Het Liegend Konijn. Jaargang 5
(2007)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 174]
| |
[pagina 175]
| |
IIingesloten, ademoplossing uitgewerkt, of we
nu nu nu die zuurstofschuld willen bekennen
ondergaan wij het vallen van de nacht als terechtwijzing
- wat we worden straf voor wat we waren -
het wassen van de maan een reiniging die te laat komt
laat ons, voor uw laatste adem, het licht
uit de klanken karnen, tot ze volledig ingeklonken zijn
| |
[pagina 176]
| |
IIIonveranderlijk, aan de andere kant van het gebergte
opnieuw beregende bergen, op de helling een jacht
nog op de dag van de schipbreuk geborgen, nog
voor zich de schipper aan de van een bergwand
in het bergmeer afhangende gletsjerrozentakken
uit het water kon trekken begon de sloop
welke vlaktebegerende durft nu nog terug te komen
op diens belofte ons zelfbeeld desnoods in een golf
te tonen, wie stelt zich nog op de hoogte van z'n zelf, ik
anders wel, vannacht nog brand ik die werf af tot de grond
morgen boven haar wolk wellicht nog een boot op een berg
onder die wolk echter geen bergen, geen rozen meer
| |
[pagina 177]
| |
IVuitgestrekt, hand naar de afhangende hand
van de bloesemende oever, zonder meer
geen lichtbrug naar de zon, zonder zon geen
zee tussen de kusten, zonder zee geen kust meer
soms zo stevig in de armen van de zee
genomen, dat ze me het licht uit de longen knelt
soms in luchtspiegelingen ademloos verstrooid
|
|