| |
| |
| |
wim gijsen
het midden-oosten: vrede of armageddon?
Toen in 1948, aanvankelijk na veel strubbelingen maar ten slotte met de hulp van de grote mogendheden, de staat Israël werd gesticht, leek de wereld op het eerste gezicht een probleem minder te hebben. Het was voor de joden de vervulling van een oude droom, waaraan zij met nooit eerder geziene vasthoudendheid hebben geloofd.
Want wat wij sinds Theodor Herzl het zionisme noemen, is ouder dan Herzl. Al onder de ottomaanse heerschappij kreeg Josef Nassi, een tot het jodendom teruggekeerde marraan, van éen der sultans toestemming een joodse staat te stichten bij Tiberias. Heel die 2000 jaar van de verstrooiing zijn er momenten geweest waarop joden, vervuld van een onuitroeibaar geloof, zich opnieuw in Palestina vestigden. Dat gebeurde bij voorbeeld toen Sabbetai Tsvi in Smyrna tot de messias werd uitgeroepen (1665) en honderd jaar later nog eens, toen een nieuwe valse messias, Jacob Frank, van zich deed horen. De trek herhaalt zich in 1840 toen sir Mozes Montefiore aan lord Palmerston een plan voorlegde om alle joden opnieuw in Palestina onder te brengen. Na die datum begint langzamerhand de aarzelende aanloop naar de nu definitieve terugkeer. In 1870 stichting van de eerste joodse landbouwschool bij Jaffa (Theodor Herzl is dan 10 jaar oud); 1881 de vestiging van een aantal minieme joodse gemeenschappen; 1883 de stichting van de eerste joodse dorpen, Risjone le Tsion en Zisjrone Jaäcov; 1894 de zaak Dreyfus; 1896 Theodor Herzl publiceert
| |
| |
‘De Joodse Staat’; 1897 het eerste zionistische kongres; 1901 stichting van Het Joods Nationaal Fonds; 1903 Engeland biedt de joden Oeganda aan; 1904 Herzl sterft; 1906 eerste kolonisaties in Judea en het dal van de Jordaan; 1909 Tel Aviv gesticht door 16 joden.
De nieuwere geschiedenis is beter bekend en eigenlijk is alleen al die ene, jaarlijks terugkerende regel die gebed en zegen tegelijk is ‘Volgend jaar in Jeruzalem’, voldoende. Wie dat wil, kan het hierbij laten. Die mag zeggen dat de joodse staat in de eerste plaats is ontstaan doordat de joden als enigen in de ons bekende historie kans hebben gezien een 2000 jaar oud heimwee te kultiveren en uiteindelijk te realiseren. Maar dat vraagt een mate van uitverkorenheid die, als er geen andere reden zou zijn, verdacht veel zou lijken op een optimale bevoorrechting van Hem, die bij uitstek onpartijdig heet te zijn. Maar er is wel degelijk een andere faktor waarover men in het Westen, tenminste in deze zin, bij voorkeur niet spreekt. Die faktor ligt besloten in de jaartallen die ik hierboven heb weggelaten en die nu volgen: 629 verbanning van de joden uit Frankrijk; 694 alle joden in de Provence tot slaven gemaakt; 1096 eerste afslachtingen van joden in Europa; 1113 eerste progrom in Kiev; 1144 eerste beschuldiging van rituele moord; 1148 afslachting van joden in Spanje; 1182 2e verbanning van de joden uit Frankrijk; 1189 jodenmoord in Engeland; 1254 3e verbanning van de joden uit Frankrijk; 1290 verdrijving van de joden uit Engeland; 1330 jodenmoorden in Duitsland; 1348 de zwarte pest lokt jodenmoord uit; 1391 moorden en gedwongen doop in Spanje; 1394 4e verbanning van de joden uit Frankrijk; 1421 Wenen gezuiverd van joden; 1492 Spanje gezuiverd van joden; 1495 Litauen, idem; 1498 Portugal idem; 1516 eerste ghetto in Venetië; 1553 de paus verbrandt de
| |
| |
Talmoed; 1563 progroms in Oekraine, Duitsland, Polen en Oostenrijk; 1670 hernieuwde zuivering van Wenen; 1740 verbanning der joden uit Praag...
Het is waar dat de joden blijkbaar een heimwee bezitten naar Palestina, een heimwee dat gevoed wordt door religieuze achtergronden. Maar wat zou er van dat heimwee, dat nu als de rechtvaardiging van de staat Israël wordt beschouwd, zijn overgebleven wanneer dit tweede rijtje jaartallen, dat niet meer is dan een willekeurige minimale bloemlezing, had ontbroken? Gesteld dat de joden te midden van ons zo thuis hadden kunnen zijn al die eeuwen, als wij thans zonder blikken of blozen van de arabieren eisen, zou er dan ook nog van zoiets als zionisme sprake zijn geweest? Dat is op zijn minst twijfelachtig. Voor een belangrijk deel van de nu in Israël aanwezige Israëli's wordt de waarde van hun vestiging daar niet in de eerste plaats bepaald door de religie, zelfs niet door de emoties van nationalisme en gehechtheid aan de grond die aan de kuituur-historische achtergrond kan worden ontleend, maar in de eerste plaats door het feit dat na de 2e wereldoorlog het Westen voor hen voorgoed onbewoonbaar was geworden. Het is die schuld onzerzijds, die tegelijk een groot deel van het vandaag aan de dag tredende filosemitisme verklaart, waarover ik nauwelijks heb horen spreken, en toch is het die schuld zonder welke er nu geen krisis in het Midden-Oosten zou zijn. Het is onze beschaving geweest die de joden naar Palestina heeft gedreven, zoals de arabieren thans dreigen hen in zee te zullen drijven.
Zo bezien kwam het ons wel goed uit, want wij deden wel net alsof onze beschaving de joden langzamerhand had geaksepteerd, maar de rondborstigheid waarmee een land als het onze zich altijd op de borst heeft geslagen voor
| |
| |
zijn verdraagzaamheid ten opzichte van de joden bewijst wel hoe het elders gesteld was.
Zo kwamen wij er door de stichting van Israël op een koopje vanaf; wij konden onze handen wassen in de onschuld van de arabieren (die ten slotte aan de progroms en de gaskamers part noch deel hebben gehad) en zelfs nog de gevoelige rol spelen van de naties die de joden hun vaderland hadden hergeven. Wie dat bedenkt, moet wel griezelen van een man als Sandberg in Het Parool die handen en voeten te kort komt om de ongetwijfeld dubieuze rol van Rusland en de arabische nationalisten uit de doeken te doen, maar die gemakshalve maar vergeet dat het de arabieren zijn die onze rekening betalen.
Als de hele wereld opeens uit welwillende mensen bestond, zouden we van de arabieren mogen verwachten dat zij in de immense en bijna onbewoonde uitgestrektheid waarover zij beschikken, en rekening houdend met alles wat de joden is aangedaan, een plaats voor de joden hadden ingeruimd. Dat had werkelijk niet alleen verlies betekend, want een deel van de joden bracht een brok civilisatie en wetenschap mee waarvan alle arabieren hadden kunnen profiteren. Maar de wereld bestaat niet uit welwillende mensen en het is op zijn zachtst gezegd unfair om van de arabieren te eisen wat wijzelf niet konden opbrengen. Sterker nog: wij hoefden de joden alleen maar te laten leven tussen ons, individuen van een semietisch ras met het joodse geloof, verdeeld onder miljoenen anderen; van de arabieren eisten wij, niet dat ze individuele joden zouden dulden (want dat deden ze allang), maar dat ze genoegen zouden nemen met een joodse staat. Hoe ongemakkelijk dat ligt, zien we misschien het best wanneer we de zaak eens omdraaien.
Gesteld dat wij in Europa (die wèl een schuld hebben
| |
| |
tegenover de joden) ergens plaats hadden moeten maken voor een joodse staat? In Duitsland, of in Brabant, Frankrijk of Engeland? Is er iemand die mij wijs wil maken dat dat vreedzamer zou zijn verlopen dan nu in het Midden-Oosten?
Ik behoef, hoewel ik van plan ben nog een aantal kritische opmerkingen te maken ten aanzien van de Israëli's, niet te verhelen dat ook mijn sympathie ondanks alle twijfel in de eerste plaats uitgaat naar Israël. Het gevoel van schuld dat wij allemaal hebben, speelt daar een rol in, maar toch zeker ook gewoon bewondering voor wat de joden in Israël tot stand hebben gebracht. Dat hadden zij zonder financiële hulp van buitenaf nooit klaargespeeld, maar het blijft een feit dat zij met een onweerstaanbaar élan hun deel van Palestina een ander aanzicht hebben gegeven en dat grote delen van de bevolking, en dan denk ik in de eerste plaats aan de kibboetsziem, een idealisme aan de dag leggen dat men bij zulk een getrapt en geslagen volk niet meer zou hebben verwacht. Het is waar dat het zogenaamde ‘vluchtelingenprobleem’ allang geen probleem meer had hoeven zijn, indien de overige arabische landen deze vluchtelingen in hun midden hadden opgenomen, en dat deze kampen uitsluitend overeind worden gehouden om de haat tegen Israël levend te houden; het is waar dat de joden de palestijnse arabieren niet zelf hebben verjaagd, maar dat zij zelf zijn gevlucht; het is waar dat de haat die Nasser en de zijnen bezielt nu in geen enkele verhouding meer staat tot het aan de arabieren begane onrecht en dat motieven van grootheidswaanzin en de dromen van een soort arabisch werelddeel ook een rol spelen; het is waar dat de agressiviteit van de arabische landen Israël dwong tot een bliksemoorlog. Maar ook de arabieren hebben een deel van het gelijk. Voor de arabieren waren de joden niet in
| |
| |
de eerste plaats semieten, maar vertegenwoordigers van het Westen, gesteund en onderhouden door het Westen, ekonomisch verbonden met het Westen. Het kon niet anders of de arabieren moeten hebben gedacht aan een nieuwe truc om het imperialisme in het arabische deel van de wereld te handhaven. En als de joden, met hoeveel redenen ook, aanspraak kunnen maken op Palestina op grond van een 2000 jaar oud heimwee, dan mogen de arabische vluchtelingen dat zeker op grond van een heimwee dat nog maar 20 jaar oud is. Het is opvallend dat een van de gematigdste arabieren, de vertegenwoordiger van Jordanië, met nadruk heeft gesteld dat hij en de andere arabieren geen last hebben van antisemietisme in ónze zin van het woord, dat zij bereid zouden zijn de joden in Palestina te aksepteren als die zouden wonen te midden van de arabieren, maar dat de vestiging van een joodse staat voor hen onoverkomelijk is. Het is goed om dat laatste wat verder uit te diepen.
Wij zijn gewend de joden te zien als een ras of een volk.
We vergeten dat roodhuiden, negers en aziaten evengoed joden kunnen zijn; en die zijn het soms ook. Voor de arabieren, en terecht, betekent jood-zijn niet meer dan aanhanger te zijn van de joodse godsdienst. Het is dit aspekt dat Israël voor de arabieren onverteerbaar maakt: de vestiging van een staat in hun midden, die gebaseerd is op een religie. Nu er in de wereld steeds meer het streven groeit dat alle mensen van elke soort en elke godsdienst waar dan ook ter wereld vrijelijk naast elkaar kunnen leven, is de uitsluitende basering van een land op een godsdienst ook op zijn minst konservatief te noemen, en één van de arabische woordvoerders sprak zelfs in de trant van ‘een vrijwillig ghetto’, dat in de middeleeuwen thuishoorde, niet in de 20e eeuw. Men kan mij tegenwerpen dat de joden de arabieren in hun land toch
| |
| |
fatsoenlijk behandelen, dat zij stemrecht hebben en hun eigen vertegenwoordigers in de Knesseth en dat een goed deel van de onmiskenbare diskriminatie alleen voortkomt uit het gebrek aan scholing van de meeste arabieren, waardoor zij, net als de negers elders, in de slechtste baantjes en de slechtste huizen vallen. Dat is zeker waar.
Maar wie er rekening mee houdt dat het enige verschil tussen joden en arabieren in hun godsdienst is gelegen (ze zijn wel van verschillende semietische stammen, maar dat verschil is niet groter dan dat tussen Friezen en Groningers), moet die aparte vertegenwoordiging in de Knesseth toch wel vreemd vinden. Waren ze werkelijk volkomen gelijk, dan zouden joden en arabieren eenvoudig beiden Israëli's zijn, met toevallig een ander geloof, zonder de noodzaak van aparte vertegenwoordiging in de regeringslichamen. Ook de houding van arabieren èn joden in die beruchte week is onthullend genoeg. De kranten wisten te berichten dat de 200.000 arabieren in Israël geholpen hadden door zich zo rustig mogelijk te houden. Waarvoor zou dat moeten als die arabieren werkelijk Israëli's waren als de anderen? Op de t.v. vertelden joodse verpleegsters dat het natuurlijk wel enige moeite kostte om de arabieren in Israël met dezelfde ogen te blijven bezien, en dat was nog maar zacht uitgedrukt. Hoezeer de arabische Israëli's gewantrouwd en als ‘fremdkörper’ beschouwd worden, bewijst het feit dat geen van hen dienst mocht doen in de strijdkrachten. Ook een zo onschuldig lijkend iets als het feit dat in Israël alleen kerkelijke huwelijken worden erkend en dat huwelijken tussen mensen van een ander geloof niet zijn toegestaan, wijst er al op dat de joodse Israëli's, meer dan zij willen toegeven, het joodse karakter van de staat willen bewaren. Wie toch, het zij christen of arabier, een huwelijk wil aangaan met een joodse vrouw
| |
| |
of man, moet het huwelijk sluiten op Cyprus en kan pas dan naar Israël terugkeren in de erkende gehuwde staat.
De Israëli's zijn er, ondanks beweringen van het tegendeel, niet rouwig om geweest dat zoveel arabieren uit hun deel de benen namen en ook nu al wordt die scheiding tussen joden en arabieren onnodig geaksentueerd doordat Mosje Dayan en Ben Goerion het oude plan uit 1959 weer voor de dag hebben gehaald waarbij dat deel van Jordanië ten westen van de Jordaan, nu dus in israëlisch bezit, een half-autonome arabische staat wordt, met een eigen regering en een arabische bevolking, die ekonomisch deel uitmaakt van Israël, waarin plaats zou zijn voor alle palestijnse vluchtelingen, maar die door het overige Israël naar buiten zou worden vertegenwoordigd. Dat is niet alleen politiek niet haalbaar, het is zelfs onfatsoenlijk. Er zijn naar schatting 1.2 miljoen vluchtelingen, er zijn 2.3 miljoen Israëli's. De betutteling van een zo grote minderheid door een zo kleine meerderheid is ronduit onaanvaardbaar. Daarbij zou Israël op deze manier Rusland in de kaart spelen, wiens rol in het Midden-Oosten (en datzelfde geldt in mindere mate voor Amerika) alleen maar geldig blijft indien de kontroverse tussen Israël en de arabische landen blijft bestaan. De stompzinnige om niet te zeggen nazistische rede die Kosygin zich op 19 juni in de VN tegen Israël veroorloofde, bewijst dat, want niemand maakt mij wijs dat Rusland de agressiviteit van Nasser niet door zou hebben. In idealistisch opzicht, dat is een merkwaardig trekje in de hele machtsverhouding, zou Rusland eigenlijk eerder de kant hebben moeten kiezen van Israël. Daar immers leven in de kibboets vormen van socialisme die het kommunisme zeer nabij komen, terwijl Nasser, ondanks alle rode hulp, de kommunistische partij in eigen land al sinds jaar en dag verboden heeft. Nassers
| |
| |
privé-socialisme is een wassen neus, waar de fellah's geen cent beter van zijn geworden. Dat die keuze anders is uitgevallen, kwam doordat Amerika voordien al uitdrukkelijk de kant van Israël had gekozen. Zo bleef er voor Rusland weinig meer te kiezen over.
Nu is de derde oorlog in 20 jaar achter de rug en op het moment dat ik dit schrijf, is Israël vastbesloten de veroverde gebieden, dwz. de Gazastrook, de Sinaï, Jordanië ten westen van de Jordaan en het jordaanse deel van Jeruzalem te behouden. Het is duidelijk dat dit voor de arabieren alleen maar een bewijs temeer kan zijn dat ze gelijk hadden toen ze Israël als een vijand gingen zien.
Zij stellen überhaupt dat de stichting van Israël niet zo'n noodzaak was als wij in het Westen hen wilden doen geloven. Er zijn immers maar 2.3 miljoen joden in Israël, maar ruim 20 miljoen over de hele wereld. Voor die resterende 18 miljoen was die noodzaak blijkbaar niet groot genoeg. Dat hapt een groot stuk af van de drang waarmee het bestaan van Israël wordt goedgepraat en het verklaart tevens waarom de arabieren geloven dat Israël naar gebiedsuitbreiding streeft. Mochten die overige joden ooit nog komen, dan is er voor die meerdere miljoenen in het huidige Israël eenvoudig geen plaats. Ikzelf geloof niet dat Israël daar inderdaad doelbewust naar toe werkt, maar dat het voor de arabieren zo wél moet lijken, neem ik graag aan. Het is, zo verward als de toestand nu is, en met een deel van het gelijk eerlijk verdeeld over beide partijen, nauwelijks mogelijk een aanvaardbare oplossing zelfs maar te suggereren, vooral omdat de bereidheid tot wederzijds vertrouwen rustig minimaal kan worden genoemd. Maar mogelijkheden zijn er toch wel. Het vluchtelingenprobleem zou moeten worden opgelost, in samenwerking met de VN, en wel op de door Israël voorgestelde wijze, dat wil zeggen in het westelijk deel
| |
| |
van Jordanië en wellicht rond El Arish en een strook langs de Rode Zee. Maar dan kunnen de gebieden nooit onder bestuur van Israël staan. Dat betekent dat Israël de veroverde gebieden alle weer zou moeten afstaan. Pas dan zou zij waar kunnen maken dat zij in vrede met de arabische buurlanden wil leven en geen bedreiging vormt in dat gebied. De arabieren van hun kant zouden, als de werkelijke aanstichters van deze oorlog, geen enkele aanspraak mogen maken op enigerlei vergoeding en zij zouden, onder druk van de VN en de grote mogendheden, de vrije doorvaart door het Suezkanaal en de Golf van Akaba moeten garanderen. Ook de ongehinderde toegang van de joden tot het jordaanse deel van Jeruzalem zou bij die voorwaarden inbegrepen moeten zijn. Jeruzalem is een heilige plaats voor drie grote godsdiensten; de toegang tot die stad moet voor iedereen mogelijk zijn. Wie niet akkoord gaat met een oplossing ongeveer in deze zin, kan slechts wachten tot de arabieren opnieuw voldoende bewapend zijn om een vierde poging te wagen. De uitslag daarvan is op den duur niet twijfelachtig. Door hun veel grotere aantal werkt de tijd ten gunste van de arabieren. Het Westen kan, en terecht, het verdwijnen van de staat Israël onmogelijk tolereren. Rusland kan zich zulk een konflikt niet veroorloven en de arabieren kunnen hun overschotten aan olie alleen maar in het Westen kwijt, Rusland heeft zelf genoeg. Daarom zou ditmaal niet alleen Israël, maar ook de VS, Rusland en de arabische landen moeten beschikken over een Salomo. Als de wereld deze wijsheid niet kan opbrengen, begint binnen 15 jaar de derde Wereldoorlog in het beloofde land. Dat is dan misschien wel erg bijbels, maar niet erg hoopvol.
|
|