Het Liegend Konijn. Jaargang 7(2009)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 37] [p. 37] De bunker Bij een rivier die de ijstijd gemaakt heeft hurkt de bunker verveeld in het drassige gras: nooit eens een lekkere oorlog, nooit eens een bende soldaten die zich als kleuters bevuilen, achterovertuimelen, duimzuigen in de schoot van hun moeder. Doemt er nu niet een beetje dood op aan de horizon? Hij knijpt zijn ogen samen: tweeduizend jaar trokken hier legers langs, lucifer na lucifer ontvlamde en brak op dit strijkvlak: rillende Romeinen, joelende Franken; later bleken de Fransen ongeparfumeerd, de Oostenrijkers slordig en de moffen hysterisch - maar allemaal aardigheid in het verkrachten van een boerenmeid. Bij de rivier uit de ijstijd verveelt zich de bunker: een combine maait, een paard trekt een ploegijzer, ginder verrijst een verkaveling, de burgemeester benoemt zijn zoon, de brandstoffenhandelaar collaboreert, de slagersvrouw trekt schaamhaar uit. Boven zijn hoofd ontvouwt zich een lichtblauwe hemel, de weg naar het bos holt zich uit, het landschap voedt zijn geromaniseerde Kelten; er woedt vrede. Vorige Volgende