Het Liegend Konijn. Jaargang 6(2008)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 178] [p. 178] Die jongen 1 De koele avond stijgend uit de natte wei, de koeien in de nacht vergroot tot beesten, die weet ik nog wel, maar het meeste is voorbij, is helemaal voorbij. Vecht ik in de tijdstroom terug en kom die oude zomernachten tegen, de kikkerkoren fluisterend in de regen en het valse zingen van de muggen, het valse slijmkoor in mijn longen wanneer ik weer bronchitis had, hoe herinner ik mij dat. Ik was die kwakkelige jongen vol vreemde dromen en vol muggenbeten, zijn pyjama paste nooit zo goed. Hoe graag had ik hem nog eens ontmoet om iets meer te weten. [pagina 179] [p. 179] 2 Om hem werkelijker te maken stel ik mij als zijn vader voor in een intiem gesprek, waardoor ik denk hem aan te kunnen raken. Ik vat zijn hete schouders, zo mager, schud ze even, maar hij komt evenmin tot leven als zijn twee uitgestorven ouders en kijkt naar mij of hij zijn toekomst ziet. Ik zie zijn bezwete neus en wangen, maar tekens van herkenning en verlangen die zie ik niet. Fort Worth, 13 november 2007 Vorige Volgende