Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)
(2010)–Anoniem Liesveltbijbel– Auteursrechtelijk beschermd¶ Vanden dienst der kinderen Assaph, Heman, ende Iedithun | |
1Ga naar margenoot+ENde Dauid metten velthooftlieden sceyde af officiers onder den kinderen Assaph Heman ende Iedithun, die propheten, met harpen, psalteren, ende cymbalen, ende si werden ghetelt totten wercke na haren officien. | |
2Onder den kinderen Assaph was Sacur, Ioseph Nethania, Asarela, kinderen Assaph, onder Assaph die daer propheteerden bi den Coninc, | |
3Van Iedithun. Die kinderen Iedithun waren, Gedalia, Zori Iesaia, Hasabia Mathithia, dese ses onder haren vader Iedithun met herpen, dye daer propheteerden den HERE te dancken ende te louen. | |
4Van Heman. Die kinderen Heman waren Bukia, Mathania, Vsiel Sebuel, Ierimoth, Hanania, Hanani, Eliatha, Gidalti, RomantiEzer, Iasbaksa, Mallethi, Hothir, ende Mahesioth, | |
5Dese waren alle kinderen Heman des Sienders, des conincx inden woorden Godts, den hoorne te verheffen. Want God had Heman .xiiij. sonen ende drie dochteren gegeuen. | |
6Ga naar margenoot+Dese waren al onder haren vaderen Assaph, Iedithun ende Heman, om te singhen inden huyse des HEREF met cymbalen, psalteren ende herpen, nae den dienst inden huyse Gods by den coninc, | |
7Ende haer ghetal was met haren broederen die inden sanc des HEREN geleert waren, altesamen meesters, twee hondert ende achtentachtentich, | |
8ende si wierpen tlot ouer haer officien, gelijc den minsten als den meesten, den leeraer als dat schoolkint. | |
9Ga naar margenoot+Ende dat eerste lodt viel onder Assaph op Ioseph. Dat tweede op Gedalia met sinen broederen ende sonen, dyer waren twelef. | |
10Dat derde op Sacur met sinen sonen ende broederen, dyer waren twaelf | |
11Dat vierde op Iezri met sinen sonen ende broederen, dyer waren tweelf | |
12Dat vijfste op Nethania met sinen sonen ende broederen dyer waren twalef | |
13Dat seste op Bukia, met sinen sonen ende broederen dyer waren tweelf. | |
14Dat sevenste op Isreela, met sinen sonen ende broederen, dier waren tweelf. | |
15Dat achste op Iesaia, met sinen sonen ende broederen dyer waren twelef. | |
16Dat negenste op Mathathia, met sinen sonen ende broederen, dyer waren tweelf. | |
17Dat thienste op Semei, met sinen sonen ende broederen, dier waren tweelfs. | |
18Dat elfste op Assareel, met sinen sonen ende broederen, dyer waren tweelf. | |
19Dat twelfste op Hasabia, met sinen sonnen ende broederen, dyer waren twaelf. | |
20Dat derthienste op Subael, met sinen soonen ende broederen dyer waren tweelf. | |
21Ga naar margenoot+Dat veerthienste op Mathiathia, met sinen soonen ende broederen, dyer waren tweelf. | |
22Dat vijfthienste op Ierimoth, met sinen sonen ende broederen, dier waren tweelf. | |
23Dat sesthienste op Anania, met sinen sonen ende broederen, dyer waren tweelf. | |
24Dat seuenthienste op Iasbekasa, met sinen sonen ende broederen, dyer waren tweelf. | |
25Dat achtienste op Hanan, met sinen sonen ende broederen, dyer waren tweelf. | |
26Dat negenthienste op Mallothi met sinen sonen ende broederen, dyer waren tweelf | |
27Dat twintichste op Eliatha, met sinen soonen ende broederen, dyer waren tweelf. | |
28Dat eenentwintichste op Hathir, met sinen sonen ende broederen, dyer waren tweelf. | |
29Dat tweentwintichste op Gidalthi, met sinen sonen ende broederen, dyer waren tweelf. | |
30Dat drientwintichste op Mahesioth, met sinen sonen ende broederen, dier waren tweelf | |
31Dat vierentwintichsten op RomantiEzer, met sinen soonen ende broederen, dyer waren tweelf. |