Van de redactie [1]
Terwijl deze inleiding geschreven wordt, dwaalt de dichter Admiel Kosman door de stad, door Rotterdam, om precies te zijn, waar hij optreedt voor Poetry International. Van deze intrigerende Joodse dichter: een drietal gedichten, in vertaling. Direct na de gedichten is een introductie tot Kosman opgenomen, van de hand van Willem Jan Otten: ‘Ik heb me niet vaak zó verheugd op een “nieuwe” dichter als op Admiel Kosman.’
In deze roerige tijden van bezuiniging, ontlezing en internet 2.0 is het, gewaardeerde lezer, mooi en goed, dat wij elkaar nog steeds treffen, op dit kwalitatief hoogwaardige papier en in dit met liefde ontworpen omslag. Om te benadrukken hoe bijzonder dat is, hebben we voorin dit nummer een korte maar gloedvolle toespraak van de voorzitter van Liter.
We starten een nieuwe interviewserie, Religies van het boek. Liesbeth Eugelink interviewt Marcel Möring over de rol van het jodendom in zijn oeuvre. Van Jan Sonneveld is er een verhaal, Elizabeth Kooman herlas een boek van Oek de Jong, Hokwerda's kind. Len Borgdorff ging naar Den Haag om Delft te zien.
De klassieke rubriek Klinker & Medeklinker is terug, met een gedicht van Catharina Blaauwendraad. In dit nummer zijn daarnaast nieuwe gedichten te vinden van onder anderen Mart van der Hiele en Maaike Engelen. Deze laatste dichter debuteert in Liter.
Benno Barnard leverde een nieuw gedichtenschrift aan, dit keer over zijn vriend Herman de Coninck, van dichtbij waargenomen en gekend. In Maatwerk vindt u, als spiegel van deze verhouding, een langere beschouwing over het dichtwerk van Barnard en de rol van De Coninck daarin.
Dan nog een aanvulling: in de vorige Liter schreef Anton Ent over zijn onlangs overleden vriend, Harmen Wind. In dat stuk werden de vele podia genoemd waar de verzen van Wind bewonderd konden worden. Daar ontbrak een verwijzing naar het optreden van Wind in het tijdschrift Bloknoot, de roemrijke Rotterdamse voorganger van Liter. Antiquarisch nog verkrijgbaar.
Goede zomer!
www.leesliter.nl