Mededelingen van de Documentatiedienst

[p. 1502]

Gezelle 1830-1899

Guido Petrus Theodorus Josephus Gezelle

geb. 1 mei 1830 te Brugge, België

overl. 27 november 1899 te Brugge, België

vdw

Documentatiedienst: Nederlands Letterkundig Museum

Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven

[p. 1503]

Biografische gegevens I

1830	Geboren Rolleweg 85 [thans Gezelle-museum] te Brugge als oudste zoon van Pier-Jan Gezelle, bloem- en boomkweker, en Monica Devrieze, burgemeestersdochter uit Wingene.
	Loopt school bij meester Reynaert, Brans, De Valk.
1841	Op het college Ten Dunen te Brugge, deels met zijn broer Romaan.
1845	Op het klein seminarie te Roeselare als half-betalend leerling; verricht boodschappen en portierdiensten. Schrijft zijn eerste gedichten, waaronder De mandelbeke. Contact met Engelse seminaristen. Vriendschap met Adolf Verriest en Victor Huys.
1850	Bezoekt het groot seminarie te Brugge tot 1854. Houdt een dagboek. Ontluikende belangstelling voor de taalkunde.
1851	Catechist op de zondagsschool.
1852	8 december: tot subdiaken gewijd.
1853	17 december: tot diaken gewijd.
1854	Maart: aangesteld als leraar aan het klein seminarie te Roeselare, vooreerst als hulpsurveillant en leraar in talen en natuurkunde in de lagere klassen. 10 juni: tot priester gewijd door Mgr. Malou te Brugge. Eerste gelegenheidsverzen.
1856	Lid van het Leuvens studentengenootschap ‘Met tijd en vlijt’.
1857	Leraar in de poësis [oude en levende talen]. Bezielende lessen en diepe indruk op leerlingen, waaronder H. Verriest, E. van Oye, K. de Gheldere, E. van Hee.
1858	Verschijning van de eerste bundels: Kerkhofblommen en Vlaemsche Dichtoefeningen.
1860	Afgezet te Roeselare, onder meer wegens zijn uiterst persoonlijke leermethode. Leraar aan het Seminarium Anglo-Belgicum te Brugge [vorming Engelse zendelingen] in de filosofie; wordt er

I-V-55

vew

Documentatiedienst: Nederlands Letterkundig Museum

Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven

[p. 1504]

Biografische gegevens II

	onderrector. Vriendschap met J. Weale, W. Brangwyn, P. Alberdingk Thijm, Kardinaal Wiseman. Sticht met Dr. J.C. Algar een kostschool te Brugge: weinig succes.
1862	Reis naar Londen met E. van Oye; herhaalde bezoeken aan Engeland 1860-1865. Drukke journalistiek-politieke activiteit, vooral in de anti-liberale 't Jaer 30 en later 't Jaer 70.
1865	Stichting van Rond den Heerd, dat hij redigeert tot 1874. Strijd rondom het Westvlaams taalparticularisme. 11 october: onderpastoor [kapelaan] in de parochie St. Walburga te Brugge.
1872	Verstrikt in politieke intriges valt hij in ‘ongenade’. Innerlijke tweespalt en zwijgzaamheid als dichter. Vertrekt doodziek naar Kortrijk, waar hij tot onderpastoor benoemd is in de O.L. Vrouwkerk. Opgenomen in de kring der Verriesten, langzaam herstel.
1874	Hernieuwd dichterschap.
1881	Redigeert het folkloristische periodiek Loquela.
1882	Kennismaking en vriendschap met de Fries Johan Winkler.
1886	Benoemd tot lid van de pas opgerichte Koninklijke Vlaamse Academie voor taal- en letterkunde. Huldiging door het Davidsfonds te Kortrijk. Reis naar Frans-Vlaanderen.
1887	Eredoctor van de universiteit te Leuven.
1889	Bestuurder van de [Franse] zusters van het Kind Jezus te Kortrijk tot 1893.
1893-1899	Rustend priester, rijpe dichtoogst, druk taalkundig werk, vertalingen.
1899	Bestuurder van het Engels Klooster [Engelse zusters kanunnikessen] te Brugge. Wordt kanunnik. Reis naar Engeland met Mgr. Waffelaert, bisschop van Brugge. Korte ziekte en overlijden; begraven op het kerkhof Steenbrugge.

I-V-55

vew

Documentatiedienst: Nederlands Letterkundig Museum

Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven

[p. 1505]

Handschrift op ware grootte. [Eerste strofe van De avondtrompe uit Rijmsnoer, 1897].

15-XII-65

amvc

Documentatiedienst: Nederlands Letterkundig Museum

Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven