is tegen het imperialisme. Dien strijd moet ieder mensch en ieder volk in zijn eigen land voeren, want in ieder imperialisme ligt de kiem voor een nieuwen oorlog.
Ik had langen tijd, dat erken ik openlijk, de illusie dat het voldoende was om niet mee te doen, dat de tegenstand passief kon blijven.
Maar zulk een weerstand loopt het gevaar onmiddellijk weggevaagd te worden. Wil de weerstand duurzaam en werkzaam zijn, dan is de grootst mogelijke eenheid noodzakelijk: één moeten wij hier zijn en één moet de arbeidersklasse worden over alle grenzen.
Wij zijn hier samen wegens het hoogst ernstige feit, dat een groot deel van het Duitsche volk, en wel dat deel waarmede wij tot overeenstemming konden en moesten komen, neergeworpen is en getuchtigd.
Dit deel van het Duitsche volk kan, ondanks alle inspanning der Hitlerpartij, niet worden vernietigd, maar men rooft het zijn stem. Men ontneemt het zijn recht van spreken, het heeft geen aanspraak op recht meer, zijn protesten worden gesmoord.
Misschien zal men zeggen, dat het in de Sowjet-Unie ook zoo gegaan is. Zeker - maar het doel was geheel anders. Zeker was ook daar een bepaalde mate van geweld noodzakelijk, om den opbouw van een nieuwe maatschappijvorm moogijk te maken en eindelijk het woord te geven aan diegenen die tot nog toe steeds onderdrukt waren.
Hoe komt het, dat ik dáár goedvind, wat ik hier afwijs?
Alleen dáárom, dat ik in het Duitsche terrorisme een wederoprichting zie van het jammerlijkste en afschuwelijkste verleden - in de Sowjet staat daarentegen een onbegrensde belofte voor de toekomst.
Het is afschuwelijk wanneer men beweert, dat diegenen die tot nog toe niet gesproken hebben, ook niets hebben te zeggen, of het hier nu individuen betreft, of wel rassen en klassen. Men heeft hun met geweld onderdrukt, men liet ze verruwen, men verdomde ze met opzet, dat ze zelfs hun klachten niet meer konden formuleeren. De onderdrukkers, die zich meester gemaakt hadden van het woord, meenden dat ze dit ook steeds voor zich konden houden. Ze hebben het lang genoeg gehad. Thans, nu ze gevaar loopen dat het hun wordt ontnomen, trachten ze het, met nog grooter geweld, te herwinnen. De geschiedenis der menschheid is een geschiedenis van langzaam en smartelijk opklimmen naar het licht door diegenen die vroeger onder het juk en de zweep gebogen gingen. De opmarsch naar de vrijheid kan vertraagd worden, maar niet vernietigd, geen imperialisme kan haar op den duur beletten.
Wat kunnen wij, op dit oogenblik, doen voor het onderdrukte Duitschland? Zonder twijfel zijn er meer bevoegden dan ik, die dit zeggen kunnen en ik haast mij hen aan het woord te laten. Slechts één ding wil ik nog zeggen: het is belangrijk om, over de grens heen, onze solidariteit te bewijzen met de onderdrukten aan de overzijde van den Rijn; het is noodzakelijk, dat wij onder elkander, één zijn. Ik vertrouw dat allen, die hier na mij spreken zullen, dit gemeenschappelijke internationale belang hooger zullen stellen dan al het andere wat ons zou kunnen verdeelen.