Het Liegend Konijn. Jaargang 5



[pagina 118]
Van wie ook weer was ik Van wie ook weer was ik wanneer gaf ik mij af een pakketje mond ogen een ondervoor een voorboven wat rare gedachten een eendje dobbert op water van een ander. Wanneer gaf ik mij af van wie ook weer was ik? Ik was een pakketje mond ogen een ondervoor een voorboven, wat rare gedachten een eendje dobberend op water van de ander. Wanneer gaf ik mij af? Van wie ook weer was ik? Ik dreef rond als een pakketje mond ogen een ondervoor een voorboven, wat rare gedachten op water, als een eendje, dobberend en er diende zich steeds ander water aan. Wanneer gaf ik mij af? Toen ik als een eendje van water naar water dobberde, mijn boven en onder voor mij uitdragend als een cadeautje en dank voor dobberen en dat ik van wie dan ook was