Mededelingen van de Documentatiedienst

[p. 2354]

van Looij 1855-1930

Jacobus van Looij

geb. 13 september 1855 te Haarlem, Nederland

overl. 24 februari 1930 te Haarlem, Nederland

abr

Documentatiedienst: Nederlands Letterkundig Museum

Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven

[p. 2355]

Biografische gegevens I

1855	Geboren Zoetestraat nr. 570, thans nr. 5 [het geboortehuis bestaat niet meer], te Haarlem op 13 september [vierde steeds zijn verjaardag op 12 september] als negende en laatste kind van Johannes Jacobus van Looij, timmerman/aannemer, en Cornelia van der Vegt.
1859	12 september: overlijden van de moeder (geb. te Haarlem op 7 juni 1814). Vader werkloos en behoeftig door oogziekte.
1860	27 november: overlijden van de vader (geb. te Haarlem op 2 augustus 1810). 1 december: Helena Wieggreffe, grootmoeder van moederszijde, bezorgt Jacobus, samen met twee van zijn zusters, Cornelia (geb. te Haarlem op 20 juli 1843) en Jansje Henriëtte (geb. te Haarlem op 7 januari 1850), in het ‘Gereformeerde’ of Burgerweeshuis te Haarlem, [waarin thans het Frans Halsmuseum gevestigd is].
1867	Leerling aan de Burgeravondschool te Haarlem. Daarnaast in de leer als letterzetter bij de drukkerij Gebroeders Van Asperen van der Velde [firma A.C. Kruseman], Spaarne nr. 58, thans nr. 94.
1868	4 september: een der heren Van Asperen van der Velde beklaagt zich bij de regenten van het Burgerweeshuis. Jacobus zou ‘onverschillig en traag’ zijn en ‘weinig lust’ voor het werk opbrengen.
	9 september: leerling op de werkplaats van de huis- en rijtuigschilder Van Velthuyzen, Kerkstraat nr. 107, thans nr. 22.
1872	28 maart: eindexamen Burgeravondschool, waar hij tekenles genoot van J.J. Goteling Vinnis en D.J.H. Joosten. Hij blijft op de tekenklasse bij laatstgenoemde.
1873	9 maart: aangenomen als lid van de Nederlands Hervormde Kerk.
	September: door bemiddeling van Joosten lid van het Haarlems tekencollege ‘Kunst Zij Ons Doel’.

15-XII-83

pwhp

Documentatiedienst: Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum - 's-Gravenhage

[p. 2356]

Biografische gegevens II

1877	29 april: verlaat, meerderjarig geworden, het Burgerweeshuis.
	Krijgt van de regenten toestemming tot het volgen van de opleiding Middelbaar Onderwijs in het tekenen en wordt daarnaast in staat gesteld de Rijksacademie van Beeldende Kunsten, Stadhouderskade nr. 86 te Amsterdam te bezoeken. Deze studie wordt gefinancierd uit een fonds waaraan onder meer Teylers Genootschap heeft bijgedragen. De conservator/casteleyn van dit Genootschap, H.J. Scholten, bereidt Van Looij voor op de Academie.
	Oktober: vestigt zich Oude Zijds Voorburgwal nr. 136 te Amsterdam.
1878	Dank zij een gift van mevrouw N. van der Vlugt-Hindelopen, regentes van het Burgerweeshuis, kan hij een kort bezoek brengen aan Antwerpen en aan Brussel.
1879	20 oktober: behaalt reeds na twee jaar, in plaats van de gebruikelijke drie jaar, de akte Middelbaar Onderwijs in het tekenen aan de polytechnische school te Delft.
	Vervolgt zijn opleiding tot vrij kunstenaar aan de Rijksacademie onder leiding van August Allebé (1838-1927).
1880	Juni: vestigt zich Daniël Stalpertstraat nr. 55; juli: verhuist naar Gerard Doustraat nr. 44.
	10 november: richt met Antoon Derkinderen, Maurits W. van der Valk en Willem Witsen de kunstenaarsvereniging ‘Sint Lucas’ op.
1881	Groeiende vriendschap met de jonge academie-leerling en ‘Sint Lucas’-broeder Jan Veth. Gaat ook vriendschap aan met Willem Tholen, Eduard Karsen, H.J. Haverman, Piet Meiners, August Legras en Gerard Muller.
1882	Docent tekenen [tot 1884] aan de Tooneelschool, in de Marnixstraat nr. 150 te Amsterdam.
	Mei: vervoegt zich voor enige tijd, en voor rekening van diens vader, bij Willem Witsen te Parijs, op dat tijdstip ook de gastheer van zijn zuster Cobi Witsen en haar vriendin Coba Muller. Bezoekt de Parijse Salon in het Palais de l'Industrie, avenue des Champs Elysées.

15-XII-83

pwhp

Documentatiedienst: Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum - 's-Gravenhage

[p. 2357]

Biografische gegevens III

	Krijgt van Jan Veth de bundel Gedichten, door Jacques Perk, ten geschenke en schrijft onder invloed daarvan zijn eerste sonnetten.
1883	Ontvangt een subsidie voor één keer van ƒ 500,- ‘als pensionaire van H.H.M.M. de Koning en Koningin’ [Willem iii en Emma].
	30 januari: wordt door S.J. Bouberg Wilson, directeur van de Tooneelschool, voorgedragen als lid van de in 1881 opgerichte ‘Letterkundige Vereeniging Flanor’; 13 maart: wordt als lid toegelaten. Leert binnen ‘Flanor’ kennen: Arnold Aletrino, Hein Boeken, Charles M. van Deventer, Lodewijk van Deyssel, Frederik van Eeden, Frans Erens, Willem Kloos, Willem Paap en Albert Verwey; 27 november: houdt een kunstbeschouwing voor ‘Flanor’ en brengt zijn eerste proza, twee sprookjes, ten gehore: ‘De albasten knikker, het meisje en de inktkoker’ en ‘Eene opschudding in de kunstbroeierij’ [postuum opgenomen in Een feestdroom, 's-Gravenhage, 1982].
	Wordt lid van de kunstenaarssociëteit ‘Arti et Amicitiae’.
1884	2 februari: vervult de rol van Frans Hals in het gelijknamige door Frederik van Eeden geschreven blijspel, opgevoerd onder regie van S.J. Bouberg Wilson in Maison Stroucken, Amstelstraat nr. 20 te Amsterdam, bij gelegenheid van het jaarlijkse ‘Sint Lucas’-feest. Omstreeks dit tijdstip schildert hij een portret van Frederik van Eeden en ontwerpt het omslag voor de boek-uitgave van diens toneelstuk Het poortje of De duivel in Kruimelburg.
	April: legt de laatste hand aan het schilderij ‘Eva’, dat Willem Kloos zal inspireren tot het gelijknamige sonnet met de beginregel ‘Zij hoorde 't twisten en den doffen smak...’. 20 mei: meldt zich aan voor de wedkamp om de staatsprijs voor de schilderkunst [de ‘Prix de Rome’]. Samen met Jan Dunselman verwerft hij deze prijs met zijn schilderij ‘Elia op den berg Karmel’. November: correspondeert over zijn sonnetten met Willem Kloos, die tijdelijk in Brussel verblijft.
1885	6 februari: begint aan de ‘rix de Rome’-reis die hem via Bazel en Milaan naar Rome voert waar hij

15-XII-83

pwhp

Documentatiedienst: Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum - 's-Gravenhage

[p. 2358]

Biografische gegevens IV

	volgens opdracht oude meesters kopieert en waar hij in druk schriftelijk contact treedt met zijn leermeester Allebé en met zijn vrienden Van Deventer, Kloos, Verwey, Veth en Witsen. 22 augustus: verlaat Rome voor Florence.
	24 oktober: vestigt zich te Venetië. Huurt een kamer bij de familie Simeoni, Calle Fiubera nr. 817, waar hij in de gezinssfeer wordt opgenomen en er een romance ontstaat met een huisgenote. Hier bereiken hem ook de eerste twee afleveringen van De Nieuwe Gids [oktober en december 1885]. In de december-aflevering debuteert hij als dichter, onder de schuilnaam A. Brouwer en bovendien buiten zijn medeweten, met het sonnet ‘Herfst’.
1886	3 februari: verlaat Venetië voor Genua, alwaar hij ten gevolge van een loodvergiftiging enige tijd in het Ospedale Protestante moet verblijven. In dit ziekenhuis schrijft hij het satirische Epos in Ist, dat postuum [Nijmegen, 1985] zal worden gepubliceerd.
	5 april: vertrekt per boot naar Spanje, waar hij zich op 12 april in Madrid zal vestigen om er zijn ‘Prix de Rome’-opdrachten uit te voeren; debuteert in De Nieuwe Gids van april, ditmaal als prozaïst, met de Venetiaanse impressie ‘Een dag met sneeuw’. Dezelfde aflevering bevat van zijn hand het sonnet ‘Herinnering’.
	Augustus: verlaat Madrid en maakt een rondreis met als eindbestemming Spaans Marokko. De Nieuwe Gids publiceert intussen zijn Spaanse reisimpressies: ‘Een mislukte dag’ [augustus] en ‘Een dag met zon’ [december].
	November: verblijft drie dagen in Tanger en doet er inspiratie op voor de latere novelle ‘Gekken’.
	December: begint aan de terugreis naar Nederland via Spanje en Frankrijk.
1887	Januari: verblijft enkele weken te Parijs.
	Februari: staat aan De Nieuwe Gids ‘Een reisindruk’ af.
	7 maart: hem wacht een welkomstsouper ten huize van Frank van der Goes, Prinsengracht nr. 293 te Amsterdam, waarbij aanzitten: Van Eeden, Erens, Arnold Ising Jr., Isaac Israels en Kloos.

15-XII-83

pwhp

Documentatiedienst: Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum - 's-Gravenhage

[p. 2359]

Biografische gegevens V

	April: vestigt zich Jacob van Campenstraat nr. 83 te Amsterdam.
	Mei: tentoonstelling van zijn Spaanse schetsen en schilderijen in de Rijksacademie; is inmiddels verhuisd naar Ververspad nr. 11 te Nieuwer Amstel [de huidige Tolstraat te Amsterdam].
	Juni: De Nieuwe Gids opent met ‘Een stierengevecht’, in de aflevering van augustus gevolgd door ‘Het einde van een stierengevecht’.
1888	April [en augustus]: publiceert, als A. Brouwer, ‘De nachtcactus’ in De Nieuwe Gids.
	25 juni: is aanwezig bij de verdediging, aan de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam, door Frans Erens van diens proefschrift Strafbare bevoordeeling van schuldeischers bij faillissement. Najaar: eerste ontmoeting met Herman Gorter; wordt lid van de ‘Nederlandsche Etsclub’.
	Oktober: beoordeelt in De Nieuwe Gids Don Quichotte, vertaald door Titia van der Tuuk in de ‘Bibliotheek voor de Jeugd’.
1889	Maart-april: logeert bij Willem Witsen, Camden Park Road nr. 11 te Londen.
	April: het verhaal ‘De dood van mijn poes’ verschijnt in De Nieuwe Gids.
	23 oktober: woont in de Tooneelschool de voordracht bij van Herman Gorter's gedicht Mei door de voordrachtskunstenares Titia van Gelder.
	December: publiceert ‘Een hengelaar’ in De Nieuwe Gids. Alle tot dan toe door hem geschreven prozaschetsen worden, onder de titel Proza, opgedragen ‘Aan de nagedachtenis van mijn eersten vriend en leermeester, den kunstschilder D.J.H. Joosten’ (overl. te Haarlem op 7 juni 1882), uitgegeven door zijn neef S.L. van Looy.
1890	April: begint in De Nieuwe Gids met de publicatie van Gekken.
	Oktober: maakt een voetreis door Brabant en logeert van 17 tot 22 oktober ten huize van Lodewijk van Deyssel in Bergen op Zoom.
	December: in De Nieuwe Gids verschijnt ‘Kinderen’ [postuum opgenomen in Een feestdroom, 's-Gravenhage, 1982].

15-XII-83

pwhp

Documentatiedienst: Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum - 's-Gravenhage

[p. 2360]

Biografische gegevens VI

1891	18 maart: naast fragmenten uit Mei en sonnetten van Paul Verlaine draagt Titia van Gelder ook ‘De dood van mijn poes’ voor; Van Looy betrekt een woning aan de Hoedemakersstraat nr. 48 te Nieuwer Amstel [de huidige Van Ostadestraat te Amsterdam].
	Juni: ‘Een entre-acte’ verschijnt in De Nieuwe Gids [postuum opgenomen in Een feestdroom, 's-Gravenhage, 1982].
	September: verlooft zich met Titia van Gelder.
1892	28 januari: huwt Titia van Gelder (22 februari 1860 - 28 december 1940), dochter van Lambertus Jacobus van Gelder, lid der firma H.E. van Gelder & Co., stoomhoutzagers en houthandelaren tot 1892, en van Lubina Aurelia Endtz. De bruiloft wordt gevierd in Maison Couturier, Keizersgracht nr. 674 te Amsterdam; de huwelijksreis voert naar Brugge en Parijs. Het huwelijk zal kinderloos blijven.
	Februari: ‘Van een groote’, gedagtekend 11 Januari 1892, verschijnt in De Nieuwe Gids. April: ‘Brugge (fragment)’ verschijnt in De Nieuwe Gids.
	Oktober: Gekken verschijnt in boekvorm, na algehele voorpublicatie, sedert april 1890, in De Nieuwe Gids.
	9 november: is aanwezig bij een der voordrachten door Paul Verlaine te Amsterdam en bericht daarover uitvoerig in een brief aan Lodewijk van Deyssel, gedateerd 29 November 1892 [openbaar gemaakt in Maatstaf, 1e jrg., nr. 5, augustus 1953].
	December: publiceert het gedicht ‘Middel-eeuw’ in De Nieuwe Gids. Tweede voetreis, zonder zijn echtgenote, door Noord-Brabant.
1893	April: publiceert ‘Feesten’, i, [later genoemd: De bruiloft], in De Nieuwe Gids.
	Augustus: draagt aan De Nieuwe Gids een vijftal ‘Sonnetten’ bij, waaronder ‘Na het lezen van Zola’.
	December: verblijft [tot eind maart 1894] te Meerssen voor het herstel van zijn gezondheid. Voltooit

15-XII-83

pwhp

Documentatiedienst: Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum - 's-Gravenhage

[p. 2361]

Biografische gegevens VII

	op 19 december, onder de titel ‘Een Tuimel’, een honderddrieëndertig regels tellend gedicht, geschreven in terzinen.
1894	Februari: het echtpaar Van Looij vestigt zich Lange Eind nr. 113A te Soest [zowel pand als straat bestaan niet meer].
	Mei: onder de titel ‘Een gezicht’ verschijnt het gedicht ‘Een Tuimel’ in De Nieuwe Gids, onmiddellijk voorafgegaan door ‘Feesten’, ii, [Het vuurwerk], een bijdrage die P.L. Tideman, sinds mei redacteur van De Nieuwe Gids, zich wederrechtelijk had toegeëigend. Tideman voorziet ook ‘Een gezicht’ van een naschrift, gedateerd 28 April 1894, waarin hij aanneemt dat met ‘Een God gelijk, in kalme majesteit’ Willem Kloos zal zijn bedoeld en met ‘het Beest’ Tideman zelf, waarna voor Van Looy wordt verhoopt ‘dat de Tijd hem tot andere inzichten zal brengen’.
	September: draagt ‘Feesten’, ii, [Het vuurwerk], bij aan de eerste aflevering van het door Lodewijk van Deyssel en Albert Verwey geredigeerde Tweemaandelijksch Tijdschrift.
1895	Januari: het Tweemaandelijksch Tijdschrift opent met ‘Feesten’, iii, [Hartjesdag].
	Februari: draagt aan de eerste aflevering van De Nieuwe Gids, Nieuwe Reeks, onder redactie van Willem Kloos en H.J. Boeken, het prozagedicht ‘Najaar’ bij, gedagtekend Soest, October 1894. September: reist naar Londen waar hij onder meer op Leicester Square het Empire Theatre bezoekt.
1896	Januari: opent het Tweemaandelijksch Tijdschrift met ‘Feesten’, iv, zijnde ongeveer de helft van het ‘Eerste boek’ van wat later De Wonderlijke Avonturen van Zebedeus zou gaan heten.
	21 juni: in De Kroniek verschijnt Lodewijk van Deyssel's opstel over Jac. van Looy, bij diens door Jan Veth getekend portret.
	19 september: woont in Leiden de inaugurele oratie bij van de wijsgeer G.J.P.J. Bolland en bezoekt na afloop, samen met Albert Verwey, de schilder Floris Verster, een en ander binnen het kader van een voetreis samen met zijn vrouw, waarbij Dordrecht, Woerden en Kuilenburg worden aangedaan.

15-XII-83

pwhp

Documentatiedienst: Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum - 's-Gravenhage

[p. 2362]

Biografische gegevens VIII

1897	Maart [en april]: publiceert in De Nieuwe Gids ‘Bladzijden van thuis en van op-reis’, ii en iii, [waarvan ii opgenomen in Proza, derde vermeerderde druk, 1904, als ‘Londen’].
	Mei: bespreekt in De Nieuwe Gids ‘Jacques Perk versierd door T. Nieuwenhuis’.
	December: verblijft [tot in januari 1898] met zijn vrouw in Parijs.
1898	Januari: maakt in De Nieuwe Gids, voorafgegaan door een sonnet ‘Aan mijn leermeesteres’, een begin met de publicatie van zijn vertaling van Shakespeare's Macbeth [voltooid in de aflevering van juli 1898].
	Augustus: opent De Nieuwe Gids met ‘Bladzijden van thuis en van op-reis’, i, [opgenomen in Proza, derde vermeerderde druk, 1904, als ‘Een wandeling’].
	September: draagt aan De Nieuwe Gids een drietal sonnetten bij uit 1885, waaronder ‘Avond op het Forum Romanum’; 25 september: publiceert in het weekblad De Kroniek een polemisch gekleurd sonnet ‘Aan Mr. François Erens’.
	November: draagt aan De Nieuwe Gids een drietal sonnetten bij, geschreven te Madrid in 1886. December: draagt aan De Nieuwe Gids twee ‘kalendersonnetten’ bij, te weten i, ‘Bij Scheltema en Holkema's Maandelijkschen Kalender 1899. Versierd door G.W. Dysselhof, C.A. Lion Cachet en T. Nieuwenhuis’, gedagtekend Soest, 17 Nov. '98; ii, ‘Sint-Niklaas-versje bij een kalender’, gedagtekend 5 Dec. '97.
1899	Maart: Feesten, iv, [Moeders verjaring], verschijnt in het Tweemaandelijksch Tijdschrift.
	Juni: beschrijft in De Nieuwe Gids, in ‘Een verbeeldings-praatje met een verbeelding’, hoe hij tijdens het werken aan zijn Macbeth-vertaling ‘het drama in mijn hoofd zag vertoonen’.
1900	Januari: ‘Feesten’, vi, [De maaier], verschijnt in het Tweemaandelijksch Tijdschrift.
1901	Januari: ‘Feesten’, vii, [De regenboog], verschijnt in het Tweemaandelijksch Tijdschrift.
	Februari-maart: eerste grote overzichtstentoonstelling [34 schilderijen, 15 tekeningen, 42 studies en

15-XII-83

pwhp

Documentatiedienst: Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum - 's-Gravenhage

[p. 2363]

Biografische gegevens IX

	krabbels] in ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam. Naar aanleiding van de besprekingen van deze tentoonstelling besluit Van Looy nooit meer te exposeren.
	28 april: publiceert in het weekblad De Amsterdammer ‘Een Boeren-ballade’ [‘naar het Duitsch van R. Prebster’].
	Mei: in het Tweemaandelijksch Tijdschrift schrijft Albert Verwey over ‘Jac. van Looy: schilderschrijver’.
	September: publiceert in De Nieuwe Gids de sonnetten ‘Maneschijn’ en ‘Nacht’.
	Oktober: opent De Nieuwe Gids met het sonnet ‘Bij eene fotografie uit de hongersnood in Engelsch-Indië’; 26 oktober: publiceert in De Kroniek het gedicht ‘Aan het comité der Staking voor de Boeren’, gedagtekend 14 October 1901.
	November: ‘Feesten’, viii, het ‘Vervolg der Wonderlijke Avonturen van Zebedeus’, verschijnt in het Tweemaandelijksch Tijdschrift.
	Het echtpaar Van Looy-van Gelder vertrekt via Frankrijk voor een reis naar Spanje, Marokko en Tanger.
1902	Begin mei: verblijf te Fez; 21 mei: einde van het verblijf in Marokko. Via Spanje (Cordoba en Madrid) in juni terug in Soest.
	September: ‘Feesten’, viii, wederom een ‘Vervolg der Wonderlijke Avonturen van Zebedeus’, verschijnt in De xxe Eeuw.
	Eduard Verkade (1878-1961) neemt voordrachtlessen bij Titia van Looij, de schoonzuster van zijn broer Ericus. Met Verkade studeert Titia scènes uit Macbeth in, daarbij gebruik makend van de vertaling van haar man.
1903	Januari: de bundel Feesten wordt door L. van Deyssel uitvoerig besproken in De xxe Eeuw. Augustus: draagt een zestal ‘Sonnetten’ bij aan De xxe Eeuw.
	26 december: publiceert in De Kroniek het ‘Sonnet’ met de beginregel ‘Gebeurd verhaal, verhaal van jaren hèr’.

15-XII-83

pwhp

Documentatiedienst: Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum - 's-Gravenhage

[p. 2364]

Biografische gegevens X

1904	Mei [en juni]: ‘Feesten’, viii, verschijnt in De xxe Eeuw en wordt eerst, ‘voleindigd en herzien in 1916’, herdrukt in mei 1919 onder de titel Nieuwjaarsdag als eerste boekwerk van de Vereeniging Joan Blaeu. Daarna, als ‘Nieuwjaar’, opgenomen in de derde uitgebreide druk van Feesten, 1920.
	18 oktober: eerste voordracht van Macbeth, in de vertaling van Van Looy, door Eduard Verkade in de Kleine Zaal van het Amsterdams Concertgebouw; 22 oktober: in het Algemeen Handelsblad bespreekt L. van Deyssel Verkade's optreden [opgenomen in de Tiende bundel Verzamelde Opstellen (Amsterdam, 1907) als ‘Macbeth, gespeeld door Eduard Verkade’].
	13 november: schrijft in het weekblad De Amsterdammer ‘Naar aanleiding van L. van Deyssel's lezing in Amsterdam’ [in de Kleine Zaal van het Concertgebouw op 8 november] met de bedoeling aldus ook propaganda te maken voor diens tweede optreden op 23 december: ‘Lodewijk van Deyssel, de prozaïst en kunstrechter, vóorman der Nieuwe Gids-beweging, in 't Amsterdamsch muziekgebouw, zèlf, het beroemde “ik houd van het proza” te hooren lezen, is als een gebeurtenis voor Hollands letteren en taal te zien.’
1905	Januari: publiceert in De xxe Eeuw ‘Zomerochtend’ [postuum opgenomen in Een feestdroom, 's-Gravenhage, 1982].
	Februari: is betrokken bij de oprichting van de Vereeniging van Letterkundigen. Wordt vicevoorzitter en commissaris van het Ondersteuningsfonds van deze vereniging [dit laatste tot zijn dood].
	Maart: ‘Zomeravond’ verschijnt in De Beweging [postuum opgenomen in Een feestdroom, 's-Gravenhage, 1982].
	24 juni: in De Kroniek publiceert P.L. Tak, onder de titel ‘Finis’, een open brief aan Jan Veth waarin wordt geponeerd: ‘De tachtigers waren wel allereerst zij die vooral het literaire huis zuiverden. En dan kwamen zij met een mooien nà-bloei van diverse kleur en diepte maar die toch geen lente bleek’; 1 juli: in De Kroniek reageert Van Looy op deze zinsnede met een ‘Ondoordacht en -verzorgd klinkdicht aan P.L. Tak naar aanleiding van zijn “Finis”’.

15-XII-83

pwhp

Documentatiedienst: Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum - 's-Gravenhage

[p. 2365]

Biografische gegevens XI

1906	Januari: begin van de publicatie van Reizen, verspreid over zes afleveringen van Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift.
	Maart: opent met ‘Een bladzijde’, gedagtekend 27 Jan. 1906, Vlaanderen, Algemeen Vlaamsch Maandschrift, onder redactie van Stijn Streuvels, Herman Teirlinck, Emmanuel de Bom, August Vermeylen, Prosper van Langendonck, Victor de Meyere en Karel van de Woestijne [postuum toegevoegd aan de te Leiden in 1930 verschenen uitgave van de door Titia van Looy-van Gelder bezorgde eerste druk van Jakob].
	2 juni: vanuit Berlijn schrijft Eduard Verkade aan zijn vrouw: ‘Eigenlijk vind ik Nederland een beroerd klein land en kleine luidjes op enkele reuzen als de Van Looys na.’
	Juli: opent De xxe Eeuw met ‘Voor Rembrandt's standbeeld’, voorzien van de aantekening: ‘Dit lied zal gezongen worden door het koor van den door de Maatschappij Arti et Amicitiae samen te stellen optocht, welke in den avond van Zondag 15 Juli, eer aan Rembrandt zal bewijzen bij zijn beeld op het Rembrandtplein’ [de muziek voor dit lied werd geschreven door Bernard Zweers].
	Augustus: opent De xxe Eeuw met de ‘Ode aan Rembrandt/Tijdzang’, bij gelegenheid van de Rembrandtherdenking op 16 juli voorgedragen in de Stadsschouwburg te Amsterdam door Rika Hopper en Willem Royaards.
	September: bij S.L. van Looy te Amsterdam verschijnt E(dward) Gordon Craig, De kunst van het theater, in de vertaling van Donaert van Elden [pseudoniem van Herman Roelvink] en drievoudig ingeleid door Jan C. de Vos, Jac. van Looy en M.A.J. Bauer.
1907	Januari: wordt, onder de titel ‘Bij Jacobus van Looy’, door M.J. Brusse geïnterviewd in De Boekzaal, Maandelijksch bibliografisch tijdschrift. [Dit enig bekende vraaggesprek verscheen kort na Van Looy's dood in boekvorm (Rotterdam, 1930) met in de colophon de onjuiste mededeling dat de betreffende tekst eerder zou zijn verschenen in de rubriek ‘Onder de menschen’, in de Nieuwe Rotterdamsche Courant].
	7 april: Titia van Looy-van Gelder beëindigt in Antwerpen haar in 1906, te Amsterdam en Rotterdam,

15-XII-83

pwhp

Documentatiedienst: Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum - 's-Gravenhage

[p. 2366]

Biografische gegevens XII

	begonnen reeks van drie voordrachten van een fragment uit ‘Feesten’, vi, [De regenboog] en van Arij Prins, ‘Sint Margaretha’, ten bate van het Ondersteuningsfonds van de Vereeniging van Letterkundigen.
	Juni, [juli en augustus]: publiceert in De xxe Eeuw ‘Fragmenten uit Shakespeare's Hamlet’, vertaald op verzoek van Eduard Verkade.
	31 augustus: publiceert in De Kroniek het gedicht ‘In memoriam Tak’ [herdrukt in het speciale Tak-nummer van 19 oktober].
	Oktober: vestigt zich te Haarlem, Ripperdapark nr. 16 en betrekt een atelier in het Noblethofje, Nieuwe Gracht nr. 2. Neemt zitting in de jury voor de ‘Prix de Rome’.
	10 december: Eduard Verkade speelt, in de Kleine Zaal van het Amsterdams Concertgebouw, Hamlet in Van Looy's vertaling als solo-toneel. Naar aanleiding hiervan tekende Elisabeth Diepenbrock-de Jong van Beek en Donk in haar dagboek aan: ‘Het verveelde ons eerst, maar gaandeweg kwamen wij er meer in en Verkade ook waarschijnlijk, hij zag er heel mooi uit en heeft een mooie stem, heel buigzaam ook en van grooten omvang (...) Looy werd ook even toegejuicht, wij hadden hem zoo graag op het podium gezien, maar hij boog in de zaal, overgelukkig, hij heeft zoo weinig voldoening in zijn leven.’
1908	Januari: opent De xxe Eeuw met een ‘Versje’, opgedragen ‘Aan den heer en mevrouw Frans Coenen’.
	Februari: publiceert in De Nieuwe Gids het gedicht ‘Blindeman’.
	7 september: première, in het Odeontheater, Singel nr. 460 te Amsterdam, van Hamlet in de vertaling van Van Looy, door ‘De Haghespelers’ onder leiding van Eduard Verkade.
	11 oktober: Titia van Looy-van Gelder leest in hetzelfde theater onder meer acht sonnetten van haar echtgenoot, voor deze gelegenheid speciaal gedrukt.
1909	Januari: treedt toe tot de redactie van De Nieuwe Gids, die van nu af wordt gevormd door Dr. A.

15-XII-83

pwhp

Documentatiedienst: Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum - 's-Gravenhage

[p. 2367]

Biografische gegevens XIII

	Aletrino, Dr. H.J. Boeken, Lodewijk van Deyssel, Mr. Frans Erens, Willem Kloos, Jac. van Looy, Frans Netscher. Zal tot zijn dood als redacteur aanblijven.
	Januari en februari: publiceert in De Nieuwe Gids het ‘derde boek’ van De Wonderlijke Avonturen van Zebedeus.
	Maart en april: publiceert in De Nieuwe Gids het ‘vierde boek’ van De Wonderlijke Avonturen van Zebedeus.
	Mei: publiceert in De Nieuwe Gids de ‘Inleiding’ tot ‘De bijlagen’ bij De Wonderlijke Avonturen van Zebedeus, alsmede de Bijlagen ‘Een liedje voor kinderen’ en ‘De gave’.
	Juli: bezoekt Londen. Werkt, ditmaal op verzoek van Ericus Verkade, aan de vertaling van Shakespeare's Romeo and Juliet.
	Augustus: vervolgt in De Nieuwe Gids de publicatie van de Bijlagen, ditmaal ‘Oud liedje’ [niet herdrukt] en ‘Op den grooten weg’.
	September: publiceert in De Nieuwe Gids de Bijlagen ‘De dronk’ en ‘Het park’.
	Oktober: publiceert in De Nieuwe Gids de Bijlage ‘De pendule’.
	November: publiceert in De Nieuwe Gids de Bijlage ‘Het gebeurde’; 29 november: Titia van Looy-van Gelder leest in Antwerpen, naast fragmenten uit Lodewijk van Deyssel's Kind-leven [sedert de uitgave van juni 1983 getiteld: De Adriaantjes] voor de eerste maal fragmenten uit De Wonderlijke Avonturen van Zebedeus.
	December: in De Nieuwe Gids verschijnen de Bijlagen ‘Hij’ en ‘Het verschil’.
1910	Maart: in De Nieuwe Gids verschijnt de Bijlage ‘Broeiig weêr’.
	April en mei: in De Nieuwe Gids verschijnen de Bijlagen ‘Avond’ en ‘Een stukje voor het theater van Dorinde’.
	Juni: in De Nieuwe Gids verschijnt de ‘Na-proloog’ waarmee het eerste deel van De Wonderlijke Avonturen van Zebedeus besluiten zal.
	Juni [en juli]: fragmenten van Romeo en Julia verschijnen in De Tijdspiegel, maandblad onder redactie van Dr. J.H. Valckenier Kips.

15-XII-83

pwhp

Documentatiedienst: Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum - 's-Gravenhage

[p. 2368]

Biografische gegevens XIV

	Oktober: draagt het gedicht ‘Vogelenzang’ bij aan het Gedenkboek van De Nieuwe Gids; in De Beweging schrijft Albert Verwey over De Wonderlijke Avonturen van Zebedeus. November: publiceert het gedicht ‘Achter de baar van Adriaan van Oordt’ in Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift.
	Omgang met nieuwe vrienden als: Emmanuel de Bom, Frans Mijnssen, P.H. van Moerkerken, Arij Prins, Herman Robbers en Stijn Streuvels.
1911	Juni: publiceert in De Nieuwe Gids de ‘Brief van Theobald van Horen aan een vriend’, voorzien van de aantekening: ‘Dit proza in brief-vorm is het laatste gedeelte eener reeks opstellen, die indertijd in Elseviers Maandschrift een plaats vonden onder den titel “Reizen”. Gezamenlijk zullen zij in den nazomer, met een voorwoord, in boekvorm verschijnen.’
	September: in het gezelschap van Frans Mijnssen bezoekt het echtpaar Van Looy Dresden.
1912	Februari: publiceert in De Nieuwe Gids naar aanleiding van de kritiek, uitgebracht op zijn Shakespeare-vertalingen, ‘Een praatje over “vertalen” met eenige vertaalde fragmenten’ [uit Goethe's Faust]. [Dit ‘praatje’ werd, met weglating van de ‘vertaalde fragmenten’, postuum opgenomen in Een feestdroom, 's-Gravenhage, 1982].
	Juli: verschijning van Arij Prins, De heilige tocht, bezorgd door P.C. Boutens en opgedragen ‘Aan Jacobus van Looy en Titia van Looy’.
	1 september: schrijft in het weekblad De Amsterdammer over ‘Het Futurisme’.
1913	September: De Nieuwe Gids opent met de vertaling van het derde bedrijf van Shakespeare's As you like it.
	Oktober: publiceert ook in het maandblad De Tijdspiegel een fragment uit deze vertaling. Betrekt aan de Kleine Houtweg nr. 103 te Haarlem het huis met atelier dat hij zelf liet bouwen [later het museum Huis van Looy].

15-XII-83

pwhp

Documentatiedienst: Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum - 's-Gravenhage

[p. 2369]

Biografische gegevens XV

1914	Januari: in De Nieuwe Gids verschijnt de Inleiding tot De Wonderlijke Avonturen van Zebedeus, Nieuwe Bijlagen, gevolgd door ‘Voor het theater van Dorinde’.
	Februari: De Nieuwe Gids opent met ‘De ar. Een berijmd verhaal’.
	Maart: De Nieuwe Gids opent met ‘Het verhaal’.
	April: publiceert in De Nieuwe Gids het gedicht ‘Lentelied’.
	Mei: in De Nieuwe Gids verschijnt ‘De uitvaart’.
	Juli: publiceert in De Nieuwe Gids het elf strofen tellend gedicht ‘Op een pauwoog-vlinder’.
	Augustus: begint met ‘Het verhevene’ (Nieuwe Bijlagen, vii) de publicatie van Jaapje.
	November: vervolgt met ‘De vertaling’ (Nieuwe Bijlagen, viii) De Wonderlijke Avonturen van Zebedeus.
1915	Januari: De Nieuwe Gids opent met ‘De sprinkhaan’ (Nieuwe Bijlagen, ix), voorzien van de aantekening: ‘De opstellen waarin van Jaapje wordt verhaald, zullen, naar ik hoop, eenmaal afzonderlijk verzameld worden.’ [Die opstellen worden vervolgd in februari en maart].
	April: in De Nieuwe Gids verschijnt, als Nieuwe Bijlage, xii, wederom een Inleiding tot het vervolg van De Wonderlijke Avonturen van Zebedeus, besloten met de vertaling van een gedicht van Alphonse de Lamartine, ‘Geschreven na een bezoek aan Tasso's gevangenis’.
	Mei: vervolgt met ‘De nieuwe regentes’ het boek dat in de toekomst Jaapje zal heten. Tot en met november zullen in De Nieuwe Gids vervolgen verschijnen.
	December: vervolgt in De Nieuwe Gids met ‘Philippus’ (Nieuwe Bijlagen, xxi) De Wonderlijke Avonturen van Zebedeus.
1916	Januari-juni: vervolgt in De Nieuwe Gids maandelijks Jaapje.
	Juli: publiceert in De Nieuwe Gids het tien strofen tellend gedicht ‘Papaver-bed’.
	Augustus-december: vervolgt in De Nieuwe Gids maandelijks De Wonderlijke Avonturen van Zebedeus met de Nieuwe Bijlagen ‘Een droom’, ‘Woorden’, ‘Wolken (fragment)’, ‘Halve tonen’, ‘De eed’ en ‘De muzikant’.

15-XII-83

pwhp

Documentatiedienst: Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum - 's-Gravenhage

[p. 2370]

Biografische gegevens XVI

1917	Januari: publiceert in De Gids ‘De dood van den wolf, naar Alfred de Vigny’ en vervolgt Jaapje in De Nieuwe Gids.
	Februari: in De Nieuwe Gids verschijnt ‘Jaapjes einde’, voorzien van de aantekening: ‘Het is mijne bedoeling de hiermee sluitende reeks verhalen uit het kinderleven, onder den titel “Jaapje” als boek te doen verschijnen.’
	Maart: opent De Nieuwe Gids andermaal met een Inleiding (Nieuwe Bijlagen, xxxv) tot het vervolg van De Wonderlijke Avonturen van Zebedeus, onmiddellijk gevolgd door het lange gedicht ‘Het verhaal van den provinciaal’.
1918	Januari: in De Gids verschijnt de, ook voor Van Looy, belangwekkende bespreking van Jaapje, door Jan Veth.
	Januari-juli: vervolgt maandelijks in De Nieuwe Gids [behalve in maart] De Wonderlijke Avonturen van Zebedeus met de Nieuwe Bijlagen ‘Het balletje gehakt’, ‘In den stoel’, ‘De bagage’, ‘Mistig weêr’, ‘De gloeiende spijker (fragment)’ en ‘De blârenval’.
	September: W.L. Penning Jr. publiceert in De Beweging het gedicht ‘Aan Jac. van Looy’, gedagtekend 3 Aug. 1918.
	November: reageert hierop in De Beweging met het gedicht ‘Aan den dichter W.L. Penning die Jaapjes vertellen prees’, gedagtekend 12 Sept. 1918.
1919	Januari-augustus: maakt in De Nieuwe Gids, na een ‘Inleiding’, een begin met de publicatie van de Nieuwste Bijlagen bij De Wonderlijke Avonturen van Zebedeus, die maandelijks [behalve in mei] en ditmaal zonder titels worden vervolgd.
	Mei: haalt in De Nieuwe Gids herinneringen op ‘Bij de zestigste verjaring van Willem Kloos’, gedagtekend 12 April 1919 [postuum opgenomen in Een feestdroom, 's-Gravenhage, 1982]. December: vervolgt in De Nieuwe Gids de Nieuwste Bijlagen met ‘Brigitta’.

15-XII-83

pwhp

Documentatiedienst: Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum - 's-Gravenhage

[p. 2371]

Biografische gegevens XVII

1920	Januari-mei: vervolgt maandelijks in De Nieuwe Gids de Nieuwste Bijlagen met ‘Zomer’, ‘De ontmoeting’, ‘Gedachtenissen’, ‘Het verhaal van Manus’ en ‘Het avondje’.
	Oktober: vervolgt in De Nieuwe Gids de Nieuwste Bijlagen met ‘Dries’.
	December: publiceert in De Nieuwe Gids het gedicht ‘Zee’.
1921	Februari-mei: vervolgt maandelijks in De Nieuwe Gids de Nieuwste Bijlagen (‘Droomen’, ‘De nieuwe overjas’ en ‘Het groene parkietje’), gevolgd door de ‘Epiloog’, waarmee het derde en laatste deel van De Wonderlijke Avonturen van Zebedeus voltooid is.
	Juni: publiceert in De Nieuwe Gids ‘Kleine gedachtenissen’ [aan Alphons Diepenbrock], gedagtekend 7 Mei 1921 [postuum opgenomen in Een feestdroom, 's-Gravenhage, 1982].
1922	Januari: publiceert in Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift het gedicht ‘Bij een denkbeeldige roos’.
	30 maart: overlijden te Bussum van zijn uitgever en neef Simon Leonardus van Looy.
	Mei-december: publiceert in De Nieuwe Gids maandelijks een hoofdstuk uit Jaap.
1923	Januari-oktober: vervolgt in De Nieuwe Gids maandelijks Jaap. Onder het schrijven daarvan spelen de emoties hem sterk parten.
	Juni: publiceert in Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift de gedichten ‘Avondwolk’, ‘Na de bui’, ‘Tuin-liedje’, ‘Zwaard-lelies’ en ‘Nachtegaal’.
1925	Oktober: in De Nieuwe Gids verschijnt ‘De muur’.
1926	Januari: van nu af [tot en met augustus 1927] verschijnen in De Nieuwe Gids en in Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift de prozaschetsen die, samen met ‘De muur’, zullen worden opgenomen in Nieuw proza, 1929.
1927	September: maakt in De Nieuwe Gids een begin met de publicatie van Jakob.

15-XII-83

pwhp

Documentatiedienst: Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum - 's-Gravenhage

[p. 2372]

Biografische gegevens XVIII

1928	April en mei: vervolgt in De Nieuwe Gids Jakob.
	September en november: vervolgt in De Nieuwe Gids Jakob.
1929	Januari en februari: vervolgt in De Nieuwe Gids Jakob.
	Mei: staat aan De Nieuwe Gids ‘Een blaadje uit het album mijner vrouw’ af met de opdracht ‘Voor Willem Kloos den grooten dichter, den stichter van De Nieuwe Gids en onvermoeid moedigen strijder bij zijn 70ste verjaardag’.
	Juli-augustus: vervolgt in De Nieuwe Gids Jakob.
	21 september: opgenomen in het St. Elisabeth's of Groote Gasthuis te Haarlem voor een operatieve ingreep.
	Oktober: publiceert in De Nieuwe Gids een zeven strofen tellend gedicht ‘Voor de Nederlandsche dichteres Hélène Swarth, bij haar zeventigsten verjaardag met erkenning en hulde’, gedagtekend 1900.
1930	24 februari: overleden in het St. Elisabeth's of Groote Gasthuis te Haarlem.
	28 februari: begraven op de Algemeene Begraafplaats aan de Kleverlaan te Haarlem. Bij het graf spreekt Herman Robbers namens de vrienden, in tegenwoordigheid van de auteurs D.A.M. Binnendijk, H.J. Boeken, Emmanuel de Bom, Frans Coenen, Charles M. van Deventer, Lodewijk van Deyssel, Roel Houwink, Jeanne Kloos-Reyneke van Stuwe, Frans Mijnssen, P.H. van Moerkerken en Albert Verwey, en van de beeldende kunstenaars J. Bronner, R.N. Roland Holst, S.H. de Roos, E.R.D. Schaap, W.B. Tholen en Cornelis Veth.
	April: Willem Kloos opent De Nieuwe Gids met het sonnet ‘Stille nagedachtenis aan Jacobus van Looy’ [met de aanhef ‘Uw dieper Wezen, Vriend, was wijde Ziening.’], waarna Joannes Reddingius het sonnet ‘Erinnering aan Jac. van Looy’ bijdraagt.
	Oktober: De Nieuwe Gids publiceert ‘Brieven van Jac. van Looy aan Willem Kloos’. Titia van Looy-van Gelder verzet zich, met succes, tegen de voortzetting van deze brievenpublicatie.

15-XII-83

pwhp

Documentatiedienst: Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum - 's-Gravenhage

[p. 2373]

Afzonderlijk verschenen werken I

1889	Jac. van Looy. Proza. [Met een woord vooraf en geïllustreerd met reisschetsen door de schrijver]. S.L. van Looy, Amsterdam, 1889, [Woord vooraf gedateerd november 1889], 272 blz. + 4 bladen met reproducties van tekeningen, [oplage niet aangegeven /10], 14 × 20 cm.	N
1892	Alfred de Musset. De Meinacht. [La nuit de mai]. [Vertaald] door Jac. van Looy. S.L. van Looy, Amsterdam, 1892, 16 blz., 11.5 × 17.5 cm.	G
	Jac. van Looy. Gekken. S.L. van Looy, H. Gerlings, Amsterdam, 1892, 212 blz., [oplage niet aangegeven /10], 13.5 × 20 cm.	P
1894	Jac. van Looy. Proza. Tweede druk. S.L. van Looy, H. Gerlings, Amsterdam, 1894, 272 blz., [oplage niet aangegeven /10], 15 × 21.5 cm.	N
1900	Shakespeare. Macbeth. Vertaald door Jac. van Looy. [Met een Decoratie-beschrijving door de vertaler]. S.L. van Looy, Amsterdam, 1900, 120 blz., 13.5 × 20 cm.	T
1903	Jac. van Looy. Feesten. S.L. van Looy, Amsterdam, 1903, 226 blz., [oplage niet aangegeven /10], 16 × 21 cm.	N
1904	Jac. van Looy. Proza. Derde vermeerderde druk. S.L. van Looy, Amsterdam, 1904, 284 blz., [oplage niet aangegeven /10], 15.5 × 21.5 cm.	NE
1906	Jac. van Looy. Ode aan Rembrandt. Tijdzang. L.J. Veen, Amsterdam, 1906, 40 blz., 17.5 × 17.5 cm.	G
1907	Shakespeare. Hamlet. Vertaling van Jac. van Looy. S.L. van Looy, Amsterdam, 1907, 174 blz., 14 × 17.5 cm.	T
1908	Uit het werk van Jac. van Looy. Bijeengebracht [en ingeleid] door G. Bolkestein. S.L. van Looy, Amsterdam, 1908, 192 blz., 14 × 20 cm.	NGT
1910	Jac. van Looy. De wonderlijke avonturen van Zebedeus. S.L. van Looy, Amsterdam, 1910, 352 blz., [oplage niet aangegeven /10], 15.5 × 21 cm.	P

1-VIII-55

aba

Documentatiedienst: Nederlands Letterkundig Museum

Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven

[p. 2374]

Afzonderlijk verschenen werken II

	Shakespeare. Romeo en Julia. Vertaling van Jac. van Looy. S.L. van Looy, Amsterdam, 1910, 140 blz., 14.5 × 17.5 cm.	T
1912	Alfred de Musset. De Meinacht. [Vertaald] door Jac. van Looy. Tweede druk. S.L. van Looy, Amsterdam, 1912, 16 blz., 14 × 17.5 cm.	G
	Shakespeare. Hamlet. Vertaling van Jac. van Looy. [Met een woordje vooraf en een bijvoegsel door de vertaler]. Tweede druk. S.L. van Looy, Amsterdam, 1912, 180 blz., 14 × 17 cm.	T
1913	Jac. van Looy. Reizen. [Met een voorwoord en acht tekeningen door de schrijver]. S.L. van Looy, Amsterdam, 1913, 248 blz., [oplage niet aangegeven /10], 16 × 21 cm.	P
1914	Jac. van Looy. Feesten. Tweede druk. S.L. van Looy, Amsterdam, 1914, 208 blz., [oplage niet aangegeven /25], 16 × 21 cm.	N
1915	Shakespeare. Naar het u lijkt. As you like it. Vertaling van Jac. van Looy. C.A.J. van Dishoeck, Bussum, 1915, 128 blz., [oplage niet aangegeven /10], 15 × 18 cm.	T
1916	Jac. van Looy. Gekken. Tweede druk. S.L. van Looy, Amsterdam, 1916, 192 blz., [oplage niet aangegeven /10], 15.5 × 21 cm.	P
	Jac. van Looy. Proza. Vierde druk. S.L. van Looy, Amsterdam, 1916, 288 blz., [oplage niet aangegeven /10], 15.5 × 21.5 cm.	NE
1917	Jac. van Looy. Jaapje. S.L. van Looy, Amsterdam, 1917, 264 blz., [oplage niet aangegeven /10], 16 × 21 cm.	P
1918	Jac. van Looy. Jaapje. Tweede druk. S.L. van Looy, Amsterdam, 1918, 248 blz., [oplage niet aangegeven /10], 16 × 20 cm.	P
	Jac. van Looy. Jaapje. Derde druk. S.L. van Looy, Amsterdam, 1918, 244 blz., [oplage niet aangegeven /10], 16 × 20 cm.	P
1919	Jac. van Looy. Nieuwjaarsdag. Geschreven 1903, voleindigd en herzien 1916. Vereeniging Joan Blaeu, [Den Haag], mei 1919, 116 blz., oplage 200, 19 × 25.5 cm.	P

1-VIII-55

aba

Documentatiedienst: Nederlands Letterkundig Museum

Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven

[p. 2375]

Afzonderlijk verschenen werken III

1920	Jac. van Looy. Feesten. Derde druk. S.L. van Looy, Amsterdam, 1920, 256 blz., [oplage niet aangegeven /10], 16 × 21 cm.	N
	Jac. van Looy. Jaapje. Vierde druk. S.L. van Looy, Amsterdam, 1920, 244 blz., [oplage niet aangegeven /10], 16 × 21 cm.	P
	Jac. van Looy. De ar. Een berijmd verhaal. Gedrukt voor Palladium. Hijman, Stenfert Kroese en van der Zande, Arnhem, 1920, 40 blz., oplage 300, 16.5 × 25.5 cm.	G
1922	Jac. van Looy. Proza. Vijfde druk. S.L. van Looy, Amsterdam, 1922, 296 blz., [oplage niet aangegeven/10], 16 × 21 cm.	NE
	Jac. van Looy. Jaapje. Vijfde druk. S.L. van Looy, Amsterdam, 1922, 220 blz., [oplage niet aangegeven /10], 16 × 21 cm.	P
	Shakespeare. Hamlet prins van Denemarken. Vertaald door Jac. van Looy. Geïllustreerd door Rie Cramer. Treurspelen van William Shakespeare. W. de Haan, Utrecht, [1922], 148 blz., 15 × 18 cm.	T
	Shakespeare. Macbeth. Vertaald door Jac. van Looy. [Met een Decoratie-beschrijving door de vertaler]. Geïllustreerd door Rie Cramer. Treurspelen van William Shakespeare. W. de Haan, Utrecht, [1922], 116 blz., 15 × 18 cm.	T
1923	Jac. van Looy. Jaap. S.L. van Looy, Amsterdam, 1923, 288 blz., [oplage niet aangegeven /25], 16 × 21 cm.	P
	Jac. van Looy. Jaap. Tweede druk. S.L. van Looy, Amsterdam, 1923, 288 blz., [oplage niet aangegeven /10], 16 × 21 cm.	P
	Jac. van Looy. Jaap. Derde druk. S.L. van Looy, Amsterdam, 1923, 288 blz., [oplage niet aangegeven /10], 16 × 21 cm.	P
	Shakespeare. Naar het u lijkt. Vertaald door Jac. van Looy. Geïllustreerd door Rie Cramer. Blijspelen van William Shakespeare. W. de Haan, Utrecht, [1923], 112 blz., 15 × 18 cm.	T
1924	Jac. van Looy. Jaapje. Zesde druk. S.L. van Looy, Amsterdam, 1924, 232 blz., [oplage niet aangegeven /10], 16 × 21 cm.	P

1-VIII-55

aba

Documentatiedienst: Nederlands Letterkundig Museum

Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven

[p. 2376]

Afzonderlijk verschenen werken IV

1925	Jac. van Looy. De wonderlijke avonturen van Zebedeus. Met houtsneden van J.B. Heukelom. [Tweede druk van uitgave-1910, eerste deel]. S.L. van Looy, Amsterdam, 1925, 308 blz., [oplage niet aangegeven /50], 16 × 21 cm.	P
	Jac. van Looy. De wonderlijke avonturen van Zebedeus. Nieuwe bijlagen. [Tweede deel]. Met houtsneden van J.B. Heukelom. S.L. van Looy, Amsterdam, 1925, 220 blz., [oplage niet aangegeven /50], 16 × 21 cm.	NGT
	Jac. van Looy. De wonderlijke avonturen van Zebedeus. Nieuwste bijlagen. [Derde deel]. Met houtsneden van J.B. Heukelom. S.L. van Looy, Amsterdam, 1925, 256 blz., [oplage niet aangegeven /50], 16 × 21 cm.	NGT
1926	Jac. van Looy. Jaapje. Zevende druk. S.L. van Looy, Amsterdam, 1926, 232 blz., 16 × 21 cm.	P
1928	Jac. van Looy. Reizen. Tweede druk. [Met een voorwoord en acht tekeningen van de schrijver]. A.W. Sijthoff's Uitgeversmij, Leiden, [1928], 250 blz., 16 × 21.5 cm.	P
1929	Jac. van Looy. Op reis. A.W. Sijthoff's Uitgeversmaatschappij, [Leiden], 1929, gedrukt in den zomer 1929, 64 blz., oplage 200/50, 17.5 × 24.5 cm.	N
	Jac. van Looy. Nieuw Proza. A.W. Sijthoff's Uitgeversmaatschappij N.V., [Leiden], 1929, 244 blz., 16 × 21 cm.	N
1930	Jac. van Looy. Jakob. A.W. Sijthoff's Uitgeversmij N.V., Leiden, [1930], 208 blz., [oplage niet aangegeven /25], 16 × 21 cm.	P
1931	Jac. van Looy. Jaapje. Achtste druk. A.W. Sijthoff's Uitgeversmij N.V., Leiden, 1931, 214 blz., 16 × 21 cm.	P
1932	Jac. van Looy. Gedichten. 1884-1925. [Met een voorbericht en samengesteld door Titia van Looy-Van Gelder]. [Met] een jeugdportret van den dichter, in 1891 geteekend door Willem Witsen, en een zelfportret van 1927. A.W. Sijthoff's Uitgeversmaatschappij N.V., Leiden, 1932, 136 blz., oplage 1540/40, 16 × 21 cm.	G

1-VIII 55

aba

Documentatiedienst: Nederlands Letterkundig Museum

Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven

[p. 2377]

Afzonderlijk verschenen werken V

1933	Jac. van Looy. Proza. Met inleiding en verklarende woordenlijst door C. de Baere en J. Verboven. Keurboeken voor middelbaar en normaalonderwijs, 11. De Nederlandsche Boekhandel, Antwerpen, 1933, 72 blz., 15.5 × 21.5 cm.	P
1937	Jac. van Looy. Jaapje. Negende druk. A.W. Sijthoff's Uitgeversmij N.V., Leiden, 1937, 240 blz., 11.5 × 19 cm.	P
	[Dezelfde uitgave verscheen ook als no. 1, 5e reeks, van De Feniks bij Het Kompas, Antwerpen, 1937].
1943	Jac. van Looy. Jaapje, Jaap, Jakob. Omslagteekening van J.A.W..von SteiN.A.W. Sijthoff's Uitgeversmaatschappij N.V., Leiden, 1943, 408 blz., 14.5 × 20 cm.	P
	[Tijdens de oorlog verscheen nog een elfde, clandestiene druk van Jaapje, die gelijk is aan de negende druk van 1937].
	Jac. van Looy. De pendule. Ontleend aan De wonderlijke avonturen van Zebedeus I Bijlage VI. Omslagteekening door T. Wiegman. [Vijf ponden pers, A.A. Balkema], Amsterdam, [juni] 1943, 8 blz., oplage 50, 11.5 × 20 cm.	G
1947	Jac. van Looy. Jaapje. [Twaalfde druk]. A.W. Sijthoff's Uitgeversmaatschappij N.V., Leiden, 1947, 132 blz., 14 × 19.5 cm.	P
1951	Jac. van Looy. Jaapje. [Dertiende druk]. Atlas reeks 25. H.J.W. Becht, N.V.A.W. Bruna en Zoon's Uitgevers-maatschappij, Van Holkema en Warendorf N.V., A.W. Sijthoff's Uitgeversmaatschappij N.V. en Ad. M.C. Stok, Zuid-Hollandsche Uitgevers-Maatschappij C.V., Amsterdam, Utrecht, Amsterdam, Leiden en 's-Gravenhage, [februari 1951], 208 blz., 12 × 18 cm.	P
1953	Jacobus van Looy. De weesjongen. Fragmenten uit Jaapje Jaap en Jakob. Uitgezocht en ingeleid door Godfried Bomans. Elseviers Weekblad, [Amsterdam], herfst 1953, 132 blz., oplage niet aangegeven /100, 12.5 × 20 cm.	P

1-VIII-55

aba

Documentatiedienst: Nederlands Letterkundig Museum

Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven

[p. 2378]

Overzicht der afzonderlijk verschenen werken I

1889	Proza.	Van Looy, Amsterdam.	N
1892	De Musset. De Meinacht. [vertaling]	Van Looy, Amsterdam.	G
	Gekken.	Van Looy en Gerlings, Amsterdam.	P
1900	Shakespeare. Macbeth. [vertaling]	Van Looy, Amsterdam.	T
1903	Feesten.	Van Looy, Amsterdam.	N
1906	Ode aan Rembrandt.	Veen, Amsterdam.	G
1907	Shakespeare. Hamlet, [vertaling]	Van Looy, Amsterdam.	T
1910	De wonderlijke avonturen van Zebedeus.	Van Looy, Amsterdam.	P
	Shakespeare. Romeo en Julia. [vertaling]	Van Looy, Amsterdam.	T
1913	Reizen.	Van Looy, Amsterdam.	P
1915	Shakespeare. Naar het u lijkt. [vertaling]	Van Dishoeck, Bussum.	T
1917	Jaapje.	Van Looy, Amsterdam.	P
1919	Nieuwjaarsdag.	Joan Blaeu, [Den Haag].	P
1920	De ar.	Hijman, Stenfert Kroese en Van der Zande, Arnhem.	G
1923	Jaap.	Van Looy, Amsterdam.	P
1925	De wonderlijke avonturen van Zebedeus. Nieuwe bijlagen. [tweede deel]	Van Looy, Amsterdam.	NGT
	De wonderlijke avonturen van Zebedeus. Nieuwste bijlagen. [derde deel]	Van Looy, Amsterdam.	NGT
1929	Op reis.	Sijthoff, [Leiden].	N
	Nieuw proza.	Sijthoff, [Leiden].	N
1930	Jakob.	Sijthoff, Leiden.	P
1932	Gedichten. 1884-1925	Sijthoff, Leiden.	G

1-I-56

Documentatiedienst: Nederlands Letterkundig Museum

Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven

[p. 2379]

Handschrift op ware grootte. [Slot van het hoofdstuk Het spel uit Jaapje, 1919].

15-IX-76

lm

Documentatiedienst: Nederlands Letterkundig Museum

Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven