Het Liegend Konijn. Jaargang 6(2008)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 209] [p. 209] [Ik loop...] ik loop door een nachtmerrie naar huis met een getatoueerde liefde die te wensen overlaat wie is die jongen met gitaar om de nek? hij verpulvert mijn Borgloon - stadje in Oostindische inkt - wanneer hij opstaat uit de dood en ik schrik voor zijn luide stem een hinnikend paard verdwaald op de enige laan die ik herken een blinde bedelaar is teruggekeerd naar zijn oude blues geraas van sluizen in de nacht duizend wilgenbossen geleden bomen barsten open mijn appelbloesem dwarrelt neer in paarse bladervloed over uitgezette paden alleen de regen is blijven liggen als een redelijke twijfel rond de windgevoelige kerk wie is toch die jongen met gitaar om de nek achter de steigers van een stoer geheugen? bladerdrup in zandgrond de bliksem in een fles gevangen nu weet ik het plots weer: [pagina 210] [p. 210] hij is vervormd door het geheim waarmee hij samenleefde hij zweeg erover, als verborg hij een rapport met abominabele cijfers ik wist wat hij bedoelde toen hij naar me keek en zijn gitaar liet vallen in duizend brokken: toverkol verrezen uit mijn angst dit wassend meer van lauwe vergetelheid Vorige Volgende