Inleiding
Het verschijnen van de vierde aflevering van de Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap valt samen met het vijfjarig bestaan van de vereniging, een gebeurtenis die ook aanleiding heeft gegeven tot het organiseren van een Buysse Colloquium op woensdag 14 december 1988 in de Rijksuniversiteit Gent. In de volgende aflevering van de Mededelingen zullen we uitvoerig op deze bijeenkomst terugkomen.
Tal van reacties wijzen erop dat het Buysse Genootschap en zijn Mededelingen zich mogen verheugen in een groeiende belangstelling. We volgen dus de gekozen weg: de inhoud van de vierde aflevering ligt in het verlengde van die van de vorige. Zelfs werd al meteen de continuïteit verzekerd, want drie van de vier hier opgenomen grotere bijdragen zullen een vervolg krijgen in de vijfde aflevering.
Sjoerd van Faassen, hoofd van de afdeling Documenten van het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te 's-Gravenhage, laat het eerste deel afdrukken van zijn commentaar bij de brieven die Buysse heeft geschreven aan zijn Nederlandse uitgever C.A.J. van Dishoeck. Hij legt een cesuur in 1914, het jaar waarin Buysse door de oorlogsomstandigheden in noodgedwongen ballingschap in Nederland diende te blijven. Ook Jaak van Schoor laat zijn studie over de ‘invloed’ van Hauptmann op het toneelwerk van Buysse in twee fasen verlopen: in zijn eerste bijdrage betoogt hij, aan de hand van een bespreking van Driekoningenavond en van Het gezin Van Paemel, dat in Buysses werk niet alleen kan worden gewezen op overeenkomsten met het Franse naturalisme maar dat het ook moet worden belicht in samenhang met de thematiek en met de dramaturgie van Gerhart Hauptmann. Verder diende de publikatie van de onvoltooide en voor de Buysse-lezer tot dusver onbekend gebleven roman De levenskring om praktische redenen - het werk is vrij omvangrijk - eveneens gefragmentariseerd te worden. Een meer diepgaande bespreking van deze roman wordt naar een volgende aflevering verschoven.