Literatuur. Jaargang 13
(1996)– [tijdschrift] Literatuur– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 271]
| |
Het literaire bedrijf
| |
[pagina 272]
| |
lezen. In één geval - en dat troostte me op weg naar huis - weet ik zeker dat dat gelukt is. Ik herinner me een aardig stuk van Jean Paul Franssens over zijn vroegere vriend Belcampo. Hij besprak daarin diens minst bekende boek De filosofie van het belcampisme, een boek dat bijna volledig in de vergetelheid was geraakt, absoluut niet meer leverbaar, ook de uitgever beschikte nauwelijks meer over exemplaren. Misschien is Belcampo's vergeten boek geen meesterwerk en valt er op zijn ideeën in vakfilosofisch opzicht heel wat af te dingen, maar voor de liefhebbers van de vertelkunst van Belcampo is diens ‘filosofie’ van grote waarde, ze geeft zijn fantastische verhalen reliëf. In al zijn optimisme zette Jean Paul Franssens aan het slot van zijn betoog het gironummer van de erven Belcampo. Er zouden toch misschien wel twee of drie lezers in het boek geïnteresseerd zijn en dan konden zij de paar overgebleven exemplaren ten minste nog bestellen. Niet twee of drie maar honderden lezers reageerden op Franssens' sympathieke verhaal en het overgrote deel van de reflectanten moest dan ook teleurgesteld worden, hun overgemaakte bedrag moest worden teruggestort. Wat een succes en wat jammer nou. Je zou willen dat meer van deze zogenaamd ‘obscure’ boeken eenzelfde lot ondergingen: dat uitgevers zich daardoor gestimuleerd weten ze opnieuw uit te geven.
Lang hoefden degenen die tevergeefs reageerden overigens niet teleurgesteld te blijven, want de uitgeverij waar ik werk had al een royale bloemlezing in de maak, waar ook het door Jean Paul Franssens geloofde boek in was opgenomen. Het is mede te danken geweest aan deze onverwoestbare pleitbezorger van Belcampo dat diens werk in de splinternieuwe uitgave weer opnieuw een groot lezerspubliek heeft weten te bereiken. Ik smaakte het genoegen de afgelopen winter met Jean Paul door het land te mogen kruisen om het boek aan de man te brengen. Officieel zou ik hem hebben moeten interviewen in al die gerenommeerde boekhandels in Rotterdam, Groningen, Nijmegen en elders. Veel hoefde ik niet te doen, hooguit zo nu en dan een vraagje te stellen dat dan als opmaat diende voor een reeks van smakelijke anekdotes van zijn hand. Het publiek dat op die presentatie van De wondere wereld van Belcampo afkwam moet hebben genoten van deze aanstekelijke verteller, die dan misschien niet door zijn leermeester is beïnvloed, maar in elk geval op zijn minst de kunst van het vertellen van Belcampo moet hebben afgekeken op de momenten dat ze door Groningen liepen of door afgelegen streken in Frankrijk zwierven. Ik hing tijdens die campagne aan zijn lippen en ook al vertelde hij op die avonden vaak dezelfde verhalen, de manier waarop hij dat deed verschilde telkens. Jean Paul Franssens heeft bijna in zijn eentje een reddingsoperatie tot een goed einde gebracht. Het belangrijkste werk van Belcampo is weer leverbaar en kan zo tot de verbeelding spreken van een jong leespubliek, dat wellicht door een enkel verhaal op school met hem kennis heeft gemaakt. Hoe dan ook, teruglopend naar huis, vond ik troost in de herinnering aan de avonden met Franssens: het blijkt mogelijk om een publiek te vinden voor een schrijver van wie je houdt.
Anthony Mertens |
|