Lutherse Bijbel (1648)
(2009)–Anoniem Lutherse bijbel (1648)– Auteursrechtelijk beschermdHeeft drie deelen: I. De kinderen Davids. II. Salomons kinderen ende nakomelingen, ende de Koningen van Iuda tot Zedekiam toe. III. De nakomelingen van Iechanja, ofte Iojachin. | |
I.1DIt zijn de kinderen Davids, Ga naar margenoot+ die hem te Hebron geboren zijn: d’ eerste Amnon, van Ahinoam de Iesreëlitische: de tweede Daniël, van Abigail de Carmelitische. | |
2De derde Absalom de soon Maëcha, der dochter Thalmai, des Konincx te Gesur. De vierde Adonia, de soon Hagith. | |
[Folio 173v]
| |
4Dese ses zijn hem geboren te Hebron; want hy regeerde aldaer seven jaren ende ses maenden: maer te Ierusalem regeerde hy drie-en-dertigh jaren. | |
5Ende dese zijn hem geboren te Ierusalem: Ga naar margenoot+ Simea, Sobab, Nathan, Salomo; die vier, van de dochter Sua, de dochter Ammiëls. | |
6Daer toe Iebehar, Elisama, Eliphaleth. | |
7Noga, Nepheg, Iapia. | |
8Elisama, Eljada, Eliphaleth; die negen. | |
9Dat zijn alle kinderen Davids, behalven wat der by-wijven kinderen waren; ende Thamar was hare suster. | |
II.10SAlomons soon was Rehabeam, Ga naar margenoot+ diens soon was Abia, diens soon was Assa, diens soon was Iosaphat. | |
15Maer Iosie sonen waren, Ga naar margenoot+ d’ eerste Iohanan, de tweede Iojakim, de derde Zidekia, de vierde Sallum. | |
18Malchiram, Phadaja, Senneazar, Iekamja, Hosama, Nedabja. | |
19De kinderen Phadaja waren Zerubabel ende Simeï: de kinderen Zerubabels waren Mesullam, ende Hananja; ende hare suster Selomith. | |
20Daer toe Hasuba, Ohel, Berechja, Hasadja, Iusab-hesed; die vijf. | |
21Maer de kinderen Hananja waren, Platja ende Iesaia; diens soon was Rephaja, diens soon was Arnan, diens soon was Obadja, diens soon was Sachanja. | |
22Maer de kinderen Sachanja waren, Semaja. De kinderen Semaja waren, Hatus, Iegeal, Bariah, Nearja, Saphat; die ses. | |
23Maer de kinderen Nearja waren, Eljoënai, Hiskia, Asrikam; die drie. | |
24Maer de kinderen Eljoënai waren, Hodaja, Eljasib, Plaja, Akub, Iohanan, Delaja, Anani; die seven. |
|