| |
| |
| |
Vakliteratuur en meer
Wilma van der Pennen en Bea Ros
Nationale Voorleesdag: 10 jaar
De Nationale Voorleesdag bestaat dit jaar 10 jaar. Lezen, de nieuwsbrief van Stichting Lezen, wijdt een gehele aflevering aan dit heugelijke feit (Lezen, 2003, nr. 2). De Nationale Voorleesdag is in het leven geroepen om het grote publiek te doordringen van het belang van voorlezen. Via grote en kleine acties, gericht op steeds verschillende doelgroepen, wordt aandacht gevraagd voor voorlezen. In de aanloop naar De Nationale Voorleesdag zijn het de voorronden van de Voorleeswedstrijd die de meeste aandacht trekken. Een ander steeds terugkerend onderdeel van deze succesvolle leesbevorderingsactie is het Nationale Voorleesontbijt. In Lezen onder meer een interview met Marieke van Dormolen, bij Stichting Lezen verantwoordelijk voor de organisatie, een praktijkverslag van een school die al jaren meedoet aan de Voorleeswedstrijd en een overzicht van cijfers en feiten. Aardig is het overzicht van de populairste boeken van tien jaar voorleeswedstrijden, gebaseerd op de schoolrondes. In alfabetische volgorde: Achtste-groepers huilen niet (Jacques Vriens), Blauwe plekken (Anke de Vries): De Griezelbus (Paul van Loon); De GVR (Roald Dahl); Harry Potter & de steen der wijzen (J.K. Rowling); Hoe overleef ik de brugklas? (Francine Oomen); Kappen! (Carry Slee); Matilda (Roald Dahl); Meester Jaap (Jaques Vriens); Spijt! (Carry Slee).
Ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan riep Stichting Lezen een onderscheiding in het leven voor mensen die zich bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt op het gebied van voorlezen. Bibliotheken konden hun kandidaten aanmelden en intussen zijn, op 6 mei, de lintjes uitgereikt (zie voor de uitslag: www.denationalevoorleesdag.nl). Ook werd een jubileumboekje gemaakt, met bijdragen van Ewoud Sanders, journalist en taalkundige en historisch letterkundige Nop Maas. Daarin een overzicht van tien jaar Nationale Voorleesdag. Het boekje is toegestuurd aan alle scholen en bibliotheken die aan de Nationale Voorleesdag hebben meegedaan.
| |
| |
| |
Publicatiereeksen Stichting Lezen
Stichting Lezen verzorgt twee publicatiereeksen, onderzoekspublicaties ze zelfstandig uitgeeeft of in combinatie met Eburon. In 2002 verschenen in beide reeksen nieuwe uitgaven. In de Stichting Lezenreeks kwamen vier nieuwe delen uit: Tekstbegrip en tekstwaardering op het vmbo (Jentine Land, Ted Sanders, Leo Lentz en Huib van der Bergh); Tekst, begrip en waardering (Joke Bos-Aanen, Ted Sanders en Leo Lentz); Begrijpend lezen (Willy van Elsäcker) en De attractie van boek en computerspel (Saskia Tellegen, Lianne Alink en Pieter Welp).
In de Stichting Lezen/Eburon-reeks kwamen in 2002 eveneens vier publicaties uit. Leesbevordering door ouders, bibliotheken en school (Gerbert Kraaykamp); Informatiegebruik door lezers (Suzanne Kelderman en Susanne Janssen); Waarom is lezen plezierig? (Saskia Tellegen en Jolanda Frankhuisen m.m.v. Lilian van der Bolt en Pieter Welp) en Lezen en leesgedrag van adolescenten en jong volwassenen (red. Anne-Mariken Raukema, Dick Schram en Cedric Stalpers).
Een korte beschrijving van de inhoud en informatie over de bestelwijze is te vinden op www.lezen.nl, onder Publicaties. Daar zijn ook teksten (flaptekst en inhoudsopgave) te downloaden.
| |
Biografie Chris van Abkoude
Jan Maliepaard en René Zwaap, De vader van Pietje Bell. Leven en werk van Chris van Abkoude (1880-1960). Amsterdam, Mets & Schilt, 2003. 128 blz. ISBN 90 5330 344 8.
Begin februari verscheen een biografie van ‘de vader van Pietje Bell’. Beide biografen, Jan Maliepaard en René Zwaap, presenteren zich in hun inleiding als Pietje Bell-fans van het eerste uur. Ze constateerden dat de boeken van Chris van Abkoude weliswaar nog steeds veel gelezen worden, maar dat over de maker eigenlijk maar bitter weinig bekend is. Aan dat onrecht wilden zij een einde maken. Want een schrijver die in staat is ‘twee figuren [Kruimeltje en Pietje Bell, BR] te creëren die in de collectieve herinnering van generaties staan gebeiteld, is een genie’.
In hun speurtocht naar Van Abkoude hebben de biografen enkele nieuwe gegevens boven tafel weten te krijgen. Dankzij een contact met een (buitenechtelijke) zoon ontdekten ze dat de auteur in 1916 niet alleen naar de V.S. vertrok, maar met zijn minnares, de sopraan Betty Poulus. Zij krijgt twee kinderen van
| |
| |
hem, die uiteindelijk in het gezin Van Abkoude zullen opgroeien. Eveneens dankzij de zoon weten de biografen de details van Van Abkoudes leven in de V.S. in te kleuren.
Maliepaard en Zwaap hangen hun verhaal grotendeels op aan Pietje Bell. Niet alleen verwijzen ze er in hun titel naar, de belhamel Pietje Bell wordt metafoor voor het schrijverschap, zo niet het leven van Van Abkoude. ‘Ik kan niets met volwassenen en heb altijd een hekel gehad aan hun fantasieloze wereld’, zou Van Abkoude hebben gezegd. Ze schilderen de schrijver als een bohemien, een sociaal bewogen man (hij vroeg aandacht voor de straatschoffies in zijn woonplaats Rotterdam), die niets moest hebben van burgermansfatsoen en volwassen betweterij. Hij is kind met de kinderen gebleven en dat, aldus de beide biografen, verklaart het succes van zijn boeken. Voor hen is Van Abkoude de eerste echte kinderboekenschrijver. Een beetje kort door de bocht is dit allemaal wel. Het verhaal over Van Abkoudes leven hebben de Maliepaard en Zwaap voortreffelijk beschreven en uitgediept. Hun verhaal over het werk van Van Abkoude blijft daarentegen aan de oppervlakte.
| |
Tentoonstellingen Internationale Jugendbibliothek München
Niet direct naast de deur, maar een bezoek dubbel en dwars waard: de tentoonstellingen die de Internatinale Jugendbibliothek jaarlijks organiseert in de Jella-Lepman-Saal. Dit voorjaar was er een fraaie expositie rond ‘oer-konijn’ Peter Rabbitt, het eerste konijn in de internationale kinderliteratuur, dat kunstenaars over de hele wereld geïnspireerd heeft, van Dick Bruna tot Maurice Sendak.
Deze zomer is de zaal gereserveerd voor Rotraut Susanne Berner, de ook in Nederland gewaarde schrijfster-illustratrice (onder meer twee Zilveren Penselen, voor Het avontuur en De prinses komt om vier uur). De bezoeker wordt een blik in de keuken beloofd in de werkkamer van de kunstenares (27 juni - 3 augustus).
In de herfst is een tentoonstelling gepland over een bijzonder onderwerp: sprekende poppen in de jeugdliteratuur. Er komt een internationale verzameling van boeken en illustraties ‘mit dem Ziel, einen fröhlichen Rundgang durch die Welt der “Spielzeuggeschichten” zu ermöglichen.’ Er is werk te zien van onder meer Michael Ende, Binette Schröder, Hans Christian Andersen en Russell Hoban. (12 september - 2 november).
Wie naar Schloss Blutenberg afreist, kan het bezoek aan een van de tentoonstellingen combineren met een uitstapje naar de andere musea die in het middeleeuwse gebouw zijn ondergebracht: het Michael-Ende-Museum (met de nalatenschap van de wereldberoemde auteur), de James-Krüssturm (met originele
| |
| |
uitgaven van deze verhalenverteller) en de Erich-Kästner-Zimmer (waar zich zo'n 500 internationale uitgaven van de auteur bevinden, maar ook foto's, illustraties en Kästner-parafernalia).
Internationale Jugendbibliothek München. Schloss Blutenburg, D-81247 München, e-mail bib@ijb.de, www.ijb.de.
| |
Verfilmingen van kinder- en jeugdboeken
Een aantal jaren geleden publiceerde Cinekid de Cinekidklapper, een overzicht van goede films voor kinderen. Min of meer tot hun eigen verbazing ontdekten de samenstellers dat het overgrote deel van de door hen van een positief oordeel voorziene films gebaseerd was op bestaande kinderboeken. Jammer genoeg bleef het bij een eenmalig initiatief van Cinekid. Terwijl de stroom films over kinderboekenhelden alleen maar toe lijkt te nemen: Minoes, Kruimeltje, Harry Potter, Pietje Bell zijn al te zien (geweest) in de bioscoop; Polleke, Kees de jongen, de tweede Pietje Bell en de derde Harry Potter en De kleine Ijsbeer (naar de boeken van Hans de Beer) staan nog op stapel. De Friese Kameleon werd enthousiast ontvangen en onlangs ging ook de Nederlandse verfilming van de boeken over de tweeling Klinkhamer van Hotze de Roos in première. Hierbij dienen niet vergeten te worden de verfilming van de trilogie van Philip Pullman (Het gouden kompas) en Crusades in jeans naar Kruistocht in spijkerbroek van Thea Beckman, een van de modernste klassiekers uit de Nederlandse jeugdliteratuur. Hiervan is zelfs een website gemaakt, waarop de laatste ontwikkelingen zijn te volgen (www.kasanderfilm.nl/crusadeinjeans/).
Op www.leesplein.nl is een selectie te vinden van films die zijn gebaseerd op kinder- en jeugdboeken en die inmiddels op video en/of dvd zijn verschenen. Van video's van Nijntje en Muis voor de allerkleinsten, tot en met Falling (naar het boek van Anne Provoost) en de verfilming van De wereld van Sofie (Jostein Gaarder). Docenten vinden hier ook nog verwijzingen naar websites met lesmateriaal bij de films. (Kijk op www.latenlezen.nl / Boeken bij onderwerpen / Film & boek).
| |
Vakliteratuur op het net
Eind vorig jaar startte Willy Schuyesmans een nieuwe rubriek op zijn website. Samen met anderen publiceert hij daar recensies van vakliteratuur. De lijst is nog niet zo lang en de boeken niet altijd recent (maar nog wel altijd de moeite
| |
| |
waard), maar de rubriek is groeiende. Zo vind u er een bespreking van Wonderland, de wereld van het kinderboek, die u naast die van Bea Ros in dit nummer van LZL kunt leggen. Maar ook besprekingen van delen uit de eerder genoemde reeksen van Stichting Lezen en van (tot nu toe de enige buitenlandse bijdrage) Alternative Alices van Carolyn Sigler (red.) passen aardig naast de bijdrage van Judith van den Berg elders in dit nummer. (Kijk op www.schuyesmans.be/jeugdlit/bb_VKrecensies.htm).
| |
In Memoriam Henk Bamard
Op 16 april 2003 overleed de vele malen gelauwerde en sociaal geëngageerde auteur Henk Barnard op 80-jarige leeftijd. Barnard werd in 1922 in Rotterdam geboren in een gereformeerd arbeidersgezin. Hij werkte jarenlang voor de IKON, waar bij onder meer eindredacteur was van de actualiteitenrubriek Kenmerk. In de jaren zeventig publiceerde hij maatschappijkritische boeken als De Marokkaan en de kat van tante Da (1972) en Kon hesi baka (Kom gauw terug) (1976), dat hem een Gouden Griffel opleverde. In 1979 ontving hij de Nienke van Hichtumprijs voor Laatste nacht in Jeque en in 1982 mocht hij voor zijn hele oeuvre de Staatsprijs voor Kinder- en Jeugdliteratuur in ontvangst nemen.
Barnard startte zijn schrijversloopbaan bij Het Vrije Volk, waarin op de kinderpagina zijn eerste verhalen verschenen, die later zijn gebundeld in Slacht me niet zei de kip (1959) en Torentje, torentje val niet om (1961). Voor televisie bewerkte hij een aantal bijbelverhalen. In 1994 verscheen De vondst, een verhaal over de slavernij in Suriname. Daarin combineerde hij zijn kracht van verhalenverteller met zijn maatschappijkritische standpunten voor de laatste maal. Veel van de boeken van Barnard zijn geïllustreerd door zijn vrouw, de illustratrice Reintje Venema. |
|