Hou van poëzie
Nieuw is het al lang niet meer, maar laatst toen ik niet slapen kon, herlas ik het boekje Hou van die hond van Sharon Creech. Ik werd er weer net zo blij van als bij eerste lezing. Dit kinderboek dat minstens zo mooi is voor volwassenen is nog leverbaar. Dus waarom zou ik niet van mijn blijheid getuigen?
Een boek om bij in slaap te vallen is het overigens, ter verduidelijking, zeker niet. Hou van die hond is het dichterlijke dagboek van Jack, een kleine jongen die begint met te zeggen dat gedichten schrijven hooguit iets voor meisjes is, maar zonder het te weten dan al bezig is poëzie te (leren) schrijven.
Zonder zijn juf Strechberry zou hij zover niet zijn gekomen. Zij is het die de schrijfsels van de wanhopige Jack uittypt en ophangt in de klas - zijn naam mag er voorlopig niet onder (‘[...] wat betekent anoniem? / Is dat goed?’). Zij is het die de kinderen gedichten van onder anderen William Carlos Williams, Robert Frost en Walter Dean Myers laat lezen. Zij is het die Jack aanmoedigt om laatstgenoemde dichter op school uit te nodigen.
Jack moet er, zoals gezegd, in eerste instantie niets van hebben. Na zijn eerste kennismaking met een heus gedicht van een heuse dichter merkt hij verwonderd en een beetje argwanend op: ‘dan kunnen een paar woorden / al een gedicht zijn. / Je hoeft alleen maar / korte / regels / te maken.’ En zo ontstaat er in dit poëziedagboek gaandeweg een wisselwerking tussen lezen en schrijven van poëzie. De gedichten waarvan Jack in eerste instantie weinig moet hebben - ‘nou ja zeg. [...] Ik denk dat meneer Robert Frost / een beetje / te /veel / tijd / over / heeft.’ -, zingen nog dezelfde maand mee in Jacks eigen poëzie.
Naast de Jack die dicht, is er in Hou van die hond de Jack die zijn doodgereden hond Sprint mist en daar liever niet over praat. Langzaam maar zeker wordt het een Jack die over zijn dode hond dicht en 'm zo springlevend maakt. De zwart-wit-gele illustraties van Rotraut Susanne Berner vertellen deze ontwikkeling: van een verlaten balletje en kussen naar een hond aan de achteronderkant, achterbovenkant, totdat uiteindelijk de hele Sprint tevoorschijn komt.
Wanneer Myers de school inderdaad bezoekt, een bijzonder vriendelijke meneer blijkt te zijn en bovendien kenbaar maakt dat hij zich vooral ‘gevleid / zou voelen / als iemand / wat van [zijn] woorden / zou gebruiken’, houdt Jack zich niet langer in. Hij stuurt de dichter zijn gedicht ‘Hou van die hond’, ‘geïnspireerd door Walter Dean Myers’. Leest u dat vooral zelf. En probeer te genieten van alle juffen Strechberry, Jackjongens en Sprint-honden die u ontmoet.
Sharon Creech, Hou van die hond. Illustraties van Rotraut Susanne Berner. Hoogland & Van Klaveren, Hoorn 2007, 90 blz., €14,50. Oorspronkelijke titel: Love that dog.
Elizabeth Kooman