Liederen der orde van St. Peter, voor de loge De zon(1781)–Anoniem Liederen der Orde van St. Peter, voor de loge De zon– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 138] [p. 138] Verdediging van St. Peters Orde. Vergeefsch is 't dat men ons durft laaken Bij 't blinde Ge__meen Om achter een ge- heim te raaken, Dat ons maar al- leen Betreft; ons, die de nijd ver__achten, Terwijlze op ons haar pijlen Spilt; Refrain. Ons, die naar waare wijsheid trachten, Ten toon gespreid in Peters Gild. [pagina 139] [p. 139] Men zegt dat we ons Genootschap bouwen Op Dwingelandy, Of voor het minst ons bezig hou'en Met Googchelary. Ons Wetenschap bestaat in 't Zwygen, Waar zelden 't Menschdom zwaar aan tilt. Wie dit kan doen, mag de Eer verkrygen Der Ridderschap van Peters Gild. Zich braaf en eerlyk te gedragen, Zelfs in tegenspoed; Zyn Broeders, Vrienden en zyn Magen Te doen alle goed; Ook ieder een het zyn te geeven, Al valt Fortuin ons niet te mild; Dit is de wet, waar naar wy leven, En 't hoogst gebod van Peters Gild. Vergun ons, schoonst Geslacht der aarde! Uw gunst keer op keer. Men derft u hier, maar kent uw waarde; En noemt het eene eer Dat ons uwe achting komt te stade, Wat gy ook van ons denken wilt. Een yvrig Vyänd van het kwade Is ieder Lid van Peters Gild. Geheim te zyn misstaat geen' Minnaar; Was Samson 't geweest. Geen Delila had dien Verwinnaar Geboeid onbevreesd: Zy had den Held zelfs moeten pryzen, Zo hy 't Geheim niet had verspild. Stilzwygendheid van Minbewyzen Behoort ook tot Sint Peters Gild. Vorige Volgende