Het Liegend Konijn. Jaargang 10(2012)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 225] [p. 225] Wiertz & co. Erik Spinoy o Aalst, 1960 is ook essayist. Recentste bundel: Dode kamer (2011) [pagina 226] [p. 226] [Gevangen in een lus] Gevangen in een lus zo hangt het groene vlees aan het kruis en branden vurige tongen dubbel sprekend meermaals gecodeerd. Hier ligt de hoofdstad van de wereld: zavel kunstberg en warandes. Platen heb ik grijs mezelf zo suf gedraaid. Zijn verf glanst matter dan een hoornvlies maar valt daarna bladderend af. Venijnig gele bal die hard de netband raakt. Machine: vijftien picturale meters hoog. Knie en onderbeen waar je naar opkijkt. Men spreekt ook wel van knutseling: in het nieuwe smeult iets ouds het oude leukt zich hopeloos op. [pagina 227] [p. 227] Wel tweemaal belt hij aan: de postman van de waarheid. Licht valt uit glas in het plafond. Lichtval. Uit een. Halfrond. Ellips Een gele bal die netband noch de lijnen raakt. Hel en hemel draaiend in een magistrale worsteling. Draaiend in een worsteling: hel en hemel. Uw bloedbaan registreert de terugkeer van uw kanker. Zo staat een stad in brand: met vurige tongen waar hij het vaderlijf uit wegdraagt. Hyperbaton. Knalgele bal die stuiterend uitgaat. Bij schemerlicht uit een plafond in glas in zaal na zaal in steeds verzwakkend licht. [pagina 228] [p. 228] Mijn platen heb ik grijs gedraaid. Wat ziet een slangenhoofd dat afgehouwen wordt? Wat weet een meisje dat de nachtpon in de hand voor zo een geraamte staat? Het stuiteren van de zwavelgele bal op fijngemalen baksteen. De aangelengde verf bleek toxisch: puur vergif. Gedronken, opgegeten, ingeademd. Epanodos. Van boeken wordt een bloederig rode film gemaakt. Nooit wordt zo'n kettingzagenbroodmeshakbijlscène grijs gedraaid. Maar kom toch binnen. Kom nou toch. [pagina 229] [p. 229] Brief die met as bestrooid verfrommeld op de schoorsteen hangt als tussen wijd gespreide benen. Waanwijs bedreef hij alchemie met vermiljoenen met koralen met zeer giftige verf. Floepend uit machines: zo citroengeel, zo limoengeel. Vier wezen krijsen panisch om het moederlijk. De naakte schone ziet verliefd zichzelf alleen en ziet de satan niet. Een vrouw schiet haar belager in het gezicht. Een vrouw schiet haar belager ijskoud in het gezicht. Colt duizelig bungelend op de harde heup. Zo valt uit ruiten in plafonds het donkere licht. En hoe Amerikaans: in al zijn onschuld wist Hanks vader in Marrakesh toch te veel. Daar gaat weer zo een kanariegele bal. Waar zijn nu toch mijn platen heen? [pagina 230] [p. 230] Nooit komt een brief op zijn bestemming aan. Zij die naakt romans leest: leest romans naakt die zij. Eén hand die klauwend uit een doodkist steekt. Vulcanus: mollig in zijn decadente smidse. De man in boernoes was een bruingeverfde Fransman. Toxisch walmt de meniekleurige verf en tast zijn overwerkte lichaam aan. In hotpants reist Uhura naar een nieuwe melkweg. Schuifelend van de ene zaal naar de andere zaal en badend in maanachtig licht uit het plafond. Hendiadys. Litotes. - Net of zo'n gele toverbal het weet! - Wat weet? - Waar of de lijnen zijn. Vorige Volgende