The Low Countries. Jaargang 16(2008)– [tijdschrift] The Low Countries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 241] [p. 241] Jan Eijkelboom (1926-2008) (city poet of Dordrecht) Engelenburgerkade The sun shone down on Engelenburgerkade. Clad in plus fours I rode there on my bike. A backlight tinged with autumn came over the Catrijnepoort and cast the shadow of half-open shutters onto the gable of an old warehouse. And suddenly within myself lay stacked a load of happiness that scarcely could be borne yet was so light I wished to cycle on through that gateway and across the water into the world and never to return, though my home's here if anywhere, as nowhere else would be my home. And briefly all the pain was gone of being young, of grappling hard with God, with Calvin's hold still on my throttled throat. That quiet sun, that instant in my head when life was luminous soon passed. Within the week all was interred, more dead than living, in a sonnet firmly cast. Engelenburgerkade De zon scheen op de Engelenburgerkade. Ik reed er in mijn pofbroek op de fiets. Een herfstig tegenlicht kwam over de Catrijnepoort en wierp de schaduw van halfopen luiken over de gevel van een oud pakhuis. En in mijzelf lag plotseling opgetast een vracht geluk zo bijna niet te tillen en toch zo licht, dat ik had willen doorgaan, die poort door en het water over, de wereld in en nooit terug, terwijl ik hier toch thuis behoorde zoals ik nergens thuis zou zijn. Wat niet meer telde was de pijn van jong te wezen, worstelend met God. de worggreep van Calvijn nog om de strot. Die stille zon, dat lichtende moment - het is maar eventjes gebleven. Binnen de week was alles bijgezet, meer dood dan levend, in een echt sonnet. All poems translated by John Irons Vorige Volgende