Het Liegend Konijn. Jaargang 7(2009)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 186] [p. 186] Jullie die in het holst van de nacht met liefde morgenrood voor mij kneden die op het spitsuur mijn waandrang door de heksenketel laveren die mijn demente tante een arm geeft en met haar in de sneeuw wandelt die mijn gekreun in een ziekenhuisbed oprecht toe glimlachen die de sneeuw van mijn rijbaan vegen niet zonder een pink te geven die zalig scheppend uit de witste tonnen mij droomrijs serveren die zonder zuur getrommel het vuur van mijn vijand doven die met doodsverachting klauteren op het dak van mijn verlangen die desondanks goed weer blijven zien in mijn cumulonimbus die de volle zee bevaren om mijn holle vragen te vervullen die mijn randen wat bijboeten, mij krediet geven bij de bleker die het smekken en toffen van mijn gemakskoffertje rekken die naast mijn gewonde vinnen komen zwemmen en me opduwen die, vertrouwd met ledige tijd, mijn onmacht geduld aanademen die mijn onbereikbare ramen openen met een hefboom of windwerk die mij achteloos het oranjerode duister van de maan leren kennen die onvoorwaardelijk staan achter mijn zijn, reiken en vallen die de loop van mijn tijden onderhouden, kaap de goede hoop Altijd met mijn eigenwijs gedoe in het getouw, te laat ben ik, toch ik zoen jullie brandschoon op het voorhoofd van jullie dromen. Vorige Volgende