Het Liegend Konijn. Jaargang 6(2008)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 60] [p. 60] Theater aan zee voor H.C. Het was een week van tien dagen, een week van tien weken, een week van tien weke dagen. Er was theater in Oostende aan het zwijgende, eindeloze water langs de gaanderij van vermist verleden en vlijtige toekomst. Een acteur vroeg dagelijks aan de passanten van de zomer, zi je nog e betje gelukkig? Een andere stond wijdbeens in de branding en zei mo kiktekèriere. Een dichter woonde hier jaren en schrok in de Thermen van haar kermen, zuchten en zingen. Een schilder zocht in haar nacht naar de rode maan. Een stad die niet kan zonder haar verminkte gebaren. Het was een week van tien dagen, een week van tien weken, een week van tien weke dagen. Van vroeg en laat zingen en spreken tegen de meeuwen in. En 's ochtends geeuwden ze krijsend in het houten hoofd. Soms hapte hun snavel hard in een schoot. Dan brandde in de duinen weer het kampvuur van de herinneringen. En in de mist van de toekomst zeggen ze zullen we spelen op de zee. Boven de doden, de wrakken en de stromingen. Pal op de spiegel, weg van de wal der ijdelheden. Van de stad die niet kan zonder haar verminkte gebaren. [pagina 61] [p. 61] Het was een week van tien dagen, een week van tien weken, een week van tien weke dagen. We mogen niet klagen, wij meerminnen in bermuda's op sleffende vinnen, wij zeevaarders op matrassen van lucht, we mogen werkelijk niet klagen, wij zijn de meeuwen niet van 's ochtends tot 's avonds met hun hangende, huilende, zwenkende vragen in de vlucht als schijtende, bleitende, sierlijke engelbewaarders boven het theater, het terugkerende theater aan zee. Vorige Volgende