De mars-drager, of nieuwe tover-lantaren
(1754)–Anoniem Mars-drager, of nieuwe tover-lantaren, De– AuteursrechtvrijWaar in vertoond word de nieuwste en aangenaamste gezangen, die hedendaags gezongen worden
Voys: Rijst op mijn Vrindinne.
NOu moet ik gaan dwalen:
Langs Berg en Dalen,
Om te agterhalen:
Mijn schoon Herderin,
Zy drijft haar Schaapjes zo te Velde in,
Waar zal ik ze vinden?
Mijn Welbeminden;
Mijn schoon Herderin.
Ik wil mijn verkloeken;
Ik zal ze gaan zoeken,
In alle de hoeken;
Of ik ze vinden kan:
Zy is 'er de geen daar mijn Ionk-hert na vraagt,
Moet ik haar derven;
Ik wou liever sterven,
Voor zo een Maagt.
| |
[pagina 49]
| |
Zeer blydelijk van zinnen;
Was dees Herderinne,
Zo te Velde inne;
Al met haar Schaapjes zoet,
Zy zong een Liedje en was wel gemoed,
Ik kwam haar tegen,
Ik heb 'er te degen,
Vriendelijk gegroet.
Aan de Water-stroomen,
Ben ik by haar gekomen,
Onder al de Boomen,
Lief zet u wat neer,
Ik zey schoon-kind 't is voor de laatste keer,
Dat ik u mag spreeken,
Ia mijn Hert moet breken,
Schenkt 'er mijn u Eer.
Wel herder geprezen,
Wild zo wreed niet wezen,
'k Zal toonen mits dezen,
Hier standvastigheyd,
Mijn eerbaar Hert dat is voor u altijd,
Komt laat ons verbinden,
Mijn Wel-beminden,
Tot de dood ons scheyd.
|
|