Het Liegend Konijn. Jaargang 9(2011)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 185] [p. 185] Vanuit de glazen bol Een eivol ei op een witte schimmel zoals ik het zeg. Een eivol ei op een sneeuwwit ros en de dooier die men niet zag. Je zag hem niet nee maar horen dubbel doordat in ene dat ruiterkekuikerke uit. Piep! uit de schaal, vogellevend. Diep dooiergeel, snavelklaar. Toen leek het een paard met koplamp en hop: opzij daar komt de Verlichting! [pagina 186] [p. 186] Dwars tegen rijmrichting spokend dendert het vers geboortig ranke ondier vierklauwens en frivool de duistere snelweg op niet verwachtende dat terzelfder tijd een snelheidsduivel qua hoeven onpaar zoals wij van een beetje duivel zijn gewend maar daarom nog niet minder evenwielig en robuust komt aangestevend met safarivaart die smaalt op snaveljockeys in galop. Uit zijn kwaak panoramabek werd noch het woord halt noch het woord deernis ooit door iemand onzer Samaritaanse soort vernomen. Hou je vast, gevederde baby, pak in godsnaam die manen vast! [pagina 187] [p. 187] Maar nee, pardoes in het teer. Zwart asfaltlijm plus gele bontekont en blood on the tracks. (Wat weten beesten ook van de vaart der volkeren af.) Schilderijen die nooit In jou zijn opgekomen, Rembrandt, en bij propere types als Vermeer nog heel veel minder. Je zou zweren de Duitse vlag op korte baan. Dus is het de Belgische, van alle vluchtbanen verweg het schilderachtigst. Ik heb het al vaker gezegd: men kan niet aan mij zien wat ik allemaal weet van wat er van anderen zal kunnen geworden. Vorige Volgende