| |
| |
| |
Sector nieuws
Werkgroep kinderboekencritici
Binnen het kader van het Platform voor kinder- en jeugdliteratuur wordt gewerkt aan de oprichting van een werkgroep voor kinderboekencritici.
Aan allen die zich in kritische zin in dag/weekbladen bezighouden met kinderen jeugdboeken is een oproep uitgegaan om bijeen te komen op woensdag 11 maart 1987 in Utrecht. Na inventarisatie van elkaars problemen en wensen kan gedacht worden aan een actief optreden naar buiten toe, zoals:
- | reageren op gebrek aan aandacht voor het kinderboek; |
- | lanceren van voorstellen tot verbetering van kinderboekenkritiek; |
- | meer ruimte opeisen voor bespreking van kinderboeken in alle media, inclusief de televisie; |
- | samenwerking zoeken met recensenten in Vlaanderen; |
- | in samenwerking met uitgevers zoeken naar actievormen of manifestaties om de positie van het kinderboek en kinderboekenkritiek te verbeteren. |
In het volgende nummer van het documentatieblad zullen we een bericht kunnen opnemen van de daadkrachtigheid van de werkgroep kinderboekencritici.
(Contactpersoon: Joke Linders-Nouwens, tel.: 023-254980.)
Joke Linders-Nouwens
| |
Teleaccursus over kinderboeken positief ontvangen
Op basis van een telefonische enquête van Teleac kan geconcludeerd worden dat de Teleaccursus Over kinderboeken redelijk geslaagd is.
Van het cursusboek zijn zo'n 4600 exemplaren verkocht. Over de leesbaarheid bestond grote tevredenheid. 95% scoorde voor ‘gemakkelijk’; ruim 60% was van mening dat het boek veel tot heel veel nieuwe informatie bevat.
En alhoewel de prijs doorgaans vrij duur werd gevonden, kreeg het boek toch een waarderingscijfer van 7.8. De cursus is voornamelijk gevolgd met het oog op praktisch nut (40%) en om beroepsredenen (36%). 85% van de cursisten bestond uit vrouwen!!!!! en meer dan de helft van de cursisten was geheel of gedeeltelijk
| |
| |
werkzaam in een beroep. Het rapportcijfer voor de televisielessen was een 7.5 en dat voor de radiolessen een 7.3.
De cursus zal in april 1987 worden herhaald.
radio: |
ma. 21.30-22.00 vanaf 27 april met herhalingen op de dinsdag daarop volgend 10.00-10.30 uur |
televisie: |
do. 18.30-19.00 vanaf 23 april; geen herhalingen |
Joke Linders-Nouwens
| |
Friese jeugdliteratuur
Werkgroep ‘Berneboekepraat’
Sinds 1978 is ‘Berneboekepraat’ (= ‘kinderboekenpraat’), een werkgroep van het ‘Skriuwersbûn’, de Friese vakbond voor schrijvers, bezig met het stimuleren en ontwikkelen van nieuwe initiatieven op het gebied van de Friese kinder- en jeugdliteratuur.
Contactadres:
Akky Kuiper-van der Veer
It Aldlân 12
Marssum
tel.: 05107-1297.
| |
Prijzen
Ook Friese kinder- en jeugdliteratuur kan met prijzen bekroond worden.
Zo wordt eens in de drie jaar de Simke Kloostermanprijs uitgereikt. Deze prijs is op initiatief van bovengenoemde werkgroep ingesteld door de stichting ‘Simke Kloostermanlien’ en voor het eerst in 1983 uitgereikt, en wel aan Reinder R.R. van der Leest voor zijn boek ‘Cap Süd’, terwijl Akky van der Veer in 1986 de prijs voor haar jeugdboek ‘Swart op wyt’ kreeg. Dit laatste boek zal binnenkort in een Nederlandse vertaling bij Leopold verschijnen. Nadere informatie over de Simke Kloostermanpriis bij bovengenoemde werkgroep.
Bij de prijzen voor vertalingen en debuten, die de provincie Friesland uitreikt, kunnen ook kinder- en jeugdboeken meedingen. Informatie hierover:
| |
| |
Afdeling voorlichting van de Provincie Friesland
Provinsjehûs
Tweebaksmarkt 52
Leeuwarden.
Naast deze prijzen geeft het ‘Rely Jorritsmafouns’ incidenteel bij haar jaarlijkse prijsvraag ook aandacht aan het kinder- en jeugdboek. Inlichtingen hierover bij de secretaris van het fonds:
Ds. J. Rienstra
Wiidswâl 7
Oudehaske.
| |
Nienke van Hichtum
In 1989 is het vijftig jaar geleden, dat de schrijfster Nienke van Hichtum over leed. Naast haar Nederlandse werk heeft ze ook in het Fries geschreven. Om haar werk, Fries zowel als Nederlands, weer onder de aandacht te brengen, is er een werkgroep opgericht om activiteiten in het kader van die herdenking te organiseren. Contactadres:
Jant van der Weg-Laverman
Vondelstraat 12
8913 HP Leeuwarden.
| |
50 jaar
Dit jaar is het 50 jaar geleden, dat het Fries een regulier en wettelijk plaatsje in het lager onderwijs kreeg. Herfst 1987 zal dit feit worden herdacht met verschillende manifestaties. Zo wordt er een internationaal symposium over tweetaligheid en tweetalig onderwijs in Leeuwarden gehouden, waar het woord gevoerd zal worden door de Duitse hoogleraar Els Oksaar, de Canadees Jim Cummins, de Finse Karmela Liebkind en de Nederlanders Guus Extra en Koen Zondag. Verder komt er een plaat uit onder de titel ‘Sipelsop en sûkelade’ (= ‘Uiensoep en chocolade’). Hierop staan liedjes geschreven door Friese dichters met muziek van Friese componisten op thema's die schoolkinderen hebben aangedragen. Uit diezelfde schoolkinderen is door middel van een auditie een koor samengesteld voor de uitvoering van de liedjes. In oktober 1987 is er een feestavond in Drachten, waar dit kinderkoor zal optreden en waar de plaat zal worden gepresenteerd. Bovendien trekt de
| |
| |
theatergroep Finnisj de provincie door met een produktie voor kinderen over tweetaligheid. Dolf Verroen zorgt voor de tekst daarvan, bijgestaan door Akky van der Veer voor wat de Friese gedeelten betreft.
Schoolradio en telebord schenken ook aandacht aan dit feit, terwijl op de oorspronkelijk Friese kinderboeken die dit jaar verschijnen, de schijnwerper zal worden gezet.
Voor het voortgezet onderwijs presenteert PABO ‘De Him’ uit Sneek de musical ‘The Dreamer’, terwijl er verder nog een bundel met wetenschappelijke bijdragen over tweetaligheid en onderwijs zal verschijnen.
Inlichtingen over het geheel van de manifestaties:
G.C.O., tel.: 058-132315 (Mevr. S. v.d. Meer), of:
Prov. Onderwijsraad, tel.: 058-152455.
Schriftelijk:
Werkgroep 50 jaar Fries in het onderwijs
Antwoordnummer 6984
8900 WC Leeuwarden.
| |
Kinderboekenweek
Nadat vorig jaar in het teken van de kinderboekenweek een Friestalige kinderboekenkrant is uitgekomen, de ‘Boevekrante’, wordt ook dit jaar een dergelijke krant uitgegeven. Daarnaast komt er een Fries kinderboekenweekgeschenk uit, dat bedoeld is als leesboek, maar bovendien als ondersteuning van een poppenproject, samengesteld en uitgevoerd door de beide schrijfsters Baukje Wytsma en Akky van der Veer en de musicus Jaap Oosterwijk.
Inlichtingen hierover bij het secretariaat van ‘Berneboekepraat’ of bij:
Stichting ‘It Fryske Boek’
Dimpte Haven 11
9001 AX Grou.
Jant van der Weg-Laverman.
| |
| |
| |
1986, een rijk IBBY-jaar
1986 is voor de Nederlandse sectie van de IBBY een goed jaar geweest. In 1984 was de sectie uit de internationale organisatie gezet, omdat Nederland in tegenstelling tot veel landen uit de Derde Wereld de internationale contributie niet kon voldoen. Die ‘schande’ is misschien hard nodig geweest om het voortbestaan van de Nederlandse sectie mogelijk te maken, want niet alleen traden de Samenwerkende Kinderboeken Uitgevers gezamenlijk tot de Vriendenkring van de IBBY toe, ook het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur kende ons een subsidie toe.
Die financiële steun maakte het ons mogelijk het lidmaatschap van de International Board on Books on Books for Young People opnieuw aan te vragen. Een eerste gevolg daarvan was, dat we in 1986 ook weer met stemrecht naar het tweejaarlijkse internationale IBBY-congres konden gaan, dit keer in Tokyo, wat ons mogelijk werd gemaakt door een speciaal daarvoor bestemde tweede subsidie van WVC.
Wij, dat wil zeggen Joke Thiel, secretaris van de Nederlandse sectie, en ik als voorzitter, vonden het congres in Tokyo, waarover in het vorige nummer van het Documentatieblad al bericht is, niet geheel bevredigend omdat het als ‘gezicht’ van de IBBY wel erg veel rimpels vertoonde: niet alleen de officiële sprekers waren gevestigde en waarschijnlijk daardoor niet meer zo piepjonge auteurs, ook de congresdeelnemers waren beslist niet van de jongsten. Als Nederlandse deelnemers hebben wij er ten opzichte van de nieuwe voorzitter, de Tsjech Dusan Roll, onze verontrusting over uitgesproken, dat de IBBY dreigt te vergrijzen; we hebben gevraagd voor het volgende congres, in 1988 in Oslo, meer jonge sprekers uit te nodigen, in de hoop dat daardoor ook jongere congresgangers worden aangetrokken.
Zo'n opmerking schept natuurlijk verplichtingen: als Nederlandse sectie hebben wij de Noorse landen, die het congres van Oslo organiseren, attent gemaakt op het Nederlandse Schrijverscollectief. Het thema van het congres in 1988 is ‘Children's Literature and the new Media’ en wij zijn van mening dat de auteurs van het Schrijverscollectief daaraan een belangrijke bijdrage kunnen leveren, terwijl zij bovendien heel wat jonger zijn dan de auteurs die in Tokyo optraden.
Contacten tussen secties onderling vinden vooral plaats tijdens deze internationale congressen, die nu eenmaal niet vaker dan eens in de twee jaar georganiseerd worden. Dusan Roll opperde daarom het idee van regionalisering, waardoor min of meer verwante secties ook tussentijds activiteiten kunnen organiseren. De Nederlandse sectie heeft met de uitvoering van deze regionaliseringsgedachte een
| |
| |
aanvang gemaakt door contact op te nemen met de secties uit Zwitserland, Oostenrijk en de Bondsrepubliek Duitsland. Voorlopig zijn er in die contacten twee aandachtspunten, te weten samenwerking bij het verzamelen en vervaardigen van audio-visuele materialen voor kinderen uit etnische minderheden, en het organiseren van enige kleine, van bibliotheek tot bibliotheek trekkende tentoonstellingen van boeken uit de drie genoemde landen en Nederland. De eerste reacties van collega's uit de drie Duitssprekende landen zijn bemoedigend.
Het Executive Committee riep de deelnemers in Tokyo op, de totstandkoming van nieuwe nationale secties te bevorderen. Daarbij gingen de gedachten in de eerste plaats uit naar landen in de Derde Wereld; voor de Nederlandse sectie liggen de mogelijkheden echter al dichter bij huis. Met een aantal Vlaamse mensen uit de wereld van de kinder- en jeugdliteratuur worden op het ogenblik contacten onderhouden om te komen tot de oprichting van een Belgische sectie.
Ter gelegenheid van het IBBY-congres in Tokyo heeft de Nederlandse sectie in samenwerking met de Rijksuniversiteit Leiden, sectie Kind en Media, een brochure samengesteld, waarin een beperkt aantal Nederlandse kinder- en jeugdboeken wordt gepresenteerd, waaruit de lezer een beter inzicht kan krijgen in de Nederlandse samenleving. Die brochure, Dutch Treat, bleek in Tokyo in een behoefte te voorzien; de brochure wordt op dit moment herzien en uitgebreid, en zal te zijner tijd gericht worden verspreid, onder andere via de culturele attachés van Nederlandse ambassades.
Er is ons in Tokyo nog meer opgevallen. De IBBY is in 1953 opgericht met het doel de internationale verstandhouding te bevorderen door middel van het kinder- en jeugdboek: laat kinderen lezen over kinderen in andere landen en ze zullen merken dat ze ondanks uiterlijke verschillen of verschillende leefomstandigheden veel met elkaar gemeen hebben. Dat betekent automatisch dat er dan over en weer ook veel kinder- en jeugdboeken vertaald moeten worden.
De IBBY probeert dat te bevorderen door elke twee jaar een aantal boeken in de internationale aandacht te brengen. Enerzijds door het toekennen van de Hans Christian Andersenprijzen, één voor een illustrator en één voor een auteur, in beide gevallen in principe voor een geheel oeuvre; anderzijds door het opnemen van een in de laatste jaren verschenen titel van een auteur en van een illustrator op de IBBY Honour List. In de praktijk is gebleken dat veel van de op deze manier onderscheiden titels ook inderdaad in vele talen vertaald worden.
We zouden daarom mogen verwachten dat vrijwel iedereen die in het kinderen jeugdboek geïnteresseerd is, zich bij de IBBY aansluit.
| |
| |
Dat is nu wat ons in Tokyo is opgevallen; in sommige landen, bijvoorbeeld in Japan en Australië, zijn de nationale secties bijzonder groot. Schrijvers, vertalers, illustratoren, uitgevers en bibliothecarissen beschouwen het als iets vanzelfsprekends dat zij zich bij de IBBY hebben aangesloten, omdat daar ook hun belangen mee gemoeid zijn. Het gevolg is dat deze ‘rijke’ secties veel meer voor de aangesloten leden kunnen doen: er worden jaarlijks brochures uitgegeven met korte beschrijvingen van verschenen kinder- en jeugdboeken en vertaalde fragmenten daaruit; er worden vertalingen verzorgd, ook als daarvoor nog geen uitgever gevonden is; men heeft meer mogelijkheden om de kandidaten voor de Hans Christian Andersenprijzen en de IBBY Honour List door middel van vertalingen van hun werk te steunen, zodat bijvoorbeeld de leden van de internationale jury het werkelijk kunnen beoordelen.
Die mogelijkheden hebben wij als kleine Nederlandse sectie met een handvol vrienden niet en dat lijkt mij nadelig voor de verspreiding van de Nederlandse kinder- en jeugdliteratuur over onze grenzen.
Ik roep daarom iedereen die het Nederlandse kinder- en jeugdboek een goed hart toedraagt, op zich als Vriend van de IBBY op te geven (bij Joke Thiel, NBLC - Dienst Boek en Jeugd, Postbus 93054, 2509 AB Den Haag; privé personen betalen f 25,-, instellingen f 100,- per jaar), hetzij uit sympathie met de IBBY-gedachte, hetzij uit puur eigenbelang.
Misschien kan ik volgend jaar dan melden dat 1987 een nog rijker IBBY-jaar was.
Jan de Zanger
| |
Stichting Kinderboek-Cultuurbezit, gevestigd te Winsum (Gr.) wil in uitleenbehoefte van oude kinder- en jeugdboeken voldoen.
Op 5 november 1986 werd in het Groninger dorp Winsum - 12 km boven de universiteitsstad Groningen - officieel de bibliotheek geopend van de Stichting Kinderboek-Cultuurbezit.
Een bijzondere stichting, enig in Nederland en vermoedelijk ook in grote delen van Europa. Het unieke ervan is dat zij ten doel heeft: het verzamelen, bewaren en catalogiseren van al die oude en oudere kinder- en jeugdboeken die niet meer in openbare bibliotheken opvraagbaar zijn en dat zij al deze boeken opnieuw GRATIS
| |
| |
aan belangstellenden wil uitlenen.
Het initiatief daartoe werd o.a. genomen door de schrijfster Toos Zuurveen. Tijdens haar studie naar het kind, kindbeeld en kinderboek vanaf de Middeleeuwen tot heden, kwam zij tot de ietwat onthutsende ontdekking dat het bijzonder moeilijk, vaak zelfs onmogelijk is, oude en oudere kinderboeken te lenen. En wie een diepgaand onderzoek wil instellen zal vele boeken moeten lezen. Een oproep in de regionale pers ‘Wie leent Toos Zuurveen boeken voor haar studie?’ had het gewenste resultaat: de boeken stroomden binnen. De meeste moesten echter weer terug naar de eigenaars. Maar er waren ook nogal wat mensen die zeiden ‘Houd ze maar; jij doet er tenminste wat mee en bij ons staan ze maar te staan.’ Het resultaat was dat Toos Zuurveen in november 1985 in het bezit was van een kleine maar fijne jeugdboekenbibliotheek, zo'n 140 jaar omspannend, tezamen zo'n 600 banden.
Dit nu werd het ‘nest-ei’ van de Stichting Kinderboek-Cultuurbezit. Op 11 november 1985 werd de stichtingsacte gepasseerd en een jaar later, op 5 november 1986, kon men werkelijk van start gaan.
Huisvesting werd aangeboden door de gemeente Winsum en wel in het voormalig gemeentehuis, gelegen midden in de kom van het dorp. Het was hoog tijd dat de bibliotheek onder een wat groter dak kwam, want binnen één jaar was de collectie aangegroeid tot ruim 5.000 banden. Al deze boeken zijn schenkingen van voornamelijk particulieren; een enkele maal heeft men uit een oude en al sinds jaren niet meer gebruikte kerkbibliotheek de kinderboeken mogen zoeken.
De stelregel van het bestuur van de Stichting is: ‘alles wat eens voor het kind is geschreven en gedrukt, moet een keer “ergens” worden bewaard’. Daardoor heeft de bibliotheek van de Stichting Kinderboek-Cultuurbezit zo'n verrassend karakter. Men vindt er schoolboekjes, zondagsschoolboekjes, missieboekjes, maar ook commerciële uitgaven (Verkade-albums, uitgaven van Van Nelle, Calvé, Tiktak, Verschuere en andere bedrijven) van vóór de eerste en tweede wereldoorlog. Iedere schenking die binnenkomt - en dat is tot nu toe bijna dagelijks het geval - is min of meer een ‘verrassingspakket’. Het is heel opmerkelijk te zien wát mensen hebben bewaard en om welke reden. Dat alleen zou op zichzelf een studie waard zijn.
Momenteel is men doende een catalogus samen te stellen, en wel zodanig verfijnd dat met de gegevens (later) een computer kan worden gevoed. Zo zou men zich dan kunnen aansluiten bij de catalogus van de Openbare Bibliotheken - iets waarom reeds is gevraagd. Maar ook kan men door een bepaalde verfijning door te voeren, diegenen kunnen gerieven die een bepaald boek zoeken maar daarvan bijvoorbeeld geen auteur, uitgever of zelfs de titel niet precies weten. Er wordt dan gezocht op steekwoord(en); een voorbeeld: ‘Paddeltje, de scheepsjongen van Mi- | |
| |
chiel de Ruyter’, kan dan teruggevonden worden op (1) auteur; (2) uitgever; (3) jaartal; (4) titel; (5) steekwoorden: ‘Paddeltje’, ‘Michiel de Ruyter’, ‘scheepsjongen’; (6) illustrator; (7) genre - jongens- of meisjesboek; (8) serie of reeks; (9) levensbeschouwing (R.K., Prot. Chr., zogenaamd ‘neutraal’, humanistisch, socialistisch, etc.); (10) schoolboekje, prentenboek, commerciële uitgave, enzovoorts.
Een team van vrijwillige deskundigen (leraren Nederlands, bibliothecarissen, letterkundigen, pedagogen, sociologen en andere (universitaire) docenten staat ter beschikking. Want het gaat in de Stichting Kinderboek-Cultuurbezit niet alleen om het uitlenen van oude en oudere kinder- en jeugdlectuur. Behalve het lenen en inzien van de boeken bestaat de mogelijkheid tot het opvragen van verdere gegevens (secundaire literatuur), terwijl zij die dit wensen hulp kunnen krijgen bij het maken van werkstukken op het gebied van de oudere jeugdlectuur. Wij denken hierbij aan studenten en scholieren. Wij kunnen hen behulpzaam zijn bij het vinden van een geschikt (scriptie-)onderwerp, het maken van uittreksels of het samenstellen van een literatuurlijst.
Wanneer men de beschikking wil hebben over een wat kostbaarder kinderboek met bepaalde antiquarische waarde, dan wordt een waarborgsom gevraagd. Deze wordt teruggegeven wanneer het boek onbeschadigd weer teruggebracht is.
Het is nog een bescheiden begin, maar ‘de boom wordt hoe langer hoe dikker’. Het initiatief blijkt bij het publiek zeer aan te slaan. Vooral oudere mensen hebben het gevoel dat hun, vaak het hele leven, zuinig bewaarde boeken nu op een ‘veilige’ plaats zijn aangeland. Ouders wier kinderen jong zijn overleden, komen de boeken van hun kinderen bij de Stichting afgeven.
Omgekeerd is er al een druk ‘leen-verkeer’ op gang. Het zijn juist die mensen, die al vele, vele jaren een bepaald boek zoeken, die bij de Stichting aankloppen. Doorgaans weet men dan weinig meer over schrijver, titel of uitgever. Soms alleen nog de inhoud en zelfs dat lang niet altijd correct. Men ‘klutst’ verhalen door elkaar. De menselijke memorie is kennelijk beperkt. Toch gelukt het vaak om de kluwen te ontwarren. In de Stichting Kinderboek-Cultuurbezit neemt men de tijd voor de ‘klanten’, denkt men met hen mee en zet, als het bewuste boek nog niet in de collectie zit, de gegadigden op een lijst van ‘mensen die boeken zoeken’. Totdat het gevraagde eens binnenkomt, of totdat men er meer gegevens over heeft weten te vinden. Soms verwijst men naar iemand die een particuliere collectie bezit en wel bereid is gegevens te verstrekken, of bereid is daaruit incidenteel te lenen. Op verzoek worden de boeken toegestuurd. De portokosten - heen en terug - zijn dan voor rekening van de aanvrager. ‘Kinderboek-Cultuurbezit’ is thans driemaal per week geopend: dinsdags van 10.00-12.00 uur en 14.00-17.00 uur; woensdags van
| |
| |
14.00-17.00 uur; vrijdags van 14.00-17.00 uur en van 18.30-20.00 uur. Vermoedelijk zal in de naaste toekomst de bibliotheek vijf dagen per week geopend zijn.
In de Stichting worden eveneens geïnteresseerde groepen ontvangen tot een maximum van 35 personen. De directeur, Toos Zuurveen, geeft dan een korte uiteenzetting van doel en streven van ‘Kinderboek-Cultuurbezit’, maar zij is eveneens bereid een lezing te geven over verschillende onderwerpen betreffende het kinderen jeugdboek.
Op gezette tijden organiseert men een tentoonstelling in het eigen gebouw of elders, die vrij toegankelijk is.
De Stichting Kinderboek-Cultuurbezit is bereid, ook buiten ‘de eigen poorten’ voordrachten en gastcolleges te geven over thema's als ‘Van Zedenleer tot Bruintje Beer - Kind, kindbeeld en kinderboek vanaf de Middeleeuwen tot heden’, ‘Het taaie bolwerk - 200 jaar meisjesromans’, ‘Realisme en surrealisme in het jeugdboek’, e.d.
Ook buiten de openingsuren is een afspraak mogelijk. Men wordt dan verzocht te bellen naar Toos Zuurveen, tel.: 05951-2229. Het adres van de Stichting Kinderboek-Cultuurbezit is: Hamrik 41, 9951 JH Winsum (Gr.), tel.: 05951-2229, b.g.g. 1375.
Toos Zuurveen. |
|