[Nummer 36]
Plaatjes vullen geen gaatjes
redactionele inleiding
Lang voordat de mensheid de techniek van de drukkunst had veroverd, kenden we vormen van schrift. Op steen, huiden, rotswanden, in klei, hout en papyrus werden boodschappen gegrift die iets voor anderen betekenden. Afbeeldingen zijn uit het oogpunt van communicatie altijd van groot belang geweest omdat ze over de grenzen van volk en regio heen reiken. Het kan dan ook geen toeval zijn dat de modernste elektronische systemen graag pictogrammen gebruiken. De taal van het beeld is universeel en kan door iedereen verstaan worden.
Om die reden verdiepen we ons in het winternummer van Literatuur zonder leeftijd in de betekenis van plaatjes. Zijn dat aanvullingen op, grondleggers van, aangevers of versieringen van de tekst? De veertig tekenaars van Ali Baba zagen hun beeldmateriaal terecht als het fundament van hun dieprode bijenkorf, maar volgens Truusje Vrooland-Löb valt daar meer over te zeggen. Zij peinst in deze aflevering over de leeftijdloosheid van prentenboeken en vroeg zich af welke de volgende eeuw zullen halen. Lieke van Duin kijkt met zo'n zelfde blik naar Mauwtje van Sofie en Rascal. Bij iemand als Wim Hofman is niet goed aan te geven wat eerder was of belangrijker is: het plaatje in zijn hoofd of de lijnen en de woorden op papier. En dat geldt net zo goed voor veelzijdige talenten als Joke van Leeuwen en Ted van Lieshout. Over hun kwaliteiten doen Tom Baudoin en Wiel Kusters dan ook een doekje open.
Dit brengt ons in één adem bij de opvattingen van waaruit een auteur werkt. Zijn die gevormd door wat we sinds een aantal jaren de kinderblik noemen of door onze ervaringen met literatuur? Henk Peters weet aan het werk van Els Pelgrom heel wat poëticale wetenswaardigheden te ontlokken. En sinds de VPRO in Villa Achterwerk met feestelijke poetica's stoeit, is dat onderscheid tussen kind en volwassene misschien meer schijn dan werkelijkheid.
Die grenservaring geldt alle bijdragen van dit nummer. Ogenschijnlijk mogen plaatjes er dan de hoofdrol in spelen, in feite gaat het om de kunstenaars en hun werk. Naast beschouwingen over genoemde coryfeeën hebben we een uitvoerige analyse van Rita Ghesquiere over