Het Liegend Konijn. Jaargang 6

[p. 56]

Draag een warme jas

draag een warme jas
zet desnoods extra knopen aan
leg de jas in mijn arm jij
door de mouwen heen jij
mannen timmeren op het raam
met vuisten slaan hun monden
stuk op het glas maar jij

overal resten van oorlog van
sluimerende vrede van jou
toen je klein was

de foto het huis
met je zus de hoofden
vooruit gestoken of toen je
niet lachte en ik
maar wachtte geboren te worden
jij met de mannen
hun baardharen hun kelen
de ritten in auto's
stilstaan
voor huizen in steden
waar ik nu

ben ik
het gezicht op de kast ben jij
de stem die valt over straat
haastig klankjes raapt
mijn taal heeft kippenvel