zij de loonsverlaging. Den volgenden dag melden de kranten, dat ook in Berlijn de metaaalbaronnen een nieuwe loonsverlaging aankondigden met het oog op de Hollandsche concurrentie!
Op de werf Feyenoord is, na een periode van algemeene malaise, het werk weer aan de gang gekomen door een spoedbestelling van drie torpedopagers voor de Japansche marine. In den nacht fonkelt opnieuw de bleeke sterrenhemel der electrische lampen boven het donkere staketsel van de stelling, de revolverhamers ratelen, de klinkers en tegenhouders maken overuren.
Dan gebeurt op een dag het ongehoorde en staan 's morgens vroeg aan de poort van de fabriek een aantal werkelooze leden van de jeugdbond met de bedrijfskrant: de gloeiende nagel. Binnen vijf minuten is hun voorraad uitverkocht, de nageljongens grissen elkander de exemplaren uit elkaars handen, de ouderen laten de klinkhamers liggen, om de gecyclostyleerde blaadjes te ontcijferen, de krant gaat van hand tot hand door het heele bedrijf heen, tot op de bureaux van de directie. En iedere week opnieuw, ondanks het verbod om de blaadjes binnen de fabriek mede te nemen, ondanks het scherpe onderzoek, dat de directie instelt naar degenen die de informaties verschaffen, verschijnt de bedrijfskrant. Altijd is ze even goed op de hoogte, altijd zijn de korte artikelen raak en fel, altijd brengt zij een bijdrage tot de kennis van het communisme, altijd wijst ze op de tegenstellingen tusschen Rusland en Holland. En de inhoud van de krant vreet door, de gesprekken hebben een nieuwe inhoud gekregen, de gemoederen zijn in beroering gekomen, er is nog slechts een kleine vonk noodig, om het kruitvat te doen ontploffen.
Die vonk kwam, toen een aantal platen van den eersten torpedojager door den expert afgekeurd werden, omdat er, bij het jakkersysteem, te veel butsen in waren geslagen. De directie stuurde de platen zoogenaamd in de reparatie, in werkelijkheid werd er echter slechts een kwastje menie overheen gestreken en de expert deed een oog dicht, nadat hij bij den hoofdingenieur op een goede sigaar en een fijne flesch wijn getrakteerd was. De klinkers en nageljongens echter konden naar de centen voor de afgekeurde platen fluiten. Den volgenden dag stelde ‘de gloeiende nagel’ deze smeerlapperij aan den kaak in een hartstochtelijk artikel en nog een dag later waren de nageljongens van de werf Feyenoord in staking!
Nu is een staking van nageljongens op de Rotterdamsche werven lang niet zoo iets ongewoons als men misschien zou denken. Wanneer er al te veel met de tarieven geknoeid wordt, of wanneer men de jongens 's Zaterdags een voorschot op het halfafgewerkte tariefwerk weigert, gebeurt het herhaaldelijk, dat het ondergrondsche gekanker plotseling in een spontane staking omslaat. De jongens gooien hun tangen neer, de veldsmidsen worden gedoofd en een half uur later staat hun tierende bende voor de poorten. Dikwijls slaat protestactie dan in een solidariteitsstaking op de andere werven over.
slot in volgend nummer.