Maatstaf. Jaargang 35

[p. 51]

Koos Geerds
Album

Zwijgen is zilver, kijken goud. Weet je nog
van vroeger? Het alleroudste bolwerk tegen
de wroeging staat aan de overzij, naar de natuur
op steen. Drie mannen met een hoed. Eén wijst,
één schetst of schrijft, één schertst erbij.
Oorspronkelijk donjon beschermt de binnentuin.
Litho van de weledelbedreven heer Meijer,
zonder voorkennis van wat onverbiddelijk volgt.
Zie ze met harde handen en koevoeten
de houten brug vervangen. In de uiterwaarden
grazen schimmel, veulen en vee naast schepen,
rimpelend wasgoed aan de lijn. De Cintha
is daar bij; die toont hoe nauwgezet men turf
heeft afgestoken in 't Drentse achterland.
Op een teken des dienders zullen de wagens
met melk mogen oversteken. Geduldig spitsuur.
De Belt: tjalken met duigen en grint.
Hoe nederig het brugplein was. Persil-blijft-
Persil heeft J. Cambier Sr. met lichte tic
naast 7-up en coca cola vastgelegd. Koopt
snel voor de vernietiging alhier uw mild
cigarets, beleefd aanbevelend de kleine bazar.
Jongetjes in korte broeken, met opoes gebreide
kniekousen gecompromitteerd, omdat de r is
in de maand, huichelen onverschilligheid.
De werk- en ambachtsliên zijn overal present
tot aan kapper Aberson, die ooit de Vergulde
Hand op dit zijn witte pand te leggen wist.
Kijk, Oranjefeest. Zes bruidsvriendinnen
op een kar: ‘Wat de lente biedt’. De pastoor
van de H. Cyriacuskerk lacht zeer onbespied.
De Javaanse prenten van De Horte, Vechterweerd,
Leemcule, Den Bergh: tempo doeloe in blauw,
bruin, grijs, verzonken in sierpotten met groen.

[p. 52]

 

Locomotief gezien vanaf de lijn, onder stoom:

 

Johan en tante Lucia doen Marie de groeten

 

vanuit de Ruitenborgh, zestien Juny 1902.

 

Een Hoonhorst dat niet meet bestaat - Uit

 

Spanning Schuurman met IJsco's en Kahrelthee.

 

Een ouwe trouwe Dodge staat in de Molenstraat.

 

Vier stuks etalagepoppen zijn opgezet achter

 

de haag, van wie één met schoolmeestersblik.

 

Kever en Opel staan gemoedelijk op wacht

 

bij de vervallen synagoge en Van Gend & Loos;

 

toen het portier nog van 't slot en wijd open kon.

 

Gratis wassen, drie halen twee betalen lalt

 

een leeggebraakt pand. Oprechte Dalfser Moppen.

 

Armeluishuisjes leunen wat tegen elkaar.

 

De gruttemolen gerestaureerd, maar zonder paard.

 

De Vier Gezichten zijn zo te zien afgebroken -

 

redt nu het postkantoor aan de Bloemendalstraat.

 

Onfatsoenlijke bonk van een dominocraat zegeviert

 

de hervormde pastorie, die niet het lot ondergaat

 

van de kastanjes. Zij namen het licht weg

 

van het plein. Verdachte smoes van marktkooplui

 

die in De Ruiter op de goede afloop drinken.

 

Buiten keurt men een paard met klopjes op de schoft

 

en statig gedraaf. Aan het begin van dezelfde straat

 

verdwijnt een meisje schuin op de fiets

 

met Anne Frank profiel. Wie weet wacht halverwege

 

de warme bakker haar met zoete krakelingen op,

 

onwetend nog van het abuis van het eenrichtingverkeer.

 

Oma en oma keuvelend op de stoep. Geen hondepoep.

 

Een handelsman met koffer marcherend, onderweg.

 

Wat was men toen bereid te worden opgenomen

 

op de kiek. Dag, goede mensen, ziet ge ons niet?

 

Het boerenland en passant. Weidebewoners in lucht.

 

Onbezweken boerderij met schuur gegroepeerd

 

aan de Blauwedijk. In zoiets woonde Gerrit Achterberg

 

met man en muis. Hooibergen staan om het huis.

 

Het uitstapje is voorbij; de brandweer staat zeer

 

opgewekt te spuiten op restanten van het pand.

 

Hofnar grijnst krom. Houten lantarenpalen,

 

dat fikt lekker. 'T Dorp Dalfsen soo als 't Sich

 

vertoonde nae de brand. De latere rampen. Let op

 

de toren afgestompt. De grote overstroming

 

die hier Wilhelmina in berebont bracht.

[p. 53]

 

Geniesoldaten waden tot de liezen. Een kat zit

 

hoog te kniezen. Leegte in vogelvlucht. Laatste

 

sneeuwwalletje in sloot aan de Ankummer Es.

 

Schoolklassen en jongelingsverenigingen met dominee;

 

liggend, staand. De Grote Kerk met trotse kont,

 

nog zwaar in het geboomt. Agfa. Goldstar. Germaan,

 

daar heb je wat aan. Garage J. Pals. Ome Ko,

 

die op een bouwvakker met hoedje lijkt. Opschrift

 

in fin-de-siècle-letters onder een pui. tv-

 

antennes op jaren-50 daken. Een zon gevangen

 

achter blad, schaduw die niet meer kruipt

 

als tekening van oude pannen. Veilig over

 

op olie, lokt een bord. Kind dat verlegen

 

in eerste nylons staat. Twee mooie meiden

 

Janny en Fenny, die 't naadje van de kous wel kennen,

 

kijken u wervend aan bij 't Hertje in rococostijl.

 

Goutbeek Bloemensalon tegenover de huisartsenpraktijk:

 

hoe minder versierd, hoe aanvaardbaarder tijd.

 

Niets wordt oud van lelijkheid. Dorpsstraat

 

op gebroken glas met vlekjes van tederheid.

 

Virtuositeit: beweging van de hand die snel

 

beklijft. Het leven blijft, de levenden verdwijnen.

 

Droefheid in ballingschap. Lees maar de courant.

 

Gezicht op de rivier die verder stijgt.

 

Schrijver, lezer, groet. Hartstocht wordt stof

 

in groene rand. De allerlaatste kaart.