Het Liegend Konijn. Jaargang 9
(2011)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 3]
| |
[Nummer 1] | |
[pagina 13]
| |
Uit het nest geroofd
| |
[pagina 14]
| |
ongewisheid’. Tonnus Oosterhoff waarschuwt ervoor dat we de gereduceerde wereld vaak zien als de echte. ‘Maar er valt duizelingwekkend veel meer te zien en te ervaren, en poëzie verwijst daarnaar.’ Wat Eva Gerlach bezighoudt, is ‘het aanwezige in het afwezige en omgekeerd het afwezige in het aanwezige. Nooit is helemaal duidelijk wat bezig is te bestaan of te gebeuren.’ Hagar Peeters verwijst naar de evolutie in haar werk: ‘Ik wilde zware onderwerpen op een lichte manier brengen. Nu laat ik de erge dingen erg zijn.’ En H.H. ter Balkt laat zijn hekel aan schraalheid in poëzie optekenen met de woorden: ‘Ik wandel door de bossen in mijn hoofd. Daar moet het gebeuren.’ Van Leonard Nolens ten slotte, die de interviewer inspireerde voor de titel van de bundel, is de betekenis te lezen: ‘Ik kan alleen schrijvend uit de voeten met de ander en met mezelf.’
Poëzie is uiteraard een kwestie van woorden en van volgorde van woorden, maar ook een kwestie van denken. Goede poëzie zet tot denken aan, tot overdenken en nadenken en altijd tot zoeken van betekenis voor onszelf en voor het bestaande, het bekende en het onbekende, het voorstelbare en het onvoorstelbare. De grenzeloosheid van poëzie vormt haar kracht en haar mysterie, ook al denken we soms daaraan te kunnen ontsnappen.
In deze negende jaargang zal Het Liegend Konijn, verwonderd en nieuwsgierig, weer consequent alle ruimte bieden aan meerstemmigheid en diversiteit. Met dank aan de dichters.
Jozef Deleu
Redacteur Het Liegend Konijn |