Het Liegend Konijn. Jaargang 8(2010)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 101] [p. 101] Inkeer De man stond urenlang te wachten bij de tramhalte, hij leunde tegen een manshoge neppinautomaat het had een voordeur kunnen zijn, zo groot en plat om thuis te komen in een rijk bestaan zijn blik lag hunkerend op een blinde muur schuin tegenover, toen ik op hem afliep hij was allicht verlegen om een praatje liep hij net weg, zijn neppinautomaat droeg hij op zijn rug, een schildpad verdwaald in een hem wezensvreemde diersoort ik zie hem sindsdien vaker lopen, altijd die neppinautomaat, die droeve blik steeds zoekend naar een blinde muur steeds ieder oogcontact vermijdend nu ik de hoop voorgoed heb opgegeven om nog eens met hem aan de praat te raken sta ik plots oog in oog, naast de bakker hoort ook geen pinautomaat te staan hij kijkt mij door het beeldscherm smekend aan verraad mij niet, zo lees ik en ik knik ze hebben alles van me afgenomen alleen mijn zonde mocht ik houden zolang ik niet probeer de code van wat een ander is en heeft te breken ik kijk hem door het beeldscherm knikkend aan dan laat ik mijn tegoeden wel met rust hij kijkt mij door het beeldscherm knikkend aan ik word mij langzaam van mijzelf bewust Vorige Volgende