Het Liegend Konijn. Jaargang 6(2008)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 76] [p. 76] Tijd, te verliezen konden niet wachten, veegden de zonneresten onder de oogleden, bliezen het ademgruis van de lippen, doofden in de gehoorgangen dovende vogelvonken, haalden opgelucht blijf, blijf, morgen is gister maar zwarter mist wijdt over ons uit als de noordzee over wind, daaronder ergens, zoveel is zeker, ineenstorten. haal die brekers niet naar ons toe de angst drijft ons op als een stuwmeer op vis, de dag begint maar niet vroeger laat ons het hoe waar ergens navragen blijf, gister is morgen niet lichter, blijf ik zal wachten, kalm, kalm in de laatste zon zien luisteren hoe mijn adem in de glazen schaal van de lucht schuiert en omhoogfladdert alvorens hij op de verte in scherven valt Vorige Volgende