Het Liegend Konijn. Jaargang 6

[p. 131]

[Vorkenvreemd woord]

VORKENVREEMD WOORD,
onder het driepuntsgesternte,
jij.

Stookster van een groot vuur jij.

Patrones van de beatbands
dreunend in de garages van ooit.

My sweet lady Ann
I do what I can.

Vanwege je ogen in mijn ogen,

omdat achter de woorden je naam staat.

De honing geïntroduceerd hebbende,

de melk lichtgevend gemaakt -

Vanwege je nagels in mijn nek,

omdat je fluitspeelt op mijn ruggegraat,

dit alles en meer en nooit genoeg.

Gelegen te hebben, hondster en halve maan
achter het raam, gelegen te hebben,
minnaar en beminde, vrede en vuur,
bijdragende aan de luister van de nacht.

Gezeten te hebben
onder de zon gezeten te hebben,
in de tuin bij de rozen, een heer in zijn hum,
bijdragende aan de tover van de zomer.

[p. 132]

 

Geweten te hebben

 

een paar onvergeten momenten geweten te hebben

 

- Overal eten en drinken het toeval.

 

Alom waaien en wegwezen de wind.

 

 

 

Overal wat is dit, alom verhaal mij,

 

uit het duister vertaal mij,

 

vang me voor ik val, pluk me voor ik vervluchtig,

 

hijs mij ten hersens, haal mij de dageraad.