Literatuur Zonder Leeftijd. Jaargang 11(1997)– [tijdschrift] Literatuur zonder leeftijd– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 285] [p. 285] De dromenman Kijk, daar zit de dromenman, de dromenman uit dromenland. Hij schommelt in zijn dromenstoel daar ginder op het dromenstrand. Hij vult zijn pen met dromeninkt en schrijft zijn dromen in de lucht, en al die dromen blaast hij dan stil verder op hun dromenvlucht over de zee, de dromenzee... Als je in slaap valt, droom je mee... Over de zee, de dromenzee glijden de dromen op de wind. Ze fladderen wat en fluisteren zacht en zoeken een slapend dromenkind. Maar soms verschijnt de dromenstorm: hij raast de woorden uit elkaar en maakt de dromen o zo naar ... Een schim die langs je kamer waart, een bloeddoorlopen oog dat staart, een hand die krast over de ruit, een olifant zonder zijn snuit ... O dromenman, haal me eruit! Kijk, daar zit de dromenman, hij zucht en heft zijn dromenhand. Hij breekt de boze dromen af en brengt ze terug naar dromenland. Hij stopt ze in zijn dromeninkt en schrijft er nieuwe dromen mee en blaast ze zachtjes voor zich heen over de zee, de dromenzee ... En droomt hij vaak, de dromenman? Nee, nooit, hij droomt nooit ergens van, omdat hij zelf niet slapen kan ... Mensje van Keulen Vorige Volgende