De Lustige Jager, zingende vele vrolijke liederen, voor alle lieve Meisjes
(1863)–Anoniem Lustige Jager, De– Auteursrechtvrij
[pagina 63]
| |
'k Zou zoo gaarne om een roompje,
Met u eens naar buiten gaan,
Rusten onder 't lindenboompje,
Als het maar eens dorst bestaan,
Margriet! maar ziet, Besje is kwaad,
Als men eensjes met uw praat,
Maar ziet, Besje is kwaad,
Als men maar eens bij je staat.
't Is uw Besje al vergeten,
Hoe zij in haar jonge tijd
Heele nachtjes heeft versleten,
Want zij werd zeer sterk gevreid.
Margriet Jan, Piet, en Kees Louwenszeun;
Vreiden haar met zwarte Teun,
Jan, Piet, en Kees Louwenszeun,
Hadden met haar zulk een deun.
Is 't niet jammer, aardig meisje,
Dat jou groentje zoo verdort?
Geef mij 't antwoord toch een reisje,
Acht het niet of Besje knort;
Margriet, 't verdriet; dat ik om je lij,
Is de meeste slavernij,
Het verdriet, dat ik om uw lij,
Wijt ik Besjes razernij.
Nu ik denk wij zullen wachten,
Besje wordt haast overoud,
En misschien na weinig nachten,
Wordt zij dood en stijf en koud;
Margriet! het gebied, van haar huis en hof,
Daar ben jij dan 't vrouwtje af,
Het gebied van haar huis en hof,
Is dan tot Margrietjes lof.
|
|