Het Liegend Konijn. Jaargang 7(2009)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 19] [p. 19] Brommerdagen Aangestoken door een wolk zoekt het oog de hoogte van een populier schiet over het stoppelveld de schoven, een oorverdovend zoemen en broeien in dat je hele hoofd omvat. Er komt geen einde aan, aan niets. Zwetend sta ik in het vlas, de blauwe lucht nog onbeschreven. Over het hele landschap hangt geritsel. Iemand vouwt een papiertje open of bladert door de huizen. Ik heb het over een vrouw die uit dit geritsel naar buiten valt, die in het uitzicht van de zomer past. Ik heb het over een tijd zonder beelden van buiten het dorp. Ik weet wat je uit de vlier kunt snijden. Ik voel waar zij mij door een hond heeft laten bijten. Nu alles met ik begint merk ik hoe ik in haar voetspoor afdwaal wachtend op de komst van al die anderen wier brommers moe maar voldaan tussen de schapen in het gras liggen. Ik zie ze jagen door de uitgebrande polders roepen tegen de schapen waar zijn de meisjes, waar kunnen wij onze brommers laten steigeren? [pagina 20] [p. 20] Ik weet hoe de volgorde is. Ik kan het niet over jou hebben. Het is te warm om te praten of het dorp in te slenteren. Het is ongewoon heet. Ik zoek een telefoon om jou te vragen of je dat weet van het vlas, het oorverdovende van de velden. Of je dit kan ruiken, dit kan horen onder een onbeschreven lucht gebrek dat niet duurt gebrek aan niets. Soms dacht ik dat jij het kon voor mij een klein opvallend brommertje maken dat jou kan dragen van waaraf je tegen mij aan geleund alle verkeer weet om te leiden. Het brommertje mocht ook van ondergoed zijn. Jij wordt niet door de telefoon gevonden en ik vind niets om in te praten. Zwetend thuis gekomen het vlas uit mijn haren gewassen en koud aan tafel flora en fauna uitleggen, opschrijven, verbeteren. Vorige Volgende