1933
door maurits de vries
Alarm! Wreed opgeschrikt uit genoegzame dommel. Wéér! Weer plots, fel. De angstschreeuw van over de grens heeft ons verscheurd, verstard in ijzige angst voor eigen leven. Ze zijn weer bezig, de barbaren. Noú in Duitschland, tóen in Polen, tóen in Rusland, tóen.... waar niet? Verstorven herinneringen zijn weer in ons opgestaan, levend geworden, nemen weer gestalten aan, die we kennen, die we vanaf onze jeugd in ons wakker roepen, die ons waarschuwen voor 't verschrikkelijke lot dat morgen 't onze kan zijn.
1933. Duitschland, westersche cultuurstaat.... jodenvervolgingen. 't Historische geel-zwart herleeft, 't derde rijk zet 'n nieuwe cultuurperiode in. De bouwers van de nieuwe cultuur behoeven bloed! Hier is bloed, jodenbloed, drinkt, rost, ranselt, hakt, beukt neer, hier is vleesch, jodenvleesch, doet je te goed, verzadigt je, overwonnenen in 'n wreede wereldoorlog, leeft uit je jarenlang opgekropte woede, geknechten door 'n smadelijk vredesverdrag, bevrijdt je van de je aanklevende smet, toon je mannelijke kracht, je moed, wordt weer 'n strijdbaar man, 'n held! Deutscher erwache!
1933. Terreur van 't nationaal socialisme. 't Interregnum herleeft, bloedgolven slaan weer over de duitsche landen en voeren jelui willoos mee, arme, onnoozele, domme joodjes, ondanks al jullie gochme! Waar naar toe? Waarom schreeuwen, gillen jullie in je doodsangst? Wie hoort jullie? Wie zoeken je angstoogen? je broeder? je rijke, machtige broeder? Die heeft geen tijd!.... voor jullie. Die heeft 't druk! zaken! Die zit in z'n auto, in z'n sjiek privé kantoor, dat niet gesloten is, om ‘'t betalingsverkeer niet te ontwrichten’, en heeft conferenties met vooraanstaanden van de moordenaarsbende en hij heeft ‘gelijk’: hij steunt dát gezag, dat hem z'n winsten waarborgt!
Arme Mozes, arme Levie, arme Abraham of hoe je verder heeten mag, ben je wakker? heb je geleerd? Heb je gezien wie ze hebben aangedurfd, de helden van 't nationaal socialisme? Heb je je rekenschap gegeven wie ze hebben neergeslagen in hun ‘blinde’ woede, die heel ver ziende was? de joodsche intellectueelen, de joodsche kleinhandelaars, de joodsche proletariërs! en heb je gezien wie ze ontzien hebben? de joodsche grootkapitalisten! en dat waren er maar enkelen, die waren bekend, zóó voor 't grijpen.... ze zullen wel wijzer zijn! hun bloeddorst gaat niet boven hun economisch inzicht. Jullie konden ze dat ‘ongestraft’ doen en daarom hebben ze 't gedaan. Als minderheid hebben de joden moeten dienen