Maatstaf. Jaargang 14(1966-1967)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 552] [p. 552] [Nummer 7] [pagina 553] [p. 553] neeltje maria min [Gedichten] een vrouw bezoeken 1 bij elke stap kraakt haar naam anders: anna-nanna-annanna; hij tast de treden driftig af. zijn voeten stampen hoe zij heet en hij bijt voluit in de trapleuning de eerste naam die hij haar gaf. de halfverlichte kamer geeft een beeld van wat een vrouw bezit die in herinneringen leeft. gerangschikt staan verlepte rozen, pijlen, puntjes, zegelringen, pionnen van gelijke grootte, ongewassen poppen, knipsels en portretten ingetogen om hun samenhang te blozen. het grote kind omarmt de vrouw die slaapt, bewaart haar warmte, doet afstand van haar dromen maar onthoudt ze. [pagina 554] [p. 554] een vrouw bezoeken 2 de deur is open als ik aan je denk, schrijft zij, en hij voelt in zijn bloed het heimwee trillen dat hij in haar brief vermoedt. hij moet haar zien. hij moet haar kussen. hij moet haar tussen bloemen leggen. hij moet haar alle woorden zeggen. hij moet haar onophoudelijk noemen. haar woning doet zich aan hem voor als een versteende schoot waarbinnen zijn leven nu pas gaat beginnen, de deur is open als ik aan je denk - hij fluistert het als hij naar binnen gaat, hij stamelt het als hij haar lichaam ziet, hij schreeuwt het uit als hij haar lichaam voelt. tussen alle stille dingen, die hem en de dode vrouw, die hij niet meer kent, omringen, staat hij op een stoel te zingen: lieve dode, levenloze, schitterend lijk, de deur was open. Vorige Volgende