. Er is volgende week redactievergadering van G.N. en ik zal uw bijdrage aan het oordeel der overige redacteuren onderwerpen.⁽¹⁾ Gij begrijpt dat ik niet alleen kan decideeren, maar ik hoop wel dat het gaan zal. Zoodra uw ander stuk verschenen is zal ik u het geld opsturen, te gelijk met dat van Nederland. Dank voor uw laatsten brief van 23 Febr.⁽²⁾ Ik weet niet wie die meneer Pillemedicijn⁽³⁾, of hoe heet hij ook, is; maar dat soort crétins heb ik altijd op mijn letterkundige baan ontmoet en er mij natuurlijk nooit in de verste verte aan gestoord. Die lui bestaan eenvoudig niet. Les chiens aboient et la caravane passe. Ik ga nu trachten u over Londen (door Het Boek van den Belg. Soldaat) de gecorrigeerde drukproeven van De Strijd te doen toekomen.

Met mijn beste groeten
Cyriel Buysse

(1) Waarschijnlijk was Frimousse de schets die Buysse op 25 oktober 1917 vermeldde. (Zie brief 7). Het is een oorlogsnovelle over soldaat Van Melle in het Parijse mondaine leven. Verscheen in Groot Nederland, 1919, I, januari, p. 108-113; geschreven aan het ‘Belgisch Front, December 1917’ - opgedragen ‘Aan mijn Meester, Cyriel Buysse’.
Gebundeld in: Onder Ons. Schetsen en Vertellingen, Antwerpen, Gust Janssens, 1920, p. 45-56. Gedateerd 1917; de opdracht aan Buysse viel hier weg. Herdrukt in: Vertellingen (Onder Ons - Uit den Helm). 1913-1919, Antwerpen, Gust Janssens, 1925 (Schelde-Serie, XXIII), p. 30-38.

(2) Brief niet bewaard gebleven.

(3) Filip de Pillecijn (1891-1962) is hiermee allicht bedoeld. In de radikaal-flamingantische pers had hij naar alle waarschijnlijkheid het naturalistische karakter van Buysses oeuvre, dat zgn. weinig affiniteit vertoont met de Vlaamse volksaard, en/of Buysses zeer gematigde houding inzake vlaamsgezindheid aangeklaagd. De heftige uitval van Buysse wijst in de richting van een morele kritiek.